De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid spreekt van ‘een mooi resultaat’, maar wil dat nog veel meer gemeenten intensiever gaan samenwerken met voedselbanken. Om die samenwerking te stimuleren, organiseert Aboutaleb een bestuurlijke conferentie waarvoor hij gemeenten én voedselbanken uitnodigt.
Meer samenwerking
Dat staat in de brief die Aboutaleb (‘Resultaten Quickscan Voedselbanken’) heeft gestuurd naar de Tweede Kamer met een onderzoek naar de samenwerking tussen gemeenten en voedselbanken. De staatssecretaris wil meer samenwerking tussen voedselbanken en gemeenten, omdat veel mensen die bij voedselbanken aankloppen de weg niet weten te vinden naar de gemeente.
Goede samenwerking
Een paar cijfers: 48 procent van de gemeenten heeft een voedselbank binnen zijn grenzen. Iets minder dan de helft geeft aan dat de gemeente overlegt en/of afspraken maakt met de voedselbank. 56 procent van de voedselbankenverwijzen door naar de gemeente. En 45 procent van de gemeente verwijst klanten door naar de voedselbank. 77 procent van de gemeenten omschrijft de samenwerking tussen de voedselbank en gemeente als goed.
Doorverwijzen
Aboutaleb wil dat voedselbanken mensen doorverwijzen naar de gemeenten voor structurele hulp, bijvoorbeeld bij het vinden van werk, hulp bij schuldsanering of financiële ondersteuning. Op dit moment heeft 26 procent van de gemeenten hierover expliciete afspraken met de voedselbanken.
Verkeerd signaal
Omgekeerd vindt de staatssecretaris dat gemeenten die doorverwijzen naar voedselbanken een verkeerd signaal afgeven. ‘Het kan niet de bedoeling zijn dat voedselbanken de rol van de reguliere hulpverlening overnemen. Ik vind dat gemeenten mensen moeten wijzen op gemeentelijke voorzieningen, zodat mensen duurzaam uit de armoede geholpen kunnen worden.’