Het maakt nogal uit of je in Amsterdam woont of in Utrecht als je kind bent, op de armoedegrens leeft en/of jeugdhulp nodig hebt. Gemeenten richten hun eigen jeugdhulpsysteem in en maken verschillende keuzes in welke hulp ze bieden. Daarom bepaalt de plaats waar je woont steeds meer welke hulp een kind kan krijgen en of je sowieso wel toegang hebt tot hulp. Dat mag niet zo zijn, vindt Kinderombudsman Marc Dullaert.
Kinderrechtenmonitor
Dat is een van de conclusies uit de Kinderrechtenmonitor 2015, die vandaag 8 december verschijnt. Deze jaarlijkse monitor geeft een beeld hoe het is gesteld met de rechten van kinderen, in dit geval in 2014. Dullaert constateert dat kinderen die het minder goed hebben getroffen, de laatste jaren verder in de knel zijn geraakt.
Jeugdhulp
Dat heeft verschillende oorzaken. De Kinderombudsman maakt zich zorgen over de toegang en de kwaliteit van de jeugdhulp, nu gemeenten verantwoordelijk zijn. Volgens Dullaert zijn veel gemeenten nog zoekend naar hun bevoegdheden en hebben niet de goede expertise. Dat leidt ertoe dat de kwaliteit van de hulp aan kinderen lang niet overal op orde is en dat zelfs de toegang tot hulp is beperkt. Dullaert vindt het ‘onaanvaardbaar dat een aantal gemeenten omwille van de financiën op de stoel van de hulpverlener gaan zitten.’
Jeugdzorgprofessionals en gemeenteambtenaren zetten zich met overgave in om de stelselwijziging een succes te maken. Dat concludeert Kinderombudsman Marc Dullaert. Groot minpunt: kinderen krijgen niet de hulp die ze nodig hebben door de financiële insteek van gemeenten. Lees meer>>
Armoede
Verder blijkt dat het aantal kinderen dat opgroeit in armoede de afgelopen jaren fors is toegenomen van 314.000 in 2010 naar 423.000 drie jaren later in 2013. ‘In het bijzonder kinderen van alleenstaande ouders, kinderen van ouders met een bijstandsuitkering en kinderen met een niet-westerse achtergrond lopen een groot risico om in armoede op te groeien’, aldus het rapport. ‘In een welvarend land als Nederland mogen we niet accepteren dat kinderen door armoede worden beperkt in hun ontwikkeling.’
Huiselijk geweld
In Nederland worden ruim 118.000 kinderen verwaarloosd of mishandeld. Professionals werken nog steeds niet goed genoeg met de meldcode, aldus Kinderombudsman Dullaert. Hij vindt dat professionals beter getraind moeten worden in het herkennen van slachtoffers. Bovendien moet de zorg aan slachtoffers verbeteren. ‘De helft van de kinderen die wordt gemeld bij Veilig Thuis, was al eerder bekend. Er wordt onvoldoende opvolging gegeven aan meldingen van mishandeling en dat houdt kinderen in onveiligheid.’
‘Jeugdhulp is één grote proeftuin geworden.’ Dat zegt de Kinderombudsman in zijn eerste rapport over de transitie van de jeugdzorg. ‘De wijkteams zijn nog zoekend. Dat kan ertoe leiden dat kinderen die hulp nodig hebben, niet tijdig in beeld komen.’ Lees meer>>
Vluchteling
Ernstige zorgen maakt de Kinderombudsman zich over vluchtelingenkinderen. Sinds de hoge instroom komen zij in een bijzonder kwetsbare positie. Een aantal vormen van opvang zoals nood- en crisisopvang, (pre-)POL-locaties, en gezinslocaties, is niet kindvriendelijk. Er is niet altijd toegang tot onderwijs en er zijn weinig activiteiten voor kinderen. De ombudsman vindt het onacceptabel dat vluchtelingenkinderen de afgelopen maanden soms wel 7 of 8 keer moesten verhuizen naar verschillende crisisopvangplekken. ‘Dit brengt kinderen ernstig uit hun evenwicht.’