De Centrale Raad van Beroep heeft al in verschillende zaken uitgesproken dat de rechtszekerheid van cliënten niet is gewaarborgd als gemeenten de Wmo-begeleiding ‘resultaatgericht indiceren’. Gemeenten kunnen de Wmo-hulp voor cliënten in uren of in resultaat indiceren. Dat laatste gaat dan om huishoudelijke hulp, begeleiding of dagbesteding’. Op resultaatgericht indiceren is veel kritiek van cliëntorganisaties omdat het ‘vaag is’, er moeilijk bezwaarmogelijkheden zijn en omdat het cliënten geen rechtszekerheid geeft. Minister De Jonge wil nu
‘Gemeente wil geen uurtje factuurtje maar goede zorg’
De hoogste ambtelijke rechter heeft al drie keer ‘Nee’ gezegd tegen gemeenten. Toch blijft de discussie over ‘resultaatgericht indiceren’ van huishoudelijke hulp en Wmo-ondersteuning rond gaan. De Bredase wethouder Mirjam Haagh breekt een lans voor verankering in de wet: ‘Maatwerk betekent goede afspraken maken over welke zorg nodig is. Daarbij geeft indiceren in uren geen zekerheid.’