Door Ellen van der Loo – De Stichting Atlas voor gemeenten heeft het afgelopen jaar bij verschillende gemeenten onderzoek gedaan naar de achtergronden van de bijstandsontwikkeling. Dat onderzoek gebeurde in opdracht van Divosa, de vereniging van gemeentelijke managers op het terrein van werk, inkomen en participatie. De bevindingen zijn in de Divosa-monitor 2008 gepubliceerd
Instroom
Gemeenten blijken maar een zeer beperkte invloed te hebben op de instroom in de bijstand. De helft van de instroom kunnen gemeenten nauwelijks voorkomen. Persoonlijke omstandigheden als verhuizingen, echtscheiding en verlating, zijn voor 37 procent oorzaak van de instroom. Andere oorzaken om in de bijstand te belanden zijn onder andere instroom vanuit de WW en de Wia (15 procent), werklozen zonder WW-rechten (12 procent), schoolverlaters (6 procent) en generaal pardonners (9 procent).
Regionale verschillen
Er zijn wel regionale verschillen te ontdekken. Het noorden van het land heeft te maken met wat hoger percentage schoolverlaters en gescheiden mensen die in de bijstand belanden, in het oosten melden generaal pardonners en werklozen zonder WW-rechten zich vaker dan gemiddeld. In de grote steden vragen ex-gedetineerden relatief vaker een bijstandsuitkering aan.
Uitstroom
Gemeenten hebben wel meer invloed op de uitstroom uit de bijstand. Zij kunnen uitkeringsgerechtigden ondersteunen bij het vinden van werk, of dat nu door het aanbieden van Work First, het inzetten van loonkostensubsidies of directe bemiddeling gebeurt. Uitstroom naar werk neemt 39 procent van de uitstroom voor zijn rekening.
Maar ook in de uitstroom spelen persoonlijke omstandigheden een grote rol. Bijstandsuitkeringen worden in 29 procent van de gevallen gestopt wegens verhuizing, het aangaan van een relatie, het bereiken van de 65-jarige leeftijd, overlijden en detentie. In 5 procent is de uitkering gestopt wegen fraude.
Belemmeringen
Voor sommige mensen zit uitstroom naar werk er gewoon niet in. Gemeenten geven aan dat cliënten vooral onbemiddelbaar zijn wegens psychische belemmeringen. Meer dan de helft van de respondenten geeft daarnaast aan dat mensen sociale en/of fysieke belemmeringen hebben. Een ander knelpunt blijkt een lage of verouderde opleiding te zijn.