Al een aantal jaar is er veel aandacht voor de kwaliteit van de gemeentelijke schulddienstverlening. In de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (2016) wordt geconcludeerd dat de beoogde kwaliteitsbodem maar ten dele is gelegd. Ook wordt aangegeven dat er verbeteringen mogelijk zijn op het gebied van sturing, toegang, transparantie in de prestaties, communicatie/informatie en het bieden van gestandaardiseerd maatwerk. De Nationale Ombudsman concludeert in januari 2018 dat gemeenten nog lang niet altijd een laagdrempelige en brede toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening bieden.
Ontstaan van schulden
Naast aandacht voor de kwaliteit van de schuldhulpverlening is er ook veel aandacht voor het ontstaan van schulden. Uit onderzoek van het Nibud blijkt dat de kans op schulden niet direct samenhangt met de hoogte van het inkomen, maar vooral met psychologische factoren zoals een ongeordende administratie, impulsief gedrag, korte termijn gerichtheid en het ontbreken van een financiële opvoeding. Volgens de WRR wordt de financiële zelfredzaamheid van mensen overschat en moeten we in beleid meer rekening houden met mensen die niet het vermogen hebben om uit de schulden te blijven.
Kwaliteitsimpulsen
De onderzoeken en publicaties hebben geleid tot diverse aanpakken en kwaliteitsimpulsen, zowel landelijk, regionaal als lokaal. Gemeenten hebben het initiatief genomen om samen aan professionalisering en standaardisering van vroegsignalering te werken. Daarnaast zijn meerdere gemeenten gestart met het zelf aanbieden van budgetbeheer, zoals Tiel, of het in eigen beheer uitvoeren van bewindvoering, zoals Groningen. Een landelijk initiatief is het programma ‘Schouders eronder’, waarmee een professionaliseringsimpuls wordt gegeven aan de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Regierol
In veel gemeenten is de regierol rondom schuldhulpverlening nog onderbelicht. Er zijn geen duidelijke doorverwijsroutes voor schuldhulpverlening en er is geen sociale kaart die ondersteunt bij het kiezen van de juiste ondersteuning. Vaak kennen lokale dienstverleners elkaar niet en kent men ook elkaars aanbod niet. Er is een groot potentieel aan klanten in bewindvoering die gebruik zouden kunnen maken van de gemeentelijke schulddienstverlening. Dat dit niet gebeurt, komt mede doordat de gemeentelijke schulddienstverlening bij cliënten onder bewind relatief onbekend is. Uit onderzoek dat de gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland samen uitvoerden, blijkt dat minder dan de helft van de cliënten op de hoogte is van het bestaan van budgetbeheer (41 procent). Ook budgetcoaching (bekend bij slechts 23 procent van de cliënten), het WSNP-traject (18 procent) en minnelijke schuldregelingstrajecten (17 procent) zijn niet altijd bekend onder cliënten.
Advies
Naar aanleiding van het onderzoek hebben de gemeenten verschillende beleidsaanpassingen gedaan. Zo verlenen de gemeenten alleen nog bijzondere bijstand voor cliënten die schulden hebben. Voor schuldenvrije cliënten betaalt de gemeente niet langer de kosten voor beschermingsbewind vanuit de bijzondere bijstand. Daarnaast is gebleken dat een deel van de cliënten kan en wil uitstromen naar een budgetcoach of budgetbeheer. Ook is een aantal casussen opgepakt door handhaving; bijvoorbeeld als de cliënt niet getraceerd kon worden en niet woonachtig bleek op het opgegeven adres. Al met al heeft dit heeft geleid tot een hogere uitstroom van cliënten uit het bewind en meer passende oplossingen voor cliënten. Het voornaamste advies van het onderzoek is dat gemeenten de regierol moeten oppakken. Dit kan op de volgende manieren:
- Neem het eigen cliëntenbestand en aanbod onder de loep;
- Maak afspraken met het maatschappelijk middenveld over de rolverdeling bij financiële problematiek;
- Investeer in de preventie van armoede, outreachend werken, vroegsignalering aan de hand van betalingsachterstanden en nazorg;
- Houd een jaarlijks klanttevredenheidsonderzoek om dringende gevallen (zeer ontevreden cliënten) te voorkomen;
- Zie professionele bewindvoerders als gesprekspartner om samen de beste oplossing te bieden aan bewoners;
- Maak gebruik van vrijwilligers bij preventie, doorverwijzing, ‘vingeraan- de-pols-contact’ en nazorg.
Lees het hele artikel in Sociaal Bestek van april/mei>>