Het eerste voorstel waarborgt de onafhankelijkheid van de cliëntondersteuning. Het tweede voorstel haakt in op de mogelijkheid bij cliënten om een beroep te doen op een cliëntondersteuner. Op 24 april stemde de Kamer in met deze twee wijzigingsvoorstellen. MEE Nederland heeft zich hard gemaakt om de wijzigingen in het beleid opgenomen te krijgen. Beide amendementen zijn door een overgrote Kamermeerderheid aangenomen. Door de wijzigingen is veiliggesteld dat cliënten een beroep op de cliëntondersteuning kunnen doen.
Onafhankelijk
De eerste wetswijziging moet belangenverstrengeling voorkomen. Deze wetswijziging regelt dat de onafhankelijkheid van de cliëntondersteuning in de wet wordt vastgelegd. Het amendement komt van onder andere Otwin van Dijk (PvdA) en Van der Staaij (SGP). Naast deze partijen werkten VVD, D66, GroenLinks en de ChristenUnie mee aan de wijziging. Volgens deze partijen moet een cliënt kunnen vertrouwen op de onafhankelijk van de cliëntondersteuning. De gemeentelijke besluitvorming over de toekenning van maatwerkvoorzieningen of persoonsgebonden budgetten zouden voor belangenverstrengeling kunnen zorgen. Door de wijziging kunnen cliënten volgens MEE Nederland beter vertrouwen op dat de cliëntondersteuning ook werkelijk onafhankelijk is.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en MEE moeten nog voor 1 mei afspraken maken om de de steun aan mensen met een beperking veilig te stellen in het nieuwe jaar. Deze afspraken zijn een belangrijke houvast voor de MEE-organisaties. Lees meer
Beschikbaarheid
Door het tweede amendement moeten gemeenten cliënten wijzen op de beschikbaarheid van cliëntondersteuning. Het amendement komt van Vera Bergkamp (D’66) en Linda Voortman (GL). Voorafgaand aan het onderzoek naar wat de cliënt nodig heeft aan maatschappelijke ondersteuning moet de cliënt hiervan op de hoogte zijn. Volgens MEE Nederland zullen burgers door deze wijziging beter op de hoogte zijn van de mogelijkheden om beroep te doen op een cliëntondersteuner.