Uit berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) is gebleken dat het aantal jongeren in Nederland eerder zal afnemen dan toenemen als een gevolg van de vergrijzing. En daar ligt volgens Jantine Kriens de kern van de probleem. In het Financieel Dagblad stelt ze dat gemeenten hun uitgaven aan jeugdzorg niet kunnen laten stijgen omdat het kabinet dat op basis van de berekening van het CBP niet reëel vindt.
Vraag naar jeugdzorg stijgt
Ondanks dat het aantal jongeren zal afnemen, ziet de VNG de vraag naar jeugdzorg de laatste jaren juist stijgen. Kriens stelt dat dit komt door de decentralisaties. ‘Nu de zorg “dichtbij” georganiseerd is, komen problemen eerder aan het licht en ontstaat er in eerste instantie een groei.’ Volgens de VNG-directeur is dit op zich goed. Als mensen die hulp nodig hebben eerder in beeld zijn, zullen ze later minder snel zware en dure zorg nodig hebben. Maar op de korte termijn moeten gemeenten dan wel meer kosten maken dan ingecalculeerd en die kosten brengen een aantal Nederlandse gemeenten nu in de problemen.
‘Tekorten op het budget voor lokale zorg’, ‘Gemeenten houden zorggeld over’. Ferme uitspraken in krantenkoppen en voer voor Kamervragen. Hoe zit het nu werkelijk met het geld en verantwoordelijkheden? En wat betekent dat voor gemeente en Rijk? Lees meer >>
Transitiefonds
In totaal denken de Nederlandse gemeenten een tekort te hebben van 300 miljoen euro. Kriens pleit ervoor dat het Rijk een transitiefonds inricht om zo de gemeenten die het nu zwaar hebben te kunnen ontlasten. Maar daarnaast wil ze dat ook gekeken wordt wat de gemeenten die nu een tekort hebben ander en beter kunnen doen en of het mogelijk is de budgetten vanuit het rijk anders te verdelen. Naast gemeenten met tekorten zijn er nu immers ook gemeenten met een overschot.
Ouderenzorg
Kriens is bang dat er door het rijk ook te weinig geld beschikbaar wordt gesteld aan gemeenten om de zorg voor ouderen te kunnen betalen. In berekeningen van het CPB over ouderenzorg wordt nu niet bekeken of ouderen thuis wonen of in een verpleeghuis en dit maakt een groot verschil. ‘Als ze thuisblijven, wat het overgrote deel doet, zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning thuis en daar hebben we geld voor nodig.’