Vorige week nam de Tweede Kamer twee moties aan om homoseksualiteit bespreekbaar te maken teneinde anti-homogeweld en discriminatie tegen te gaan. Homoseksualiteit moet aangekaart worden in de les. Ook moet de regering in gesprek met scholen die van hun personeel vragen het ongehuwd samenwonen en een homoseksuele leefwijze in een verklaring af te wijzen. Peter Moens van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs zegt in de krant dat er te veel vanuit Den Haag bepaald wordt hoe scholen aandacht besteden aan maatschappelijke thema’s.
Gevoelens
‘In de Bijbel staat dat een man en vrouw een gezin stichten, niet twee mensen van hetzelfde geslacht’, zegt Moens. Op reformatorische scholen werken wel leraren met homoseksuele gevoelens, geeft hij toe, maar zij willen geen relatie omdat ze kiezen voor een christelijke leefwijze.
Geweld
Uit onderzoek van Judit Schuyf (MOVISIE) blijkt dat zo’n 70 procent van de homoseksuelen wel eens te maken heeft gehad met anti-homogeweld. Schuyf liet in een interview met Z+W weten dat agressie tegen homo’s vaak voortkomt uit een ‘wonderlijk beeld onder jongens over hoe de mannelijke identiteit eruit zou moeten zien’. Schuyf ondersteunt dan ook de motie om voorlichting over seksualiteit en homoseksualiteit te verplichten op basisscholen.
Zoekende
Conrector Mustafa Kasri van het Islamitisch College Amsterdam zegt in Trouw dat zijn school op dit punt zoekende is, maar dat hijzelf homoseksualiteit niet verwerpt. ‘Er bestaat bij mijn weten geen concreet beleid. Wel staat tolerantie in onze missie, en bij biologie en mentorlessen besteden we aandacht aan homoseksualiteit.
Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.
Bron: Trouw/Foto: ANP/Marcel Antonisse
Het blijft natuurlijk ronduit van de zotte dat we toestaan dat er in Nederland organisaties kunnen blijven bestaan én ontstaan die mensen uitsluiten en veroordelen op basis van hun sexuele geaardheid. Het schiet natuurlijk helemaal door als we dit soort middeleeuwse en vrijheidsbelemmerende instituties met publieke middelen een bestaansgrond blijven geven.