Tot zijn vierde jaar gaat een kind regelmatig naar een consultatiearts. Daarna komt het nog maar zelden in contact met een arts van de GGD. De zorginstantie vindt dat zonde. GGD Nederland wil dat kinderen geregeld een arts blijven zien, zodat kinderen die risico’s lopen veel eerder geholpen worden. Eerder adviseerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) aan minister Rouvoet dat alle leerlingen van vijftien en zestien jaar nog een keer bij een jeugdarts langs zouden moeten gaan.

Onnodig lang
Dat vindt de GGD veel te mager. ‘Dit is nog steeds te weinig. Hierdoor lopen kinderen onnodig lang met problemen rond’, stelt een woordvoerster van GGD Nederland. Uit een aantal proefprojecten op middelbare scholen blijkt dat leerlingen erg veel baat hebben bij de intensieve hulp van een jeugdarts.

Schoolverzuim
Dat is bijvoorbeeld goed merkbaar aan het ziekteverzuim. Zo zag de Bredase scholengemeenschap Tessenderlandt het ziekteverzuim in een jaar tijd met twee derde teruglopen. De school moest de extra begeleiding wel uit eigen zak betalen, met een beetje steun van de gemeente. Dat kan niet de bedoeling zijn, vindt de GGD.

Meer geld
Op 1 oktober gaat de met de minister om tafel. De GGD Nederland ziet net als de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) dat de meeste gemeenten helemaal geen geld hebben voor deze extra begeleiding. De twee instanties pleiten dan ook voor meer geld van de overheid. Per contactmoment is hier globaal voor alle gemeenten 16 miljoen euro voor nodig, denken zij.

Centra Jeugd en Gezin
Rouvoet stelt dat gemeenten er zelf voor kunnen kiezen om adolescenten nog een keer bij de jeugdarts langs te sturen. Hij heeft al maximaal 100 miljoen beschikbaar gesteld voor de nieuwe centra voor Jeugd en Gezin die in elke gemeente moeten komen. Dat geld kunnen gemeenten ook gebruiken voor de jeugdartsen, liet de minister eerder al weten.

Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden. 

Bron: ANP/Foto: Stock.XCHNG