Het kabinet wilde de langdurige ggz in de Zorgverzekeringswet opnemen. Beschermd wonen voor ggz-cliënten zou dan onder de Wmo bij de gemeenten komen. GGZ Nederland, de Federatie Opvang, de RIBW Alliantie en het LPGGz verweerden zich fel tegen deze constructie. Ze gingen ervan uit dat gemeenten de vaak zware ggz-problemen niet aan zouden kunnen. De ggz-organisaties willen beschermd wonen als recht in de Zorgverzekeringswet hebben. GGZ-patiënten die langdurig zorg nodig hebben, zouden dat recht onder de Wet langdurige zorg moeten krijgen. Dat gaat nu gebeuren.
Motie
Van Rijn voert de motie uit van de Kamerleden Keijzer en Bergkamp, waarin wordt gevraagd om langdurige, op behandeling gerichte ggz over te hevelen naar de Wlz. In overleg met partijen uit het veld worden nog specifieke criteria voor overheveling ontwikkeld. Om die reden is het, aldus de staatssecretaris niet haalbaar om de toegang tot de Wlz per 1 januari 2015 al rond te maken.
De inzet van de ‘sociale omgeving’ van een cliënt is niet verplichtend. Verder moet de cliënt toestemming geven om zijn gegevens over Wmo–ondersteuning door te geven aan uitvoerders van de Wet langdurige zorg. Dat zijn twee aanscherpingen van het voorstel Wet Langdurige zorg, dat staatssecretaris Van Rijn naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Lees hier meer>>
Doorstroming
Van Rijn hevelt daarom in twee stappen de ggz-cliënten met langdurige zorg over. De eerste stap is dat cliënten die per 1 januari 2015 drie jaar aaneengesloten gebruik hebben gemaakt van verblijf gericht op behandeling, sowieso toegang krijgen tot de Wlz. De tweede stap is dat cliënten op basis van de inhoudelijke criteria – die nog worden opgesteld – doorstromen naar de Wlz. De doorstroming geldt dan ook voor cliënten die vanuit de Wmo 2015 begeleid worden. Van Rijn zegt in de Kamerbrief dat dit ook tot ‘herschikking van de budgetten tussen de verschillende wettelijke kaders zal leiden’. Dus geld uit de Wmo gaat met de cliënt mee als hij onder de Wlz gaat vallen.
Randvoorwaarden
De “veldpartijen” in de ggz geven enkele randvoorwaarden aan die zij belangrijk vinden: een goede positie van cliënten, continuïteit en kwaliteit van zorg, samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten, monitoring en ruimte voor innovatie. De ggz-organisaties zijn positief: ‘In de Kamerbrief geeft de staatssecretaris het vertrouwen dat aan deze randvoorwaarden met alle partijen op zowel landelijk als regionaal niveau gewerkt gaat worden.’
Lees hier de Kamerbrief over “positionering langdurige ggz“