Lees hier meer blogs van Dik Hooimeijer >>
In de afgelopen jaren zijn tal van maatregelen genomen door overheden, organisaties en bedrijfsleven die op het oog logisch lijken. Misdaden kunnen misschien worden voorkomen, daders opgespoord, hulpverlening adequaat worden ingezet. Ja, wat kan je er tegen hebben. Zeker vanuit de optiek: ‘Als je je niet misdraagt dan hoef je je toch ook geen zorgen te maken?’
Maar afgelopen weekend vertelde een collega mij een verhaal, dat mij duidelijk maakte dat we heel ernstig moeten waken voor het afglijden van onze rechtsstaat. Dat we als eerlijke burger zeer kwetsbaar kunnen zijn.
Mijn collega is 64 jaar. Een geweldige vrouw, die met hart en ziel in haar werk staat. Afgelopen weekend deed ze boodschappen bij een supermarkt. Een moderne supermarkt, waar je zelf je boodschappen kan scannen. Handig, want dan hoef je niet te wachten bij een kassa. Mijn collega koos voor deze optie, omdat ze weinig tijd had, want ze moest haar kleinkind van de crèche halen. Tijdens het opzoeken van haar boodschappen werd ze twee keer door haar beste vriendin gebeld, die heel emotioneel was, omdat haar man vorige week was overleden. Boodschappen doen, tijdsdruk en twee keer haar zeer emotionele vriendin aan de telefoon: er speelde van alles door haar hoofd.
Toen ze wilde afrekenen bleek dat ze twee artikelen niet had gescand. Een pak luiers en kattenbakvulling. Op dat moment begint in de supermarkt een lamp te branden. Let wel: ze moest nog afrekenen en wilde gaan kijken wat ze vergeten was te scannen. Die tijd kreeg ze niet. Het personeel kwam letterlijk op haar afstormen en beschuldigde haar direct van diefstal. De politie werd gebeld.
En nu komt ’t ie: terwijl de politie onderweg was, gaf het supermarktpersoneel haar direct te kennen, dat ze de komende twee jaar niet meer in de supermarkt welkom was en dat alle winkeliers van het winkelcentrum nog dezelfde dag op de hoogte zouden worden gebracht van haar vergrijp en dat ze daar dus de komende twee jaar ook niet welkom was!
Ze is meegenomen door de politie en verhoord. Hierbij opgemerkt dat ze uiterst correct en begripvol is behandeld. Ze heeft haar verhaal kunnen doen en de politie overtuigd van haar onschuldig, waardoor de politie de zaak heeft geseponeerd. Maar voor de supermarkt, en daarmee de winkeliers van het winkelcentrum, stond vast dat zij schuldig was. En dus mag zij de komende twee jaar geen boodschappen doen in dat winkelcentrum. Wat een keerzijde. Dit is anno 2011 dezelfde schandpaal die eeuwen geleden op pleinen stond.
Onze rechtsstaat zegt dat je pas schuldig bent als dit is bewezen. In dit geval dus niet. Naar mijn oordeel een gevaarlijk grijs gebied, dat onze rechtsstaat ernstig schaadt. Overigens gaat mijn collega een brief schrijven aan het hoofdkantoor van deze supermarktketen. Maar boodschappen doen bij deze grootgrutter doet ze natuurlijk nooit meer.
Dik Hooimeijer (1954) is binnen Stichting MOOI, een welzijnsorganisatie in Den Haag en Zoetermeer, onder meer verantwoordelijk voor Marketing, Innovatie en Projecten. Sinds 1975 is hij werkzaam in de welzijnssector. Hij noemt zichzelf een absoluut welzijnsdier, maar is ook een oprecht criticaster. Naar zijn oordeel is welzijn te weinig innovatief en speelt het niet in op de tijdgeest.