Ahmet, een dertiger van Turkse komaf met een eigen bedrijf, getrouwd en vader van twee kinderen, was gokverslaafd. Hij woonde toen nog bij zijn ouders. Het was voor hem een manier om zijn problemen te ontvluchten. ‘Stel je voor, je sociale leven is een ramp, je hebt veel problemen, maar als je aan de speeltafel zit raak je dat kwijt. Ik noem dat negatieve ontspanning. Je raakt verslaafd aan de spanning en de voldoening die het geeft als je iets wint. En als je verliest ga je door, want je wilt je verlies terug winnen.’ Bijna al het geld van Ahmet ging op aan gokken.
Bijna elke Turkse man kaart, dobbelt, of speelt wel eens domino in het café of trefcentrum met zijn vrienden met als inzet een rondje. Het is een algemeen geaccepteerde vorm van vrijetijdsbesteding, zowel in Turkije als in Nederland. Helaas blijft het niet altijd bij een onschuldig spelletje. Gokken is een groot probleem in de Turkse gemeenschap. Jong of oud, gelovig of niet, in alle kringen komt het voor. De Turkse cultureel werker Mohammed houdt het kansspel verantwoordelijk voor een scala van problemen binnen Turkse gezinnen: ‘De meeste kinderen die uitvallen op school, de weglopers, de meisjes die in handen vallen van de loverboys, zij hebben meestal een vader met gokgedrag.’
In Nederland zouden volgens gegevens uit de geestelijke gezondheidszorg zo’n zeventigduizend mensen gokverslaafd zijn. Hoeveel Turken daarbij zijn, is niet bekend. Volgens gegevens van het Ladis (Landelijk Alcohol en Drugs Informatiesysteem) hebben Turken, als het om verslaving gaat, bovengemiddelde problemen met gokken.
Gezinsproblemen
Volgens Toon de Vos, beleidsmedewerker verslavingszorg bij GGZ Nederland, heeft de gokverslaving veel te maken met de migratie van de Turk. ‘Het komt vaak voor bij mensen die tussen twee culturen leven. Aan de ene kant de verlokkingen van het westen, aan de andere kant de traditionele waarden, dat geeft een conflict. Als je in een verslaving duikt, hoef je geen keuzes meer te maken. Het enige waar je je dan druk over hoeft te maken, is die verslaving.’ Volgens De Vos komt gokverslaving relatief veel voor in culturen waar geld een belangrijke positieve waarde heeft, zoals bij de Chinezen. Turken zijn op dat gebied met hen vergelijkbaar.
Ahmet ziet ook dat gokverslaving veel voorkomt bij allochtonen. Zijn vader was ook een gokker, een migrant van de eerste generatie met weinig hobby’s. Ahmet groeide op in Turkije terwijl zijn vader in Nederland woonde. Van een echte vader-zoon relatie was geen sprake. Wat zijn vader precies bewoog om te gaan gokken, weet Ahmet niet. ‘Het was niet zo erg dat mijn vader al zijn geld vergokte, zodat we geen eten meer hadden. Maar er werd over gepraat. Mijn moeder had niet veel te vertellen. Mijn vader kon doen wat hij wilde.’ Als de man in het gezin verslaafd is aan het spel leidt dit onherroepelijk tot schulden en spanningen, weet Ahmet uit ervaring.
De gezinnen van Turkse gokkers hebben veel te lijden van het gedrag van de man. Cultureel werker Mohammed meent dat kinderen met probleemgedrag vaak een vader hebben die gokt. ‘Mannen maken schulden, ze lenen geld bij vrienden en kennissen met een smoesje, bijvoorbeeld voor een ziek familielid in Turkije. Als een vrouw dat hoort, begint de ruzie. Dat heeft gevolgen voor de kinderen. Als er geen geld meer is voor eten of zakgeld en zelfs de kinderbijslag wordt vergokt, dan raakt de relatie verstoord.’ Kinderen uit die gezinnen zijn extra kwetsbaar.
Relatieproblemen kunnen ook de oorzaak zijn van de verslaving. Mohammed: ‘Mensen met een slecht huwelijk gaan hun vermaak buitenshuis zoeken en komen zo eerder in aanraking met gokken.’ Turkse mannen die naar Nederland komen om te trouwen, lopen volgens Mohammed ook risico. Ze hebben een bepaald beeld van Nederland, ze dromen van geld en een mooie auto. Als het dan niet klikt met de partner, gaat iemand zijn eigen weg zoeken. De stap naar gokken is dan niet zo groot.
Volgens Mohammed gaat het om een zeer ernstige problematiek, omdat ook criminelen belang bij het gokken hebben. Ze beheren illegale gokgelegenheden, proberen mensen tot gokken aan te zetten en lenen geld uit tegen woekerrente. Niet tijdig terugbetalen, levert bedreigingen en intimidatie op, weet Mohammed. Soms worden mensen gedwongen illegale diensten te verrichten. ‘Zij zijn de slaven van de criminelen.’
Schaamte
Melissa van Loon behandelt mensen met een gokverslaving bij DeltaBouman, een instelling voor psychiatrische hulpverlening in Rotterdam, die ook verslavingszorg biedt. Er zijn ook Turken onder haar patiënten. Voor een deel komen ze vrijwillig, anderen werden verplicht om in behandeling te gaan vanwege een schuldsanering. De hulpverleenster merkt dat het voor gokkers een grote stap is om hulp te zoeken, waardoor maar een klein deel van de Turkse verslaafden wordt bereikt.
Van Loon: ‘Voor Turkse mannen – vrouwen zie ik nooit – is de drempel hoog. En als ze komen, vragen ze vaak om praktische hulp. Het is moeilijk voor hen om toe te geven dat er een probleem is. Ze schamen zich, ervaren het als eerverlies.’ Volgens de hulpverleenster bemoeilijkt de taal de hulpverlening, met name bij de eerste generatie. Dat maakt het extra lastig om vat te krijgen op de problemen. Er is veel weerstand om open te praten, men wil de vuile was liever niet buiten hangen. Wanneer Van Loon vraagt naar het gezin of de partner krijgt ze vaak als antwoord: ‘Wat heeft dat nou met het gokken te maken?’
Ze schat dat een derde tot een kwart van de mensen die bij haar komen, gokt in het illegale circuit. Er is veel angst, men is huiverig om juridisch advies in te winnen, aangifte bij bedreiging wordt zelden gedaan. De spanning en stress die dit met zich meebrengt is weer een reden om te gaan gokken. Van Loon: ‘Als iemand van het gokken af is, maar de spanningsbron is niet verdwenen, dan blijft het risico bestaan dat hij terugvalt in de verslaving.’
Cultureel werker Mohammed meent dat Turken geen hulp zoeken omdat ze de verantwoordelijkheid voor hun daden ontkennen. ‘Veel gokkers doen alsof het hen overkomt. Ze verzinnen een smoes: ik heb slecht nieuws gekregen, ik deed het uit verveling. Als je jezelf niet verantwoordelijk voelt, zoek je ook geen hulp.’ Van Loon kan dat beamen. Het belemmert ook de therapie zegt ze: ‘het ontkennen van de eigen verantwoordelijkheid botst met onze opvatting, we willen juist mensen die verantwoordelijkheid in laten zien.’ Ze wil haar patiënten inzicht geven in het gokgedrag en hen leren anders met spanning om te gaan. Bij Turken lukt dit niet altijd. De therapie is soms meer praktisch gericht en daardoor oppervlakkiger, zegt ze. ‘Door hun geslotenheid en weerstand is het voor hen moeilijker om uit hun verslaving te geraken’.
‘Gokken is leuk….maar maak het niet al te bar,’ is de titel van een voorlichtingsfolder die bij de ingang van sommige casino’s ligt. ‘Bepaal van tevoren hoeveel geld je wilt verspelen,’ is één van de adviezen die probleemspelers krijgen. Als het ondanks die adviezen niet lukt om het gokken te beheersen, bestaat de mogelijkheid om een vrijwillig toegangsverbod voor het casino te vragen. Daar wordt volgens een medewerkster regelmatig om gevraagd, ook door Turken. Voor hen zijn de folders in het Turks verkrijgbaar. De meeste Turkse gokverslaafden proberen van hun probleem af te komen met dit soort tips en de hulp van vrienden en kennissen. Ook hierin zijn ze vergelijkbaar met de Chinezen, die vrijwel nooit bij de verslavingszorg aankloppen. Zo is het Ahmet ook gelukt om zijn verslaving de baas te worden. ‘Je moet zelf willen,’ zegt hij, ‘en je hebt mensen nodig waar je op terug kunt vallen, maar het duurt jaren’. Definitief gestopt is hij niet, een paar keer per jaar gaat hij met vijfhonderd euro naar het casino. Hij kent zijn grenzen nu, zegt hij.
De namen van de Turkse mannen in dit artikel zijn om privacyredenen gefingeerd.