‘De professionele begeleiding die wij aan gehandicapte cliënten bieden, is voor hen een life line,’ betoogt Greet Prins. ‘Deze mensen hebben structuur nodig in hun leven. Hun huishouden en administratie moet op orde zijn om te kunnen functioneren in de maatschappij. Willen we mensen met een verstandelijke beperking een kans geven op arbeid, dan moeten wij ze toerusten en begeleiden naar de arbeidsmarkt. Dat kun je niet aan de willekeur en de politieke kleur van een gemeentebestuur overlaten.’
Onroerend goed
Bijna twee jaar geleden is ze bij Philadelphia Zorg binnengehaald als voorzitter van de raad van bestuur om het concern te redden dat circa 18 miljoen euro verlies maakte. Greet Prins staat nu aan de top van een gereorganiseerde organisatie met ‘zwarte cijfers’. Alle onroerend goed dat ‘niet direct met zorg heeft te maken’ is of wordt afgestoten. In de structuur is gesneden: er is een managementlaag uitgehaald.
Philadelphia Zorg werkt vanuit een christelijke visie en begeleidt zo’n 8000 cliënten met een verstandelijke beperking. Daar heeft het concern zo’n 8200 medewerkers voor in dienst. De op een na grootste zorgaanbieder in de gehandicaptenzorg heeft 800 locaties in het hele land.
Thuiszorgtoestanden
Prins is meer dan kritisch over de overheveling van de begeleiding van gehandicapten naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die door afzonderlijke gemeenten wordt uitgevoerd. Ze vreest ‘thuiszorgtoestanden’, refererend aan de problemen die de overgang van de huishoudelijke zorg naar de Wmo, drie jaar geleden, teweegbracht. Faillissement dreigde voor veel zorgorganisaties doordat ze – om te kunnen concurreren – de zorg onder de kostprijs aanbesteedden bij gemeenten. Bureaucratie woekerde vanwege de aanbestedingsvoorstellen die zorgorganisaties per gemeente moesten neerleggen. Cliënten kregen via de gemeenten vaak verkeerde indicaties en kwamen zonder of met onvoldoende hulp te zitten.
‘De begeleiding van mensen met een verstandelijke handicap komt in knel’, voorspelt Prins. ‘Als de zorg voor onze cliënten wordt overgeheveld naar gemeenten, moeten wij in 220 gemeenten meespelen in het aanbestedingspel. De organisatie van de begeleiding zal veel meer geld kosten. Daar komt bij dat gemeenten niet de kennis en de professionaliteit hebben om de noodzaak van begeleiding goed in te schatten. Mensen met een verstandelijke handicap doen zich vaak beter voor dan ze zijn. Zij gebruiken dezelfde woorden en taal als wij, maar overzien niet altijd de betekenis en consequenties ervan. Daar moet je als professional mee om weten te gaan, anders kun je niet goed indiceren. Ik zie die deskundigheid niet bij gemeenten.’
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nr 2, februari 2011.
Ze heeft hè-le-maal gelijk!
Greet Prins, ook mee geweest met het peperdure snoepreis ’topbestuurders uit de zorg’ in Zwitserand, op kosten van de AWBZ??? (Volkskrant 18 feb). Jammer. Als je de tent (Philadelphia) blijkbaar op het droge krijgt, blijf dan ook daarna het goede voorrbeeld geven naar maatschappij en mewdewerrkers/cliënten van Phiadelphia.
Onzin wat Prins beweert. Clienten komen vooral in de knel door megalogge zorginsellingen zoals Philadelphia. Prins zou afstand moeten nemen van Elco Brinkman die samen met Frits Brink miljoenen zorggeld verkwanselde aan niet relevant onroerend goed. En wat doet Prins? Zij krijgt een extra erebaantje als opvolger van Brinkman bij Ictiz. Kortom, ook oude jongens krentenbroodgedrag net als haar voorgangers.
Greet Prins heeft wel een punt denk ik w.b.t. aanbestedingstoestanden. Z’n chaos moeten we met z’n allen niet willen. Echter, het uitgangspunt van het beleid om de OB naar de WMO over te hevelen moet wel overeind blijven nl. de behoeftepeiling en het organiseren van de zorg zo dicht mogelijk bij de burger/zorgvrager brengen. De overheveling van de huishoudelijke zorg naar de gemeenten heeft na aanloopproblemen uiteidelijk een besparing opgeleverd en zeker geen minder tevreden cliënten. Gemeenten zijn instaat gebleken dit soort klussen goed aan te kunnen!