Het is al november, maar in de bloembakken op de
stoepen en aan de huizen van de Rotterdamse Opzoomerstraat bloeien nog steeds
rode geraniums. In de geveltuinen groeien coniferen en hortensia’s. Midden in de
straat is de Opzoomerkamer, recht tegenover het huis van Hooymayers. Delegaties
uit binnen- en buitenland komen er op bezoek om van de nestor van de buurtaanpak
te horen hoe ze van onderop de leefbaarheid van straten en pleinen kunnen
bevorderen.
Een paar deuren verder is de Opzoomerstalling voor de fietsen. ’s Avonds is
de straat goed verlicht dankzij de matglazen lampen die via de bovenlichten ook
de trappen van de huizen verlichten. Intussen branden er in Rotterdam zo’n
10.000 ‘opzoomerbollen’, alle belangeloos geleverd door Hooymayers, die daarvoor
bij een fabriek in Gorcum een bodemprijs wist te bedingen. Gevolg is dat het
aantal auto-inbraken in de Opzoomerstraat nog maar een fractie is van de plaag
waartegen de buurtbewoners tien jaar geleden in opstand kwamen. Met zijn zoon
runt de inmiddels 71-jarige Hooymayers een heraldische industrie met klanten
over de hele wereld. ’s Morgens om zeven uur vertrekt hij naar zijn fabriek in
Vlaardingen, nadat hij eerst de injectiespuiten uit de bloembakken heeft
verwijderd. Bovendien kijkt hij elke dag of alleenwonende ouderen in de buurt
het goed maken. Als er in een woning gedeald wordt, weet hij daar ‘dankzij
connecties met de politie’ binnen vier of vijf dagen een eind aan te maken. En
wie in zijn nabijheid een leeg blikje of een prop papier op straat gooit, kan
erop rekenen dat Hooymayers hem daarop aanspreekt.
Opzoomeren is een begrip in Nederland en het werkwoord staat
inmiddels in de Van Dale. Bent u trots?‘We zijn er trots op
dat het opzoomeren zo aanslaat. Op 14 oktober 1989 is het allemaal begonnen. Er
was een vergadering bij de Actiegroep Het Nieuwe Westen over de verpaupering in
de buurt. Zelf bemoeide ik me tot die tijd nergens mee. Ik kende mijn eigen
buren niet, want ik was dag en nacht aan het werk. Mijn zoon en ik gingen naar
die vergadering en de mensen waren verschrikkelijk boos. Het was enorm rumoerig,
er werd gevloekt en gescholden. Want de straten vervuilden en de huizen werden
niet goed meer onderhouden en gingen verkrotten. Veel behoorlijke mensen
verhuisden en zelf hadden wij ook al plannen om weg te gaan. Het ging er zo
tekeer dat de vergadering werd geschorst. Bij de tweede bijeenkomst liepen de
emoties nog hoger op. Toen stonden mijn zoon en ik op en we zeiden: “Wij willen
allemaal een schone straat. Wat let ons eerst eens onze eigen stoepen schoon te
vegen?” Eerst kwamen er bezwaren: ze hadden geen bezems en daar was toch de
Roteb voor? Uiteindelijk spraken we af dat we met zijn allen op een
donderdagavond zouden gaan vegen. Bij de Makro heb ik een hele bos bezems
gekocht en iedereen er een gegeven. Zo is het opzoomeren begonnen. Later kwamen
de opzoomerbollen en de bloembakken. Er zijn twee buitenkranen en een paar
bewoners geven al die bloemen en planten water. En we hebben ook de
Opzoomerstalling en deze Opzoomerkamer.’
Is dit een soort buurthuis?‘Dat kun je wel
zeggen ja. Elke week is hier een koffie-ochtend, een klaverjasavond en een
bingo-avond. Af en toe zijn er ook sjoelcompetities. Kinderen kunnen hier
video’s kijken. En er komen regelmatig groepen mensen uit binnen- en buitenland
die willen weten wat het opzoomeren allemaal inhoudt. Maar we doen het allemaal
zelf. We krijgen wel eens wat van de gemeente voor de aanschaf van een
videorecorder of meubilair, maar verder betalen we de huur en de activiteiten
uit opbrengsten van de koffie en de frisdrank. En sommige bewoners doen wel eens
wat geld in het potje. De gemeente denkt: in die Opzoomerstraat gaat het prima
zo. Maar wat wel raar is: officieel is dit een bedrijfspand. Daarom moeten we
extra vuilrechten betalen. Terwijl we zelf de hele buurt schoonhouden!’
De Opzoomerstraat deed dit jaar niet mee met het opzoomeren.
Waarom niet?‘Rotterdam heeft nu het Bureau Opzoomer Mee. Daar
werken allemaal duur betaalde welzijnswerkers. Die gaan dan naar een straat of
plein en zeggen tegen de bewoners: als je dat en dat doet, krijgen jullie
duizend gulden. Doe je dat niet, dan krijg je niets! Wat ze ook deden is een
aantal oudere mensen vragen of die een plein konden opknappen. Dan konden ze
daarvoor een bepaalde vergoeding krijgen. Die mensen woonden niet eens aan dat
plein! En ze hebben geprobeerd mensen bij ons weg te trekken. Daar erger ik me
aan. Dus hebben wij gedacht: wij gaan zelf verder. Zij hebben overigens gezegd
dat we toch nog wel wat geld krijgen.’
Hoe ziet een goede samenwerking tussen welzijnswerkers en
bewoners eruit?‘Welzijnswerkers moeten naar de bewoners gaan
en vragen wat volgens hen de problemen zijn, wat zij daar al aan doen en wat er
nog meer voor oplossingen mogelijk zijn. Eerst eens goed naar de mensen
luisteren! In elke buurt en in elke straat zitten ijzervreters die flink de
handen uit de mouwen willen steken. Die moet je zien te vinden en in te
schakelen.’
En de opbouwwerkers van Het Nieuwe
Westen?‘Die werken als paarden. Maar voorheen hadden ze veel
meer zeggenschap. Nu moet alles via de deelgemeente Delfshaven. Eerst hadden we
een preventiewerker uit de banenpool, die inbraakstrippen aanbracht en kapotte
buitenlampen repareerde. Hij werkte vanuit de Actiegroep Het Nieuwe Westen en
dat liep als een straal. Nu hebben ze hem naar de deelgemeente gehaald, maar dat
loopt voor geen stuiver. Er zijn straten waar ik-weet-niet-hoeveel lampen kapot
zijn, maar ze worden gewoon niet gemaakt. Dan ben je niet aan het opzoomeren,
dan ben je aan het afzoomeren. We hadden ook iemand van de gemeente, Ed, die met
een maatje de buurt rond ging. Die jongens hadden er altijd ontzettend veel zin
in. Als er ergens een paar tegels of straatstenen weg waren of niet goed lagen,
deed je een briefje in zijn bakje bij de Actiegroep en ’s avonds was het weer
gemaakt. Ook dat moet nu allemaal via de deelgemeente en dat duurt veel langer.
Echt ambtenaarachtig. Elke maand is er een vergadering bij de Actiegroep en daar
kun je dan een klacht over de bestrating deponeren. Soms is zo’n klacht na vier
vergaderingen nog steeds niet verholpen. Alles moet over zoveel schijven. Sinds
de Roteb geprivatiseerd is, loopt dat ook voor geen meter meer. De prullenbakjes
zijn al drie weken niet meer geleegd, dus gooien mensen blikjes op straat. En
dan kunnen we het zelf allemaal weer opruimen.’
Los van Bureau Opzoomer Mee gaan jullie zelf verder. Wat wilt
nog bereiken?‘Een park op een binnenterrein hierachter met een
tennisbaan, een speeltuin voor kinderen en een ontmoetingsplek voor ouderen. En
een pomp in de Schie, zodat we voor het schoonmaken van de straten geen kostbaar
drinkwater hoeven te verspillen.’/Kees Neefjes