Herstructurering en differentiatie zijn de nieuwe mode
in de wereld van de volkshuisvesting. Anders dan in de periode van de
stadsvernieuwing proberen overheden in de jaren negentig zo goed mogelijk in te
spelen op de woonwensen van consumenten. Achterstandswijken willen zij upgraden
door er duurdere huur- en vooral koopwoningen te bouwen. Wijken met een
gedifferentieerd woningaanbod moeten een in sociaal opzicht gedifferentieerde
bevolkingssamenstelling krijgen of behouden. Op die manier hopen gemeenten het
gevaar van gettovorming af te wenden. Uit vrijwel alle beleidsstukken van de
landelijke en lokale overheden spreekt tevens de verwachting dat
herdifferentiatie de sociale cohesie bevordert. Door die hoop zetten de
onderzoekers Jan Willem Duyvendak, Lex Veldboer en Reinout Kleinhans onlangs een
flinke streep. In opdracht van het ministerie van VROM analyseerden zij 36
plannen die vorig jaar geld kregen uit de Tijdelijke Stimuleringsregeling
Herstructurering van de goedkope woningvoorraad. Daarnaast deden zij
veldonderzoek in drie buurten, waaronder de Gasseltestraat en omgeving in Den
Haag. Gemengd wonen leidt niet tot gemengd leven, is de conclusie die zij
trekken in hun rapport Integratie door differentiatie? . In de Gasseltestraat is
het aantal sociale contacten na de herstructurering zelfs afgenomen. De bewoners
van de nieuwe, dure woningen organiseren jaarlijks een straatfeest waar andere
buurtbewoners niet welkom zijn. En de bewoners van de oudere flats plaatsen
borden Verboden te voetballen op hun velden. Alleen hun eigen kinderen mogen er
een balletje trappen.
Bent u geschrokken van deze conclusies?‘Nee.
Iedereen die door een Nederlandse loopt, kan met eigen ogen zien dat de
traditionele buurt, waar iedereen bij elkaar op de koffie gaat, niet meer
bestaat. De onderzoekers gaan nog uit van de wijkgedachte, die al lang ter ziele
is. Ze suggereren dat je met een bloembak en een opbouwwerker de mensen aan hun
wijk kunt binden, maar dat is een illusie. In de concrete Haagse case hebben ze
gelijk dat de leefstijlen van de oude en nieuwe bewoners botsen. Op een
binnenterrein tussen de oude en nieuwe woningen wordt nogal luidruchtig
gevoetbald. Daarom maken we een blokje verder een speelvoorziening voor kinderen
die tegelijkertijd een hangplek zal zijn voor jongeren. Maar dat er twee groepen
met de rug naar elkaar toe staan, is een geforceerde conclusie. Anoniem wonen
komt niet alleen voor in de Gasseltestraat, maar ook in wijken waar geen
duurdere woningen zijn neergezet. Om dit soort conclusies te trekken hoef je
geen universitair onderzoek te doen.’
De beleidsnota’s verwachten zonder uitzondering positieve
sociale effecten van herstructurering. U ook? ‘Ik heb nooit
verwacht dat iedereen in de Gasseltestraat met elkaar zou gaan barbecuen. De
bewoners van de nieuwe woningen in de Gasseltestraat zijn voor 80 procent
gerecruteerd uit de wijk. Dat geldt ook voor andere herstructureringsprojecten
in Den Haag. Uit de stadsvernieuwing hebben we een belangrijke les geleerd.
Bewoners die de kaders vormden van bewonersorganisaties en het verenigingsleven
grepen toen de kans om zich elders in Den Haag of in een andere gemeente te
vestigen. Met de differentiatie geven we mensen de kans een grotere of luxere
woning in hun eigen buurt te huren of te kopen. Sociale stijgers kunnen zo in de
buurt blijven. Op een hoger schaalniveau hadden de onderzoekers kunnen zien dat
familieverbanden en sociale netwerken in de wijk dankzij herstructurering juist
in stand blijven. Nu voorkomen we dat de kinderen en kleinkinderen in het Groene
Hart in een twee-onder-één-kappertje gaan wonen en oma alleen in de wijk
achterblijft en verkommert. Het onderzoek heeft geen oog voor het
consumentengedrag van bewoners en het effect daarvan op sociale netwerken. Als
je de woningvoorraad niet herstructureert, verhuizen de stijgers naar andere
wijken. En deze selectieve migratie leidt tot een afname van de leefbaarheid,
waardoor steeds meer bewoners de pest krijgen aan hun eigen leefomgeving en de
sociale cohesie afneemt.’
De onderzoekers constateren dat steden met differentiatie
aanvankelijk rijkere bewoners van elders de wijk in wilden lokken, terwijl ze
zich nu steeds meer op de wijkbewoners richten. ‘Wij hebben
ons altijd in de eerste plaats op de bewoners van de wijk zelf gericht. Ik ben
het met Duyvendak eens dat re-urbanisatie een mythe is, mensen die naar de
randgemeenten vertrokken zijn, keren niet terug naar de stad. Politiek gesproken
vind ik het onwenselijk als oorspronkelijke wijkbewoners verdrongen worden door
koopkrachtiger groepen van elders. Van dat beleid is VROM de krachtigste
bepleiter, maar ik ken geen wethouder die op die manier met herstructurering
bezig is.
Toch verzetten de bewoners van de Gasseltestraat zich tegen
herstructurering. En de inwoners van Duindorp zeggen dat ze niet willen wijken
voor de rijken. Is steun van de bevolking geen voorwaarde voor een geslaagde
herstructurering?‘Zeker. Daarom zoek ik naar zoveel mogelijk
draagvlak in de wijken. In een aantal wijken lukt dat behoorlijk. In Spoorwijk
bijvoorbeeld, waar we net als in Duindorp zo n 1100 woningen gaan slopen,
gebeurt dat in heel fatsoenlijk overleg en in overeenstemming met het
bewonerskader in de wijk. Soms is die consensus er niet, zoals in de
Gasseltestraat en in Duindorp. Maar ik kan de Duindorpers met voorbeelden laten
zien dat de buurt juist een soort doorgangshuis wordt als we niet ingrijpen. En
het bouwplan is zodanig opgezet en gefaseerd dat bouwen voor de buurt een
cruciale randvoorwaarde is. Overigens is lang niet iedereen daar tegen onze
plannen.’
Treft u naast herstructurering nog andere fysieke maatregelen
om sociale cohesie in buurten te versterken?‘In de eerste
plaats verbeteringen in de openbare ruimte. Samen met het buurtkader hebben we
in de Schilderswijk het Vermeerpark grondig opgeknapt, zodat het een centraal
ontmoetingspunt in de wijk is geworden. Buurtbewoners met een Melkert-baan
zorgen voor het beheer. Zowel het proces als het resultaat bevorderen de sociale
samenhang. Deze aanpak passen we in meer wijken toe. Daarnaast proberen we het
voor ouderen mogelijk te maken in hun wijk te blijven wonen door aangepaste
woningen met liften te realiseren en goede woon-zorg-complexen te bouwen. Dan
gaat het om een combinatie van fysieke ingrepen met het organiseren van goede
zorg- en dienstverlening. Tenslotte proberen we de winkelstructuur op orde te
brengen, zodat elke wijk ook in dat opzicht voldoende voorzieningen
houdt.’
En het bouwen van Brede Scholen en andere multifunctionele
gebouwen?‘Brede Scholen zijn prima omdat ze hun blik op de
wijk richten en combinaties met welzijnswerk, kinderopvang en andere
voorzieningen mogelijk maken. Maar andere steden zijn daar verder mee en daarom
zwijg ik er maar bescheiden over.’/Kees Neefjes