De berichten in de media over overlast van hangouderen zijn overdreven, concludeert MOVISIE. Naar schatting telt Nederland 70.000 tot 90.000 hangouderen.
Oude Pekela
In 2005 deed het fenomeen hangouderen voor het eerst van zich spreken toen de gemeente Oude Pekela een samenscholingsverbod voor senioren instelde. Zij veroorzaakten overlast in een overdekt winkelcentrum. Uiteindelijk werd een speciale plek voor hen ingericht. Uit onderzoek van
Motivaction bleek in dat jaar dat bijna eenderde van de ondervraagden in een enquête zei zich te ergeren aan samenscholende ouderen.
Overlast
De overlast bestaat uit luidruchtigheid, omdat ouderen onderling met veel volume praten. Daarnaast voelen voorbijgangers zich soms beledigd. Sommige senioren maken suggestieve (soms seksistische) opmerkingen naar (meestal vrouwelijke) voorbijgangers. Belemmering van de doorgangen in winkelcentra wordt ook als overlastgevende factor beschouwd. Looprekken en rollators blokkeren winkels en horecagelegenheden. Ouderen eigenen zich bepaalde plekken toe en houden deze langdurig bezet. Daarnaast ondervinden winkeliers imagoschade door hun aanwezigheid.
Toegevoegde waarde
Volgens het onderzoek bieden hangouderen juist een toegevoegde waarde aan het straatbeeld. Gezelligheid, humor, afleiding, onderlinge support, het maken van een praatje en de structuur in hun dag zijn volgens het onderzoek de drijfveren om samen te komen. De meeste hangouderen zijn mannen van Nederlandse afkomst en in de leeftijd van 60 tot 80 jaar.
Hangen
Op straat hangen groeit aan populariteit. Op zonnige dagen is een groepsgrootte van tien tot twintig ouderen geen uitzondering meer. Mogelijk neemt daardoor volgens het onderzoek in de toekomst de kans op spanningen en conflicten toe, maar daar is op dit moment nog niets van te merken. De hangsenioren doen zelf ook het nodige om geen overlast te veroorzaken. Zo blijken er ‘sterke interne groepscodes’ te zijn: ze nuttigen geen alcohol en roepen voorbijgangers niet na. Overtredingen komen volgens het kennisinstituut voor, ‘maar de ouderen beschikken over voldoende zelfregulerend vermogen om hun omgeving niet tot last te zijn.’
Aanleiding
Aaleiding voor het rondhangen is de behoefte aan zingeving, sociale contacten, maatschappelijke participatie en tijdsbesteding. De groei van het aantal hangouderen in openbare ruimtes roept dan ook vragen op rond het aanbod van lokale welzijnsvoorzieningen. In 2006 klaagden ouderen over het gebrek aan ontmoetingsmogelijkheden in buurthuizen. Overigens zijn sommigen ontevreden over de omgeving van hun ‘openluchtsociëteit’. Zij zijn niet te spreken over de slechte toegankelijkheid van de openbare ruimte door hoge drempels, losliggende stoeptegels en reclamemateriaal van middenstanders.
‘Hang-ouds’
Het Nationaal Fonds Ouderenhulp stelt voor om speciale bankjes voor hangouderen te plaatsen, de zogenoemde ‘hang-ouds’. Maar aangezien er tot op heden nog geen gedegen analyse is gemaakt van het fenomeen hangouderen, is ook niet duidelijk wat de best oplossingen zijn. Deze wordt volgens het onderzoeksrapport dus vooralsnog, net als bij hangjongeren, gezocht in handhaving en repressie. (Bron: ANP en MOVISIE)