Deze week werd de comfortroom officieel in gebruik genomen bij dagbesteding De Fabriek in Maasbree. En dat is geen toeval, want De Fabriek is een leerwerkplek die in het teken staat van leren, werken en innoveren. Studenten van Zuyd Hogeschool, Fontys Hogescholen en ROC Gilde lopen hier regelmatig rond voor een project of onderzoeksvraag. De comfortroom is ontwikkeld binnen het project Innovatie van Zorgopleidingen en Zorg (IZO), een samenwerkingsverband tussen opleiders, werkgevers, bedrijfsleven en overheid, gericht op het vinden van oplossingen voor zorgvragen uit de praktijk met betrekking tot de regio Midden Limburg.
Vergrijzing en ontgroening
En dat zijn er nogal wat, want het buitengebied vergrijst en ontgroent. Als gevolg van deze demografische ontwikkeling heeft de regio een verscheidenheid aan problemen op het gebied van zorg en welzijn. Project IZO wil bijdragen aan oplossingen. Daarnaast ijveren Fontys Hogescholen en Zuyd Hogeschool voor een nieuwe bacheloropleiding in Venlo: een brede opleiding die toekomstbestendige zorgprofessionals wil opleiden én behouden voor Limburg. Projectleider Joke Manders: ‘Nu is hier in de buurt geen hbo-opleiding voor zorgprofessionals. Studenten vertrekken en zien we niet meer terug. Een nieuwe opleiding zou die spiraal kunnen doorbreken.’
Samen doorontwikkelen
Of deze nieuwe opleiding nou wel of niet van start gaat, maakt geen verschil voor het werkplek-leren bij De Fabriek in Maasbree. De komende tijd hebben zorgprofessionals, studenten en het bedrijfsleven hier de gezamenlijke taak om de mogelijkheden van de comfortroom optimaal te gaan benutten en doorontwikkelen. Uiteraard sámen met de ouderen met dementie en hun mantelzorgers.
Steeds meer mensen met dementie
Bij De Fabriek nemen dagelijks zo’n twintig tot dertig gasten tussen de 55 en 90 jaar deel aan dagbesteding. Afgelopen jaren zagen ze bij De Fabriek het aantal gasten met dementie steeds toenemen. En om goed met die veranderende doelgroep om te gaan moest de werkwijze worden aangepast. ‘We merkten dat de activiteiten in een grotere groep – zoals schilderen, mozaïeken of bloemschikken – voor te veel prikkels zorgen bij mensen met dementie’, vertelt initiatiefneemster Loes Broekmans. ‘Het aanbod van activiteiten in kleine groepjes werkt een stuk beter voor deze mensen. We ontdekten dat het belangrijk is om de drukte van gezamenlijk koffiedrinken af te wisselen met prikkelarme momenten en rust.’ Hiervoor werd afgelopen weken al regelmatig gebruik gemaakt van de comfortroom, vertelt Broekmans. Haar indruk is dat de comfortroom enorm goed aansluit bij de behoeften van de ouderen met dementie. ‘In het bedieningsgemak moeten we nog wel een beetje onze weg vinden’, aldus Broekmans. ‘Door trial and error komen we erachter wat wel en niet werkt.’
Eigen wensen
In de kleine, behaaglijke huiskamer staan twee gemakkelijke fauteuils voor een dressoir met laden. Boven het dressoir hangt een groot beeldscherm dat verbonden is met een kleiner touchscreen aan de wand boven de ‘eetkamertafel’. Via het touchscreen kunnen gepersonaliseerde, versleutelde ‘levensboeken’ worden geactiveerd die vervolgens op het grote beeldscherm te zien zijn. Via het touchscreen zijn ook andere voorkeuren aan te geven, zoals geur en verlichting. Wil je daglicht, of gesloten gordijnen met juist meer sfeerverlichting? Wil je de typische eau de cologne nr. 4711 of de bekende geur van lavendel? In de comfortroom kan de sfeer zo ingesteld worden dat hij zoveel mogelijk tegemoetkomt aan de wensen van de gebruiker, of liever: aan dat wat de oudere met dementie ooit prettig vond. Daarvoor dienen ook de laden in het dressoir waarin de ouderen een aantal persoonlijke spullen kunnen opbergen.
Herinneringen die ertoe doen
Het is de bedoeling dat mantelzorgers en zorgprofessionals foto’s, film en muziek als input voor de digitale levensboeken gaan leveren. ‘En dat is een heel proces, want je moet kunnen achterhalen wat écht belangrijk is geweest voor je vader, moeder of partner met dementie’, aldus Jessica Hohenschon van Rememberz, het bedrijf achter de comfortroom. ‘Om juist die herinneringen op te halen die ertoe doen, is een hele uitdaging. Zeker in een verder gevorderd stadium van dementie. Het is goed is om hier zoveel mogelijk familieleden bij te betrekken. Als je bijvoorbeeld samen een fotoboek doorbladert, dan kan je de (klein)kinderen vragen om digitale foto’s te maken en op en stickje te zetten. Zo krijgen zij ook een rol. Dat vergroot de betrokkenheid.’ Hohenschon ziet tevens een rol voor studenten weggelegd. ‘Zij zouden mantelzorgers in een vroeg stadium kunnen enthousiasmeren om herinneringen op te halen. Sommigen zien het nut daarvan niet in, terwijl die herinneringen in een vergevorderd stadium van dementie vaak een van de weinige mogelijkheden bieden om nog contact te kunnen maken.’