Door Ephraïm Patty – In de Sociale Index zijn de 64 Rotterdamse wijken getest op criteria als opleidingsniveau, leefomgeving en sociale binding in de buurt. Ook i de participatie van de bewoners onderzocht op het gebied van werk, school en sociaal-culturele activiteiten als sport of vrijwilligerswerk.
Hiermee wil de gemeente kijken welke wijken er goed of slecht voor staan. Ook wil ze met de monitor vaststellen wat de sterke en zwakke punten in een bepaald woongebied zijn.
Impuls
Volgens Orhan Kaya, wethouder van Participatie en Cultuur, is de sociale kwaliteit is een ingewikkeld begrip dat niet zo makkelijk te meten is. ‘Die kwaliteit wordt bepaald door verschillende aspecten. Het stadsbestuur en de deelgemeentebesturen kunnen deze verschillende aspecten dankzij de Sociale Index benoemen, meten en blijven volgen. De informatie van de Sociale Index geeft dus een extra impuls aan gebiedsgericht werken.’
Onderbouwing
Volgens Kaya wist de gemeente wel waar de problemen voor verschillende deelgemeenten en wijken lagen. Met de Sociale Index wordt daar nu een degelijke gedetailleerde onderbouwing aan toegevoegd. ‘Wat betreft mijn portefeuille, daarin stadsburgerschap neemt een belangrijke plek in. De zeven wijken die het minst scoren liggen allemaal in Charlois en Feijenoord. Juist in deze deelgemeenten vind je de meeste locaties voor inburgeringscursussen en daar zetten we fors op in. Niet alleen qua aanbod, ook wat betreft de werving. Daar gaan we de komende tijd zeker mee door.’
Openbaring
‘Het is leuk om iets over je stad te lezen en er staan mooie plaatjes in die Sociale Index, maar het is nu niet bepaald een openbaring’, zegt raadslid Josine Strörmann, bij de SP Rotterdam belast met de portefeuille Maatschappelijke ondersteuning, Volksgezondheid en Participatie. Haar partij had zelf niet echt behoefte aan zo’n Sociale Index. ‘Natuurlijk is het goed dat ze er naar kijken. Maar de uitkomst ervan was ons al bekend.’
Praten
‘De SP gaat geregeld de wijken in om met buurtbewoners en welzijnswerkers te praten en dan hoor je precies wat er allemaal speelt. E r moet niet geld worden besteed aan onderzoeken die armoede aanwijzen, maar er moet geld komen om de armoede te bestrijden.’
Actueel
Strörmann denkt dat er op de lange termijn weinig met de Sociale Index gedaan kan worden. ‘De cijfers die erin vermeld worden, kunnen namelijk over een half jaar alweer anders zijn. Omstandigheden veranderen, mensen verhuizen. Sommige buurten hebben zelfs een doorloop van een half jaar per woning. Het heeft anderhalf jaar geduurd voor de uitkomst er was en er is heel veel geld ingestoken, maar het is nog maar de vraag hoe lang de cijfers actueel blijven.’