‘We kunnen stellen dat herhaling de hersenen vormt. De positieve kracht van herhaling zou daarom veel meer benut moeten worden bij de behandeling van mensen met bijvoorbeeld een dwangstoornis of de ziekte van Parkinson, door intensiever specifieke functies te trainen.’
Gedragspatronen
Om haar theorie toe te lichten, neemt Van den Heuvel een dwangstoornis als voorbeeld. ‘Een dwangstoornis gaat gepaard met alsmaar terugkerende gedachten en zich herhalende rituelen. De symptomen ontstaan vaak vroeg in het leven en ontwikkelen zich meestal tot hardnekkige gedragspatronen die inslijten in het leven. Dit inslijten gebeurt ook op het niveau van de hersenen. De eindeloze herhaling in gedrag leidt tot veranderingen in de hersencircuits die betrokken zijn bij het gedrag.’ Aan de andere kant gebeurt dit ook positief. Bijvoorbeeld als je veel oefent om een muziekinstrument goed te kunnen bespelen.
Al eerder werd bewezen dat herhaling belangrijk is bij mensen met Korsakov. Herhalende ritmes worden na verloop van tijd een houvast. Het is daarom belangrijk dat verschillende sociaal werkers in vergelijkbare situaties gelijk handelen. Lees meer >>
Parkinson
Maar hoe pas je positieve herhaling dan toe als een cliënt bijvoorbeeld Parkinson heeft? Om een vergelijking te maken verwijst Van den Heuvel naar sporters die deelnemen aan de Olympische Spelen. Zij laten zien wat het effect van intensief trainen kan zijn. ‘Diezelfde Olympische ambitie is nodig om de vaak chronische gedragspatronen bij psychiatrische ziekten te doorbreken, maar ook om te compenseren voor schade in de hersenen die ontstaat door neurologische ziekten, zoals de ziekte van Parkinson. Probeer daarom de natuurlijke compensatie, die in eerste instantie optreedt bij de veroudering van het denken bij Parkinson, te versterken door de communicatie binnen hersennetwerken spelenderwijs te verbeteren tijdens een speltraining. Ik verwacht dat zo de overgang naar de dementie die sommige patiënten met de ziekte van Parkinson ontwikkelen, uitgesteld kan worden.’
Hersenontwikkeling
Een artikel in The American Journal of Psychiatry bevestigt dat de theorie van Van den Heuvel kan werken. Uit een onderzoek dat in het stuk wordt omschreven, blijkt dat de hersenen van volwassenen met een dwangstoornis anders ontwikkelen dan die van mensen die geen stoornis hebben. Het centrum van de hersenen voor leren en geheugen, de hippocampus, is bij mensen met een dwangstoornis kleiner. Het deel van de hersenen dat belangrijk is voor de uitvoering van handelingen, het pallidum, juist groter. Vooral bij mensen die al sinds hun jeugd een darmstoornis hebben bleek de pallidum vergroot te zijn. Van den Heuvel: ‘Dit suggereert dat het grotere pallidum het resultaat is van jarenlang bestaande dwanghandelingen. De resultaten reflecteren het use-it-or-lose-it fenomeen: in de hersenen worden de cellen die onderdeel vormen van sterk actieve hersencircuits relatief beter behouden.’