Want hoe dan ook zullen de kosten toenemen. Dat is een realiteit. Het slechtste is daarbij op de relatief goedkoopste zorgvormen te bezuinigen. Dat veroorzaakt slechts verschuivingen naar duurdere vormen van zorg, omdat de zorgbehoefte er nu eenmaal wel echt is.
Jaren en jaren al praten we over de uit de hand lopende kosten voor de gezondheidszorg. Vanaf staatssecretaris Joop van der Reijden en eigenlijk al onder minister Til Gardeniers met de beroemde beddenreductie, tot op de dag van vandaag. Het gaat zelden over de zorg, het gaat meestal over de kosten. We zijn niet de enigen in de wereld die deze discussie voeren. Bijna overal wordt ze gevoerd, van arme landen tot rijke landen.
Enkele jaren geleden volgde ik een congres in Hongkong van de International Hospital Federation, waar gesproken werd over de meest geavanceerde behandelmethodes in ziekenhuizen en over de meest moderne ziekenhuisconcepten. Een paar dagen later volgde ik een congres van de World Health Organisation in Maleisië. Daar ging het over het verbeteren van hygiëne en voeding, waardoor wereldwijd gezien met betrekkelijk geringe financiële inspanningen voor honderden miljoenen mensen een veel grotere gezondheidswinst kon worden geboekt dan met nog meer geavanceerde operatietechnieken. Hoe hoger de gemiddelde leeftijd is, hoe meer inspanning – ook financieel – je moet doen om een in verhouding tot de kosten geringe verhoging van die leeftijd te bereiken. Hoge kosten tegen geringe vooruitgang. Maar in onze westerse wereld achten wij gezondheid en in het verlengde daarvan gezondheidszorg een zeer hoog goed. Gezondheid en geluk wensen wij toe en het wordt ons toegewenst. Het begrippenpaar is bijna synoniem geworden.
Hoogste goed
Naast de curatieve zorg is er de care voor de verzorging behoevende mensen. Ze bestaat uit zorg voor gehandicapte mensen, ouderen en mensen met een langdurige psychiatrische nood. Die groep is groot en wordt nog veel omvangrijker door de vergrijzing. Oud worden kunnen we niet genezen, gehandicapte mensen kunnen we niet verlossen van hun handicap. Ze behoeven zorg. Zonder zorg voor hen geen menswaardig leven. Die zorg is per definitie voornamelijk mensenwerk en dat mensenwerk is in toenemende mate verschoven naar professionals. En die zijn duur, zoals de loodgieter duur is en de leraar en de organisatiedeskundige. Arbeidskosten zijn hoog. Gezondheidszorg draait om mensen en is dus duur.
Nu is in Nederland iedereen tegen ziektekosten verzekerd, vrijwillig of verplicht. En voor de onverzekerbare risico’s middels de AWBZ, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De premie is deels nominaal en deels naar draagkracht. Solidariteit is altijd de basis van elk verzekeringsstelsel.
Waarom doen we dan zo moeilijk? Mensen achten gezondheid ongeveer het hoogste goed. Dus vooruit: de premies omhoog, net als bij de autoverzekeringen. Is er veel schade dan stijgt de premie. Er rijdt geen auto minder om, integendeel, het wagenpark stijgt explosief. Maar zo’n premieverhoging gaat niet zo eenvoudig in de zorg. De overheid bemoeit zich ermee, omdat ze die premies onderdeel heeft gemaakt van de collectieve lastendruk. Werknemers vragen compensatie bij sterk stijgende premies en toenemende werkgeverslasten en arbeidskosten zijn overheidszorgen. Worden ze te hoog dan hanteren we de rem.
Eigen schuld
Budgetkortingen en budgettaire kaders zijn derhalve begrippen die alle zorginstellingen al vele jaren kennen. Bewust te lage ramingen van de zorgkosten door de overheid waren jarenlang usance. Als je die methode langdurig hanteert, ontstaan er wachtlijsten en krijgen we te maken met kwaliteitsverlies in de care sectoren: meer werk door minder mensen. Als de wachtlijsten te lang worden en de kwaliteit te laag, accepteert de bevolking dat niet en begint de politiek geld bij te passen.
Totdat er weer enige rust is op dat front en de overheid, vaak mede door eigen schuld, weer geld te kort heeft. En dan begint het weer van voren af aan: de kaasschaaf hanteren met algemene budgetkortingen. Geen intelligente cyclus vanuit de zorg gezien, maar het is voor de overheid: “Grote stappen, gauw thuis”. Immers, het gaat de overheid dan niet vooral om de zorg maar om het verkleinen van hun tekorten. Budgetkortingen zijn dan snel en doeltreffend.
VWS kiest voor de komende jaren weer voor een deel deze methode: algemene budgetkortingen voor de instellingen en minder geld voor marktconforme salarissen. En dit terwijl er enkele jaren geleden een rapport is verschenen waarin werd becijferd dat er rond de 300 miljoen euro te verdienen zou zijn door de regelgeving in de zorg te vereenvoudigen. Die regelgeving komt van dezelfde overheid. We hebben totnogtoe geen adequate voorstellen gezien. Onbegrijpelijk dat besparingsmogelijkheden, die de patiëntenzorg ongemoeid laten, onbenut blijven.
De minister hanteert overigens internationale vergelijkingen en constateert dat Nederland weliswaar in OESO-verband in de pas loopt, maar uit de pas dreigt te gaan lopen. De minister vermeldt dat in die vergelijkingen de gehandicaptenzorg bij ons wel in die cijfers zit en in veel buitenlanden niet. Datzelfde geldt voor de kosten van het wonen. Dus dat nuanceert de cijfers nogal.
Goedkopere zorg
Dat wij als burgers wat meer moeten gaan betalen voor iets dat we zo geweldig belangrijk vinden, lijkt mij niet onredelijk. We zijn gemiddeld de afgelopen jaren immers substantieel rijker geworden. Mensen die het echt niet kunnen betalen moeten dan worden gecompenseerd.
Hoe dan ook: de vergrijzing blijft doorgaan, de behoefte aan zorg ook. Wat is de visie daarop? Deze mensen zullen er zijn. Dus de vraag is of dat percentage van het bruto binnenlands product wel zo heilig moet zijn. Want hoe dan ook zullen de kosten toenemen. Dat is een realiteit. Het slechtste is daarbij op de relatief goedkoopste zorgvormen te bezuinigen. Dat veroorzaakt slechts verschuivingen naar duurdere vormen van zorg, omdat de zorgbehoefte er nu eenmaal wel echt is. Bij veel arme landen zijn systemen in ontwikkeling waarvan we op dit punt iets zouden kunnen leren. De beweging zou andersom moeten zijn: van duurdere zorg naar goedkopere zorg. Het CDA-Kamerlid Siem Buys zei daar deze week nog interessante dingen over. Luisteren, zou ik adviseren aan de minister! Financiële maatregelen die opnieuw leiden naar wachtlijsten, kwaliteitsverlies en overbelasting van medewerkers willen Nederlanders niet. Kortingen op salarissen, zodat medewerkers weer lager betaald worden dan de markt, leiden tot personeelstekorten. En ook dat willen Nederlanders niet.
Paul Bottelier
Voorzitter van Brancheorganisaties Zorg (BOZ)