De Wijkmonitor geeft wijkprofessionals het nodige overzicht in verschillende achtergronden en thema’s over de mensen in een gemeente en in een wijk. Het is een instrument om het beleid of een plan te onderbouwen op wijkniveau met feitelijke cijfers. ‘We zien in de wijkaanpakken dat er nog onvoldoende rekening wordt gehouden met verschillen tussen groepen’, zegt Anneke Brock, onderzoeker van KIS. ‘De Wijkmonitor kan dus helpen om inclusief wijkenbeleid te maken.’
Verschillen naar herkomst
Brock: ‘Gemeenten rollen vaak generiek beleid uit over wijken met bewoners met veel verschillende achtergronden. Maar de verschillen naar herkomst kunnen behoorlijk groot zijn. Om beter aan te sluiten bij de leefwereld van de diverse bewoners kan het juist zinvol zijn om te kijken naar de verschillen in leefomstandigheden. Je kunt bijvoorbeeld in een gemeente een laag werkloosheidscijfer hebben, maar als je inzoomt op bepaalde groepen of bepaalde wijken kan dat cijfer heel anders zijn. Met de KIS Wijkmonitor krijg je die verschillen boven water.’
Europees en Buiten-Europees
Nieuw in de KIS Wijkmonitor is dat bij de verschillen in herkomst de aanduiding van mensen met een niet-westerse en westerse migratieachtergrond niet meer wordt gebruikt, vanwege de koloniale en niet-wetenschappelijke lading. De Wijkmonitor volgt nu het CBS en gebruikt de termen Europees en Buiten-Europees. Cijfers over herkomst van inwoners kunnen stigmatiserend werken, weet Anneke Brock. Belangrijk daarbij is de warme duiding; de feitelijke cijfers plaatsen in hun context. ‘Cijfers zijn een goed signaal, maar het gaat er vooral om wat je ermee doet en hoe je de cijfers in een bredere context zet en kunt verklaren.’
Kijken naar de trends
Een voorbeeld van dit stigma zijn de cijfers over criminaliteit onder bepaalde groepen naar herkomst. Brock: ‘Als je naar de cijfers kijkt kun je ook zien dat jongeren met een Marokkaanse of Somalische achtergrond het steeds beter doen met het behalen van een startkwalificatie. Je kunt ook lezen dat de criminaliteit in deze groep nog steeds hoog is, maar voor beide groepen wel is gedaald. De hogere cijfers zijn te verklaren vanuit een veelheid van factoren, zoals de sociaaleconomische status en de ondersteunings- en opvoedingsmogelijkheden van ouders en mogelijk ook discriminatie. Belangrijk is dat er een warme duiding plaatsvindt door niet alleen de cijfers over groepen tegenover elkaar te zetten. Maar ook door naar de trends te kijken over meerdere jaren.’
Prioriteiten stellen
Ook kunnen cijfers over de wijk verhullen dat er bijvoorbeeld op straatniveau of juist binnen een groep echt wel problemen zijn, zoals op het gebied van armoede, onderwijs of veiligheid. ‘Het is daarom ook belangrijk dat wijkprofessionals de verhalen van inwoners uit de wijk ophalen om de cijfers in hun context te zetten. Als je praat met de inwoners kun je cijfers begrijpen en verbeterpunten of prioriteiten in de wijk op de agenda zetten.
Eén oogopslag
De KIS Wijkmonitor kan daarin het verschil maken, zegt Brock. ‘Omdat de cijfers aanzetten tot het gesprek met mensen, om aandacht te hebben voor diversiteit in de wijk en om aan beleidsmakers duidelijk te maken waar de knelpunten zitten. Maar ook wijkregisseurs, kwartiermakers of sociaal werkers die net aan de slag gaan in een wijk kunnen met behulp van de Wijkmonitor in 1 oogopslag zien hoe de wijk demografisch is opgebouwd en waar ze mee aan de slag kunnen gaan. Je kunt in één keer zien wat krachten en wat aandachtspunten in jouw wijk zijn.’