Het is 14 mei 1940. In een kwartier tijd werd de binnenstad van Rotterdam verwoest. Wie bleven er over? Juist, zij! De huidige ouders, opa’s, oma’s, buurmannen en tantes. Onze ouderen. ‘Zij zorgden toen voor Rotterdam en dus zorgen wij nu voor hen. Want: Rotterdammers zorgen voor elkaar.’ Dat is de basis van de campagne die de ouderenzorginstellingen van ConForte, onderdeel van deRotterdamseZorg, in Rotterdam op 14 mei 2018 (exact 78 jaar na de verwoesting van de stad) zijn gestart om die zorg voor ouderen ook daadwerkelijk te kunnen realiseren door meer mensen bij de ouderenzorg te betrekken.

Hart voor de zorg

Jacqueline Stuurstraat directeur van deRotterdamseZorg: ‘Net als in de rest van het land hebben we in Rotterdam grote behoefte aan nieuwe instroom in de zorg. We zien dat mensen vaak niet vanzelf voor een beroep in de zorg kiezen. Behalve die mensen die echt een hart voor de zorg hebben. Zij zijn heel belangrijk, maar we hebben meer mensen nodig. Daarom willen we proberen een bredere doelgroep te interesseren voor een baan in de zorg.’

Rotterdammers zorgen voor elkaar

De campagne Rotterdammers zorgen voor elkaar, die een jaar gaat duren en die wordt gesubsidieerd door het Ministerie van VWS, moet hieraan bijdragen. In de eerste plaats door het imago van ouderen, de campagne richt zich met name op de ouderenzorg, te verbeteren. Stuurstraat: ‘Het imago van ouderen is eigenlijk heel somber. de Dat willen we met de campagne laten zien. Ouderen zijn een aantrekkelijke doelgroep en het is interessant om van hen te leren en met ze in contact te zijn.’

Thuis, het grote verlangen in het sociaal domein. Langer thuis, thuis in de wijk. Jan Willem Duyvendak noemt de nadruk erop overspannen. ‘Thuis loopt de urine ook langs de benen.’ Lees dit PREMIUM artikel hier >>

Imagoverbetering

De campagne kent een aantal fasen. In de eerste fase wordt vooral gefocust op de imagoverbetering. Ouderen krijgen letterlijk een gezicht. Door de lens van de camera, maar ook door het delen van hun verhalen. Stuurstraat: ‘Want terwijl veel ouderen thuis of in zorgcentra hun oude dag doorbrengen, hebben ze allemaal een verhaal te vertellen. Een uniek levensverhaal dat ontroert of verblijdt, misschien wel inspireert. Van die verhalen kunnen wij leren. Ze bieden rijkdom aan onze stad, ze moeten verteld en gehoord worden.’

Snelle oplossing

In de tweede fase worden mensen geportretteerd die werken met ouderen. Zij vertellen wat ze mooi vinden aan hun vak en wat hun werk voor ze betekent. De laatste fase is een oproep: kies voor werk in de ouderenzorg. Stuurstraat: ‘In eerste instantie richten we ons met deze campagne op mensen die al een diploma in de zorg hebben. Er is namelijk nu een dringend tekort aan mensen en in de zorg kun je eigenlijk alleen terecht met een diploma. De snelle oplossing is dus om mensen die al een diploma hebben maar in een ander vakgebied zijn gaan werken of om wat voor reden dan ook een tijdje niet gewerkt hebben, weer aan te trekken. Maar natuurlijk hopen we ook een “bijvangst” te hebben met deze campagne door mensen te bereiken die nog geen diploma hebben maar dit wel willen gaan halen. Ook zij kunnen in de toekomst helpen om het tekort aan personeel op te lossen.’

Ook toepasbaar in rest van Nederland

De basis van deze campagne is heel lokaal: namelijk de mensen in beeld brengen die na de bombardementen Rotterdam weer hebben opgebouwd. Zij zorgden toen voor Rotterdam, laat Rotterdam nu voor hen zorgen. Toch denkt Stuurstraat dat deze campagne ook zou kunnen bijdragen aan de aanpak van personeelstekorten elders in het land. ‘Natuurlijk heeft elke regio zijn eigen vraagstukken waar je ook mee aan de slag moet. In Rotterdam hebben we bijvoorbeeld voldoende mensen die kunnen werken, maar ze zijn alleen niet allemaal gediplomeerd. In het noorden is het probleem juist dat er wel veel ouderen zijn, maar te weinig jongeren die in de ouderenzorg kunnen gaan werken. Maar de kern van de campagne, namelijk dat ouderen een interessante groep zijn, is voor heel Nederland toepasbaar. Met elkaar zou je erover na moeten denken hoe je dit in jouw regio in beeld kunt brengen.’