1. ‘Jeugdzorgmedewerkers hebben 19 minuten per week voor een cliënt’
Jeugdzorgmedewerkers zijn zoveel tijd kwijt aan administratie en randzaken dat ze gemiddeld slechts 19 minuten per week overhouden om aan een cliënt te besteden. Dat schrijft Skipr op basis van cijfers van vakbond FNV.
In 2023 kregen 469.490 kinderen jeugdhulp. Deze hulp wordt uitgevoerd door 29.360 jeugdzorgmedewerkers met een cliëntgebonden beroep. Dat betekent een caseload van 16 cliënten per medewerker. Hiervoor hebben zij nog geen 8 uur per week, dus minder dan een half uur per cliënt. De FNV heeft deze cijfers overgenomen uit het Pointer-onderzoek.
Hiervan gaan de uren waarin overige taken worden uitgevoerd, nog af. Het gaat bijvoorbeeld om scholing (gemiddeld een uur per week), stagebegeleiding, inwerken collega en ingewerkt worden (een half uur per week), bijdragen aan werkgroepen en projecten (in- en extern) en overige administratieve werkzaamheden. Naar schatting zou dit uitkomen op 10 tot 20 procent van de werktijd. Uiteindelijk blijft er voor de jeugdzorgmedewerker wekelijks minder dan 5 uur over voor een caseload van 16 cliënten. Dat komt neer op nog geen 19 minuten per cliënt. Onverantwoord en gevaarlijk voor medewerker en cliënt, benadrukt Maaike van der Aar, bestuurder FNV Jeugdzorg.
2. Workouts voor mensen met een beperking bij elkaar gebracht
Uniek Sporten Thuis is een nieuwe website met workouts, speciaal ontwikkeld voor mensen met een beperking. Het programma werd afgelopen maandag gelanceerd tijdens de themabijeenkomst ‘Onbeperkt Sporten, Onbeperkte Toegankelijkheid’ in het TeamNL Huis in Parijs. Paralympisch atleet Noah Mbuyamba trapte de lancering af met een live workout. Noah won brons bij het verspringen op de Paralympische Spelen.
Op de website staan workouts voor zowel beginners als gevorderden. Deze workouts zijn specifiek afgestemd op verschillende beperkingen en worden gegeven door trainers die zelf ook een beperking hebben. Op Uniek Sporten Thuis kom je bekende trainers tegen zoals acteur en trainer in gebarentaal Robin Frings of paralympische atlete Noëlle Roorda. De workouts zijn onderverdeeld in zeven verschillende categorieën, gebaseerd op specifieke beperkingen: blind/slechtziend, chronische klachten, verminderde armfunctie, rolstoelgebruik met verminderde of volledige armfunctie, verminderde beenfunctie en doof/slechthorend.
Uniek Sporten Thuis is ontwikkeld met steun van het Bartiméus Fonds en zo toegankelijk mogelijk gemaakt. Daarom zijn de workouts in het programma volledig gratis. Alle oefeningen zijn voorzien van audiodescriptie en daarnaast zijn de workouts voor doven en slechthorenden voorzien van gebarentaal en ondertiteling. Mensen met een beperking kunnen zich eenvoudig registreren via www.unieksporten.nl/thuis. Uniek Sporten is een initiatief van Fonds Gehandicaptensport en de 336 gemeenten in samenwerking met Rabobank, Nederlandse Loterij, NOC*NSF en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
3. Gratis zelfsmeerlunch voor Utrechtse kinderen die in armoede opgroeien
Ongeveer 10.000 Utrechtse kinderen groeien op in relatieve armoede. Twee Utrechtse stichtingen, Stichting Albron en LunchMaatjes, willen daar iets aan doen. Zij willen voor alle basisschoolleerlingen in Utrecht een gezonde, gratis lunch. Het AD schrijft deze week over hun initiatief: een zelfsmeerlunch die inmiddels 2000 kinderen in Utrecht krijgen aangeboden. De school hoeft hierbij niets te doen.
Ilonka Bottema van Stichting Albron legt in het artikel uit: ‘Het buffet bestaat uit volkorenbrood, maïscrackers, speltwafels, groentespreads, salades, vaak een soep en vaak zit er een wrap, tortilla, lasagne of pasta bij. De mensen achter het buffet helpen het kind dat ze elke dag langs zien komen de eetgewoontes, het patroon en smaak te ontwikkelen.’ De gemeente Utrecht springt bij in 2024 met 775.000 euro. Lees meer in het AD: In elke klas hebben drie leerlingen honger, in Utrecht wordt daar iets aan gedaan: ‘Eten moet je leren’
4. Multidisciplinaire richtlijn Angst- en dwangstoornissen herzien
De multidisciplinaire richtlijn Angst- en dwangstoornissen is herzien. De richtlijn uit 2013 is aangevuld met aanbevelingen op basis van nieuwe wetenschappelijk inzichten en ervaringen van professionals. In de richtlijn staat voor iedere stoornis een beslisboom om zorgprofessionals te helpen behandelkeuzes te maken. Dat schrijft Trimbos.
‘Cognitieve gedragstherapie (CGT) en de inzet van antidepressiva zijn ook in de herziene richtlijn de belangrijkste behandelingen die aan de orde komen tegen angst- en dwangstoornissen.
Aanbevelingen rondom medicatie gewijzigd
De aanbevelingen rondom medicatie zijn in deze herziene richtlijn wel gewijzigd. De aanbeveling is nu om met cognitieve gedragstherapie (CGT) zonder medicatie te starten. Tenzij medicatie nodig is vanwege de ernst van een bijkomende depressie of omdat het gebruik van medicijnen de expliciete wens van de patiënt is.
Voorheen was het beleid om een keuze te maken uit CGT óf medicatie, met een lichte voorkeur voor CGT. Dit is nu gewijzigd, omdat een behandeling met medicijnen bij een angst- of dwangstoornis op de langere termijn minder goede effecten heeft dan CGT. Als de depressie steeds terugkomt of als iemand geen baat heeft bij CGT kan medicatie ingezet worden. De aanbeveling daarbij is na een jaar herstel het afbouwen van medicatie te overwegen. Daarbij kan besloten worden om inderdaad af te bouwen, maar kan ook gekozen worden voor een langer durende onderhoudsbehandeling.
Nieuw in de herziene versie van de richtlijn is dat het levensloopperspectief is gebruikt. Er staan nu specifieke adviezen in de richtlijn voor het behandelen van kinderen, jeugdigen en ouderen met angst- en dwangstoornissen.
Aanbevelingen over onderwerpen met veel vragen van professionals
Daarnaast zijn een aantal onderwerpen nader bekeken waar zorgprofessionals vaak vragen over hebben, zoals het behandelen van een bijkomende depressieve stoornis en het afbouwen van medicatie. Ook zijn behandelvormen die in de klinische praktijk in opkomst zijn onder de loep genomen. Bijvoorbeeld de verschillende vormen waarin cognitieve gedragstherapie kan worden aangeboden (zoals in groepsverband of met een intensief format, of met behulp van internet of virtual reality). Maar ook informatie over EMDR en verschillende vormen van neuromodulatie is toegevoegd. In de herziene versie van de richtlijn zijn voor al deze onderwerpen expliciete aanbevelingen geformuleerd.’
Het initiatief voor deze richtlijn komt van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). De richtlijn is herzien in samenwerking met psychiaters (NVvP), psychotherapeuten (NVP), psychologen (NIP en LVVP), huisartsen (LHV), verpleegkundigen (V&VN) en patiënten. Financiering is afkomstig van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten. De richtlijn angst- en dwangstoornissen is te downloaden op de website van het Trimbos-instituut.
5. ‘Impact van angststoornis moet omlaag’
Het grootste probleem bij angststoornissen is dat ze zeer hardnekkig kunnen zijn, maar de huidige aanpak houdt hier onvoldoende rekening mee. Die richt zich te veel op oplossingen voor de korte termijn, terwijl de focus juist zou moeten liggen op de lange termijn. Aldus Neeltje Batelaan, hoogleraar psychiatrie van angstgerelateerde stoornissen van Amsterdam UMC, in haar oratie op 5 september. ‘Om hardnekkigheid te voorkomen pleit ik voor meer preventie en tijdige behandeling. Cruciaal hierbij is meer kennis over deze stoornissen. Zowel in de samenleving als bij zorgprofessionals, want daar begint goede zorg.’
De recente cijfers laten een verontrustende trend zien: het percentage volwassenen met een angststoornis is in Nederland gestegen van 10 naar 15 procent. De gevolgen van angststoornissen voor de samenleving zijn enorm , zoals recent gepubliceerd door het RIVM. ‘De impact móet omlaag”, benadrukt Batelaan. Mensen kunnen niet meer naar de supermarkt of hun werk. Ze raken geïsoleerd en partners nemen taken over. Werkgevers krijgen te maken met hoog ziekteverzuim. Onbedoeld wordt kinderen angstig gedrag aangeleerd. Lees meer bij het Amsterdam UMC
6. Maja Ročak nieuwe lector Sociale Integratie bij Zuyd Hogeschool
Zuyd Hogeschool heeft Maja Ročak benoemd tot lector Sociale Integratie. In deze rol gaat Ročak zich richten op thema’s zoals sociale ongelijkheid, (sociale) duurzaamheid democratie en mensenrechten.
Met haar brede ervaring in sociaal werk en diverse internationale onderzoeksprojecten brengt Ročak veel kennis mee naar Zuyd Hogeschool. Ze promoveerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen op stedelijke transformaties en sociaal kapitaal. Ook werkte ze als sociaal werker in Kroatië en het Verenigd Koninkrijk. ‘De afgelopen jaren heb ik me vooral beziggehouden met burgerparticipatie, sociale duurzaamheid, gebiedstransformaties en vertrouwen’, zegt Ročak.
Ročak volgt Sabrina Keinemans op. Ze wil het werk van haar voorganger voortzetten en uitbreiden. ‘Het is een grote eer om als lector aan de slag te gaan. Samen met mijn collega’s uit het lectoraat, de Academie voor Sociaal Werk en het Kenniscentrum Gezonde en Rechtvaardige Samenleving wil ik bijdragen aan een meer rechtvaardige en inclusieve samenleving’, aldus Ročak.
Verbinding onderzoek en praktijk
Studenten worden actief betrokken bij projecten van het lectoraat. Zo wordt een bijdrage geleverd aan rechtvaardige gebiedstransformaties door gemeenschappen hun stem te laten horen. Ook pakt het lectoraat de schuldenproblematiek in Limburgse wijken aan en speelt op allerlei manieren in op huidige en concrete maatschappelijke vraagstukken. ‘Deze aanpak stoomt studenten klaar voor hun toekomstige werk in het sociaal domein’, zegt Ročak. Bron: Zuyd Hogeschool
7. Expertisecentrum Digitalisering en Welzijn geeft informatie over digitale media
Hoe kunnen games ingezet worden voor het bevorderen van welzijn? Hoe vaak en waarvoor worden sociale media en andere digitale media gebruikt? En welke voor- en nadelen brengen bepaalde digitale technologieën met zich mee? Beleidsmakers en (onderwijs)professionals kunnen dit en meer vanaf nu vinden op de website van het Expertisecentrum Digitalisering en Welzijn. Dat schrijft het Trimbos-instituut.
De eerste kennisdossiers zijn nu beschikbaar op de website van het expertisecentrum:
8. Update zaak Vlaardings pleegmeisje
Over de trieste situatie rond het pleegmeisje in Vlaardingen is al heel veel gezegd en geschreven. Voor een overzicht van wat er misging en hoe dat kon gebeuren kun je terecht bij EenVandaag. In dit artikel van 4 september komen meerdere experts aan het woord, zoals Annemiek Harder, bijzonder hoogleraar jeugdzorg aan de Erasmus Universiteit, en advocaat van verschillende pleegkinderen Marco Erkens.
Een belangrijke les uit deze situatie moet volgens Erkens zijn dat als je signalen opvangt je dat serieus moet nemen. ‘Ga dat uitzoeken, wat kan beter? En ik denk nu dat er heel erg snel met de mantel der liefde wordt bedekt. “Ach het kind zegt dat door het loyaliteitsconflict, we luisteren naar de pleegouders, het komt wel goed”, zegt hij. ‘Daar wordt te gemakkelijk over gedacht.’
Het tienjarige pleegmeisje uit Vlaardingen dat in mei in levensgevaar in het ziekenhuis werd opgenomen, heeft de rest van haar leven intensieve zorg nodig. Dat zei de officier van justitie donderdag tijdens de eerste zitting in de zaak, schrijft nu.nl. Inmiddels doet Justitie ook onderzoek naar mishandeling van drie andere kinderen door dezelfde verdachten.
