1. Cao Sociaal Werk gewijzigd
De cao Sociaal Werk is op een aantal punten gewijzigd, schrijft Sociaal Werk Nederland op haar website. Deze wijzigingen komen voort uit wetgeving en knelpunten uit de praktijk.
De wijzigingen op een rij:
- In de definitie van partner wordt opgenomen dat het moet gaan om een notarieel vastgelegd samenlevingscontract (hoofdstuk 0);
- De afspraken over doorwerken na AOW-leeftijd gelden ook voor medewerkers die na het bereiken van de AOW-leeftijd in dienst komen (hoofdstuk 2);
- Indien de werknemer het LBB wil overdragen naar een andere werkgever dan moet dat binnen een half jaar na uitdiensttreding bij de oude werkgever plaatsvinden (hoofdstuk 3);
- De cao vergoeding voor ouderschapsverlof is conform het pensioenreglement van PFZW pensioengevend. Dit is aangepast in de cao (hoofdstuk 5).
Daarnaast zijn de meest recente premiepercentages van PFZW, het minimumloon en de RVU-drempel opgenomen. Download hier de gewijzigde Sociaal Werk 2023-2025.
2. Bemiddelingsgesprek voor ouders in rechtbank lijkt succesvol
Als ouders een geschil hebben over het gezag over en de omgang met hun kind(eren) stappen ze soms naar de rechter. Als de ouders een uitspraak van de rechter willen, zijn na die uitspraak vaak gesprekken nodig, begeleid door een raadsonderzoeker. Dat is meestal een tijdrovende en ingrijpende procedure. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) wil dit proces vereenvoudigen. Daarom is in drie arrondissementen geëxperimenteerd met een interventiegesprek. Ouders konden in de rechtbank vóór de rechter er aan te pas kwam bemiddeling krijgen. Dat kan goed werken, bewijst onderzoek.
Ouders konden het bemiddelingsgesprek voeren met zittingsvertegenwoordigers van de RvdK. Beide ouders moesten akkoord geven. In 29 zaken kwam het tot zo’n gesprek, in 22 zaken werd daarmee een raadsonderzoek voorkomen. Het geschil werd in 16 zaken opgelost na het gesprek. In 6 zaken werd vrijwillige hulp door de ouders geaccepteerd. Lees meer
3. Aantal jongeren met schulden schrikbarend gegroeid
Het AD heeft deze week een alarmerend verhaal over jongeren die geld uitgeven dat ze niet hebben. Verwezen wordt naar onderzoek van ING onder jongeren van 18 tot 25 jaar. 44 procent van de jongeren geeft aan geld dat binnenkomt direct uit te geven. Bijvoorbeeld aan mooie spullen of uitgaan. Bijna een kwart komt regelmatig geld te kort.
‘Wij zien steeds meer jongeren met schulden. Dat aantal is schrikbarend hard gegroeid de afgelopen jaren’, zegt Marieke Boon van incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn verderop in het artikel. Dit jaar betrof 15 procent van de schulden die het incassobureau incasseerde jongeren tussen de 18 en 25 jaar. In 2020 was dat nog 10 procent.
Dat je zo makkelijk spullen kunt kopen helpt niet mee. Social media versterken de druk om erbij te willen horen met de nieuwste merken. Karina (23) zegt daarover: ‘Ik zou denk ik de helft minder spullen kopen als ik niet op sociale media zat. Je ziet daar mooie zonnebrillen of een dure crème voorbij komen waarvan je denkt: die moét ik hebben. Op de socials word je eigenlijk de meeste tijd aangemoedigd om geld uit te geven en bijna nooit om geld te besparen.’ Lees hier Jongeren geven geld uit dat ze niet hebben op ad.nl.
4. ‘Doe meer onderzoek naar impact verwaarlozing’
Hoe kunnen kinderen hun emoties nog goed reguleren als ze verwaarloosd zijn? Naar de impact van verwaarlozing is meer onderzoek nodig. Dat stellen 3 onderzoekers van de Open Universiteit. Ellin Simon en Brenda Erens van de Open Universiteit (vakgroep klinische kinder- en jeugdpsychologie) brachten de wetenschappelijke kennis in kaart over de link tussen verwaarlozing in de kindertijd en emotieregulering als volwassene. Ook Marloes Raats werkte mee, zij schreef haar scriptie over dit onderzoek.
‘De onderzoekers vonden 25 recente onderzoeken naar het verband tussen kinderverwaarlozing en emotieregulering als volwassene. Dat is niet veel, vergeleken bij het overige onderzoek naar kindermishandeling. Bovendien constateerden ze dat het onderzoek nog tamelijk eenzijdig is. Zo waren de onderzochte personen meestal jongvolwassenen, vrouw en student. Ook zijn de meeste onderzoeken gedaan in de V.S. en Europa. Dat maakt het lastig om de resultaten te generaliseren naar een algemene populatie.
Ook in de opzet van de gevonden studies vonden ze knelpunten. Zo werd er vaak geen onderscheid gemaakt tussen typen van verwaarlozing (bijvoorbeeld fysiek of emotioneel) of werd er niet gekeken naar sociaaleconomische factoren, terwijl die mogelijk wel invloed kunnen hebben op emotieregulatie. Bovendien is meer onderzoek nodig waarbij kinderen voor langere tijd gevolgd worden, tot op volwassen leeftijd.’ Lees het artikel over het onderzoek naar verwaarlozing op de website van de Open Universiteit
5. Toegankelijke politiek voor mensen met een beperking
Het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat binnenkort van start met het project ‘Toegankelijke Politiek’. Doel van het project is stimuleren dat mensen met een beperking meer bijdragen kunnen leveren aan de politiek. Bijvoorbeeld als raadslid in hun gemeente of als lid van een klankbordgroep. Deelnemers krijgen een online training, begeleiding en coaching die hen moet helpen bij politieke betrokkenheid. Het project gaat in september 2024 van start en loopt tot mei 2025. Aanmelden is inmiddels niet meer mogelijk. Lees meer op de website van branchevereniging VGN.
6. Onderzoek naar sekswerkers in Utrecht
In Utrecht zijn er meerdere vormen van hulp- en dienstverlening voor sekswerkers. De gemeente Utrecht wil graag weten wat sekswerkers van de bestaande ondersteuning vinden en wat hun wensen zijn, om op basis daarvan keuzes te maken rondom de toekomstige uitvragen voor hulp- en dienstverlening voor sekswerkers. Het Verwey-Jonker Instituut onderzocht daarom voor de gemeente wat de behoeften van sekswerkers ten aanzien van hulp- en dienstverlening in de stad zijn. Hierbij stond het perspectief van de in Utrecht werkende en/of wonende sekswerkers centraal. Het onderzoeksrapport vind je hier.
7. Maak culturele activiteiten toegankelijk voor kinderen met een beperking
Maak culturele activiteiten toegankelijk voor kinderen met beperking. Onderzoekers Melissa Bremmer, Marian van Miert en Emma Staals doen die oproep in een artikel op Sociale Vraagstukken. ‘De optelsom van redenen en barrières maakt dat leerlingen in het speciaal onderwijs een belangrijke stimulans mislopen voor hun creatieve en persoonlijke ontwikkeling. Daardoor wordt de kansenongelijkheid tussen kinderen allengs groter’, schrijven ze.
Er zijn ook goede voorbeelden. Zoals een tweejarige professionele acteursopleiding voor mensen met een verstandelijke beperking. Deze kwam er dankzij een een vader van een jongen met het syndroom van Down, die samen met Cultuurhuis Wherelant zich inzette voor een inclusief cultuuraanbod. De onderzoekers doen op basis van de lessen van good practices 4 aanbevelingen om culturele activiteiten toegankelijk te maken:
- Zorg en welzijn moeten erkennen dat kunst en cultuur bijdragen aan de kwaliteit van leven.
- Ouders en verzorgers moeten worden ondersteund.
- Gemeenten kunnen kunsteducatie toegankelijker maken door een gespecialiseerd cultureel aanbod te ontwikkelen.
- Ten vierde is het goed als culturele instellingen clusters in het speciaal onderwijs kiezen waar en voor wie ze aanbod voor willen maken. Ze moeten investeren in langdurige gezamenlijke creatie en locatie, aldus Bremmer, Van Miert en Staals. Lees hun volledige artikel op Sociale Vraagstukken.