‘Er is in het sociaal domein in betrekkelijk weinig tijd een geheel nieuw primair proces ontstaan. De kern daarvan is dat professionals, uit voorheen verschillende disciplines, gezamenlijk en dichtbij de dagelijkse leefwereld van burgers proberen hen te ondersteunen. De situatie van de betreffende burger of het gezin is leidend. Dat noemen we dan integraal. Ik vind dat die ontwikkeling snel is gegaan.’
Nieuwe discipline
Helderman hoort van professionals dat ze nu meer mogelijkheden ervaren om daadwerkelijk iets voor een gezin te doen. Ze hebben meer te bieden en krijgen meer vertrouwen van het gezin. ‘Een slimme student van mij kwam met de metafoor van de geluidsman achter de mengtafel. In plaats van de cassetterecorder waarbij je telkens van bandje moest wisselen, kun je als professional nu schuiven met verschillende kanalen. Sociaal werkers leren op hun opleiding heel veel. Zo bouwen ze routines op. Veel van hun werk is genormeerd en gestandaardiseerd. Die conditionering gaat door in de organisaties waar ze werken. Als je dan in twee jaar tijd je discipline deels hebt kunnen loslaten, en eigenlijk al een nieuwe discipline met elkaar aan het ontwikkelen bent, dan vind ik dat gegeven de voorgeschiedenis van die werkers, gegeven die conditionering, snel gaan. Dat vind ik knap omdat in het publieke domein veranderingsprocessen vaak lang duren.’
Jan-Kees Helderman is een van de sprekers op de Beleidsdag Sociaal Domein, 26 september aanstaande. Andere bijdragen komen onder meer van Nadja Jungmann en Hans Boutellier. Meer weten of inschrijven? Klik dan hier >>
Interactie en reflectie
De bestuurskundige ziet daarnaast dat er een duidelijke spanning bestaat tussen het nieuwe primaire proces en de beleidswereld, of ‘het systeem’. ‘Dat laatste krijgt vaak veel kritiek terwijl die mensen zich met heel noodzakelijke kwesties bezighouden. Hoe bekostigen we dit? Hoe rechtvaardigen we dit? Hoe gaat het met de begroting? Hoe zetten we de beschikking in elkaar? Dat soort vragen. Ook zij hebben hun eigen primaire proces. Wat we nu met z’n allen belijden, is dat die systeemwereld dienend moet zijn aan dat nieuwe primaire proces waar immers zoveel goede dingen gebeuren. Maar dan moeten die werelden elkaar wel ontmoeten en dat is nog veel te weinig georganiseerd. Als het bijvoorbeeld gaat over monitoring, dan wordt er nog veel gedacht in termen van een dashboard of een zelfredzaamheidsmatrix. Maar als iets nieuw en onbekend is, dan kun je niet op een calculatieve, dashboard-achtige manier op afstand monitoren. Dan moet er voortdurend interactie en reflectie zijn tussen beleidsmakers, de mensen uit het systeem zeg maar, en de mensen in de uitvoering.’
Wet- en regelgeving
Helderman ziet wel degelijk dat er wel veel gepraat en ontmoet wordt, maar dit gebeurt volgens hem te weinig systematisch. ‘Ik denk dat het sociaal domein een oneindig laboratorium is, ook voor beleidsmakers. Je komt voortdurend nieuwe kwesties tegen en daarvan afgeleide problemen die je moet oplossen met elkaar. Dat kun je alleen maar doen door dat systematisch te organiseren. Door bijvoorbeeld één keer per kwartaal met systeemwereld en uitvoering bij elkaar te zitten en elkaars werk te bespreken, knelpunten te signaleren, wet- en regelgeving uit te leggen waardoor bijvoorbeeld blijkt dat iets wel kan terwijl professionals dachten dat het niet kon.’
Knelpunten
Doordat dat niet gebeurt, lijken structurele knelpunten nu nog te vaak incidenten. Bijvoorbeeld omdat het de ene keer bij het ene wijkteam opduikt en een tijdje later bij een ander. Maar die weten dat niet van elkaar en in de backoffice zijn ze alweer vergeten dat vier weken terug een ander team met hetzelfde probleem kwam.
Politieke druk
Helderman: ‘Ik heb een directeur Maatschappelijke Ontwikkeling van een gemeente weleens horen zeggen dat zij tot nog toe tachtig procent van haar tijd was bezig geweest met het schrijven van beleid gericht op bijvoorbeeld 2020, terwijl zij die tachtig procent had moeten besteden aan de vraag welke knelpunten er in die eerste jaren van dat nieuwe primaire proces zichtbaar werden. Dat is heel begrijpelijk, hoor. Ook die beleidswereld heeft haar eigen primaire proces. En daar ben je nu eenmaal primair mee bezig. De politieke druk is bijvoorbeeld een belangrijke factor. We hebben als samenleving een lage risicotolerantie als het gaat om het sociaal domein. Maar die drukte slokt ontzettend veel aandacht op van bijvoorbeeld ambtenaren. En de transactiekosten van het hele stelsel zijn groot. Denk aan de aanbestedingen die gedaan moeten worden, de contracten die moeten worden afgesloten. Dat is een andere wereld, een andere community of practice.’
Professionaliteit
Jan Kees Helderman pleit voor een systematische casuïstiekreflectie waarbij de verschillende werelden en de verschillende lagen elkaar ontmoeten. ‘En voor de duidelijkheid: uitvoerende professionals zijn hier mede voor verantwoordelijk. Als je als bestuurskundige binnenkomt in deze wereld, wordt je met argusogen bekeken. En als je het dan hebt over verantwoording, denken ze al gauw dat het gaat over verticale verantwoording, politiek-bestuurlijk. Dat moet ook, maar in het sociaal domein gaat het over publieke aangelegenheden, over publiek geld. En iedereen die daarbinnen werkt heeft zijn of haar eigen verantwoordingsplicht over wat hij of zij geacht wordt te doen en hoe hij of zij dat gedaan heeft. Als we betere, bij de praktijk passende systemen willen ontwikkelen, dan moet die praktijk wel voor ons ontsloten worden. En dat kan alleen de professional voor ons doen, dat hoort bij diens professionaliteit.’
Lees het hele artikel in Lees het hele artikel in het zomernummer van Zorg +Welzijn >>