Door Frank Witkam, voorzitter van het ambtelijke vooroverleg College Zorg en Welzijn in Zeeland, en Kees Kort, organisatieadviseur bij Conclusion Advies en Management.
Er wordt nu ruim een jaar met het Zeeuwse model gewerkt. De gemeenten hebben begin 2008 met ondersteuning van Conclusion Advies en Management een evaluatie uitgevoerd. Net als in de rest van het land waren er kinderziekten en verrassingen. De belangrijkste conclusie is echter: ‘de set van uitgangspunten van het model houdt stand’.
Achtergrond
Het Zeeuwse model van aanbesteden onderscheidt zich van reguliere aanbestedingen door een provinciebrede samenwerking van alle dertien Zeeuwse gemeenten en het feit dat de gemeenten zelf de prijs van de hulp hebben vastgesteld. Aanbieders die voor deze prijs konden leveren én aan de gestelde kwaliteitscriteria voldeden kregen een contract.Om de nieuwe aanbesteding voor de contractperiode vanaf 2009 juist uit te voeren, is in opdracht van het College Zorg en Welzijn, een bestuurlijk overleg van alle Zeeuwse gemeenten en de Provincie Zeeland, een evaluatie van de bestaande praktijk uitgevoerd.
Vooraf was er enige twijfel in hoeverre het Zeeuwse model in voldoende mate zou aansluiten bij de uitgangspunten van Europese aanbesteding. De voornaamste kritiek was het terugdringen van de prijs. Na vragen in de Tweede Kamer en aanvullend onderzoek heeft de staatssecretaris bevestigd dat het aanbesteden van hulp bij de huishouding moét en dat het stellen van een vaste prijs kan.
Van AWBZ naar Wmo
In eerste instantie is de overgang van de AWBZ naar de Wmo voor veel cliënten soepel verlopen. De hulp bleef, mede door de gunning aan alle bestaande aanbieders, voor velen hetzelfde. Zodoende is de verwachte klachtenstroom uitgebleven. Net als in de rest van Nederland is de overgang voor de aanbieders minder soepel verlopen. Al snel werd een grote verschuiving duidelijk van meer intensieve hulp (HH2) naar meer basale hulp (HH1). Aanbieders grepen in de bedrijfsvoering in en konden geen oude helpende bekenden meer inzetten bij cliënten.In het land hebben zich veel heftige effecten voorgedaan bij de overgang van hulp bij de huishouding van AWBZ naar Wmo. Dit ging gepaard met aandacht in de media en maatschappelijke onrust. Het Zeeuws model heeft ervoor gezorgd dat deze effecten binnen Zeeland in mindere mate voorkwamen.
Keuzevrijheid cliënt
De cliënt kan daadwerkelijk kiezen voor de aanbieder die hem of haar het beste past. Een rijk geschakeerd palet van aanbieders heeft een raamovereenkomst gekregen. In de praktijk hebben de cliënten vooral de aanbieder gekozen die ze ook onder de AWBZ hadden. Gaandeweg nemen de cliënten een overstap naar een andere aanbieder. Cliënten met een nieuwe indicatie maken de keuze voor een aanbieder op basis het overzicht dat zij van het Wmo-loket hebben aangereikt gekregen.Geen kaalslag
Als gevolg van de aanbestedingsprocedure is er geen sprake van de kaalslag onder aanbieders, zoals deze elders in het land wel heeft plaatsgevonden. Binnen drie geografisch georiënteerde percelen zijn momenteel 17 aanbieders actief. Grote marktverschuivingen hebben zich nog niet voorgedaan. Kleinere aanbieders kunnen leveren, het is voor hen echter nog moeilijk om substantiële productie te realiseren.Het model
De aanbesteding is in goede samenwerking en harmonie tussen de dertien gemeenten uitgevoerd. Vanuit de cliënt bezien wordt het Zeeuws model positief beoordeeld. Daarnaast heeft de mogelijkheid tot het kiezen van een aanbieder goed uitgepakt.
Veel aanbieders hebben hun waardering voor het model uitgesproken. Door het aangegane contract hebben zij de bestaande hulp kunnen voortzetten.Ondanks de positieve geluiden, is er ook sprake van minder prettige gevolgen. Zo heeft de verschuiving naar de goedkopere variant van hulp heeft, net als in de rest van het land, de instellingen hard geraakt. Gelukkig hebben de gemeenten voor de periode 2007 en 2008 een overgangsregeling getroffen waarin de effecten van de verschuiving voor de aanbieders in bepaalde mate financieel gecompenseerd werden. De uitgangspunten zijn gerealiseerd. Het model houdt stand!
Hoe verder?
Het College Zorg en Welzijn Zeeland heeft besloten om een nieuwe aanbesteding voor de contractperiode vanaf 2009 opnieuw vanuit het Zeeuwse model uit te voeren. De komende periode gaat de aandacht uit naar het verleggen van de focus op techniek naar de focus op maatschappelijke doelstellingen, het opvoeren van de beheersbaarheid en het dichten van de cultuurkloof tussen gemeenten en aanbieders.Afgelopen periode is veel aandacht uitgegaan naar de inrichting van het systeem. De aandacht wordt nu verlegd naar het meer inhoudelijk invullen van de compensatieplicht die uit de Wmo is voortgekomen. De te bereiken lokaal-maatschappelijke doelstellingen zullen scherper worden geformuleerd. Het onderscheid tussen hulp bij de huishouding 1 en 2 wordt waarschijnlijk gehandhaafd. Ondanks dat wordt er gestudeerd op meer flexibele en passende vormen van hulp. Een adequate set van sluitende voorzieningen vraagt verdere uitwerking, evenals het proactief betrekken van aanbieders en cliëntenvertegenwoordigers.
Bij het volume en het (hieraan gekoppelde) budget mag geen sprake zijn van onbeheerste open einden. De gemeenten moeten beschikken over voldoende instrumenten om de beheersing te waarborgen. De zakelijke benadering in de samenwerking tussen gemeente en aanbieders wordt versterkt door het maken en handhaven van een beperkte set van (prestatie)afspraken. Uit de evaluatie blijkt op onderdelen een groot verschil in beleving tussen de gemeenten en de aanbieders, zowel op bestuurlijk als op ambtelijk/operationeel niveau. Het verkleinen van deze kloof vraagt om specifieke aandacht.
Het volledige rapport van de ‘Evaluatie Zeeuwse aanbesteding hulp bij de huishouding 2007-2008’ is te downloaden op de site van Samenwerkingsverband Welzijnszorg Oosterschelderegio.
Conclusion Advies en Management is onderdeel van Conclusion en is een breed georiënteerde organisatie die hiervoor alle disciplines in huis heeft om het volledige plan ter ondersteuning voor u uit te voeren, inclusief ict, procesbeschrijving, HRM etcetera. Voor meer informatie kijk ook naar de website
Conclusion Advies en Management .