Oprichtster Doenja Bobbeldijk noemt het medewerkers, ambulant begeleidster Hedwich Berendse spreekt over cliënten. Ondanks het verschil in opleiding en achtergrond zitten de twee in hun samenwerking helemaal op één lijn. ‘Hier worden mensen met een verstandelijke beperking op waarde geschat.’
Vrijwilliger
Het idee ontstond bij Doenja toen zij als programmeur in de financiële verzekeringswereld werkte. ‘Het werk beviel me, maar de werkomgeving niet. In die tijd hielp ik als vrijwilliger mensen met een verstandelijke beperking om te gaan met sociale media. Daar was ik ingerold omdat ik een zus had met een verstandelijke beperking.’ Toen het bedrijf waar ze werkte ging reorganiseren, is Doenja gaan kijken of ze van haar hobby’s haar werk kon maken.
Hedwich reageerde enthousiast toen Doenja haar met het idee benaderde. ‘Het sloot naadloos aan bij een innovatieproject waar ik in die periode mee was gestart vanuit zorginstelling De Waerden. Wij signaleerden dat niet alle mensen met een licht verstandelijke beperking aansluiting vonden bij de reguliere dagbesteding. Het innovatieproject kijkt wat een cliënt wil, zoekt een werkplek in het gewone leven en biedt ambulante begeleiding daarbij.’
Ideaalbeeld
Er was vanaf het eerste moment een klik tussen de twee. ‘Ik wist dat het een geweldige werkplek zou zijn voor mensen met een licht verstandelijke beperking’, aldus Hedwich. ‘Nog voor het vorm had gekregen stond er al een cliënt van mij te springen om in het café te beginnen.’ Daarnaast begreep Hedwich het ideaalbeeld dat bij Doenja was ontstaan door haar zus. ‘Al van jongs af aan wilde zij dezelfde dingen doen als ik en ieder ander. Maar voor haar was dat veel moeilijker, zij werd vaak buitengesloten. Dat vond ik oneerlijk.’
Grenzen
De twee leren veel van elkaar, mede door hun verschillende achtergronden. ‘Mijn zus was 24 uur per dag mijn zus. Als ik niet oppas heb ik nog steeds de neiging 24/7 voor de medewerkers klaar te staan. Van Hedwich leer ik dat het goed is om niet aan mezelf voorbij te gaan en grenzen aan te geven.’
Anderszijds vindt Hedwich het onvoorwaardelijke waarmee Doenja met haar medewerkers omgaat, erg mooi. ‘Zij beschouwt elke cliënt als het ware als haar zus. Het grappige is dat Doenja uit de zakelijke wereld komt, maar ik soms zakelijker naar het werk kijk dan zij. Zij wil iedereen helpen en dat kan niet altijd.’ Dat beaamt Doenja. ‘Ik zou de medewerkers ook het liefst een normaal salaris betalen. Helaas is de maatschappij daar nog niet klaar voor.’