Als de coronacrisis iets duidelijk heeft gemaakt, is het wel hoe ongelofelijk belangrijk de dagbesteding voor mensen is, zegt Marjet van Houten, senior adviseur Participatie bij Movisie. ‘Voor cliënten gaat het om veel meer dan alleen die activiteit, het gaat ook om ontmoeting, sociale contacten, om structuur en soms ook om iets basaals als de maaltijd die ze daar krijgen. Het is echt een essentieel onderdeel van hun leven.’
Gesloten
Movisie schat dat ongeveer tweederde van de dagbestedingsplekken de afgelopen maanden gesloten was. En de plekken die open waren, waren dat vaak maar ten dele. Het ging daarbij met name om kleine, lokale instellingen, is Van Houtens indruk. ‘Zij zijn over het algemeen flexibeler en misschien ook wat creatiever om manieren te vinden te vinden om – deels – open te blijven.’
Elf alternatieven
Tijdens de sluiting werden overal allerlei alternatieven bedacht en uitgewerkt om het contact met de cliënten te houden, ontdekte Movisie, dat hierover een enquête hield. Van Houten telde elf verschillende vormen. Van eenvoudig (beeld)bellen tot hulp aan huis en van wandelen met cliënten tot complete virtuele huiskamers en speciale televisiezenders.
Uit beeld
Toch heeft al die creativiteit niet kunnen voorkomen dat er ook mensen buiten beeld zijn geraakt, zegt Van Houten. ‘Niet iedereen is mediavaardig genoeg, ook zijn er deelnemers die geen behoefte hebben aan een telefoontje. De meeste van deze mensen zijn geen praters, het zijn doeners. Ze willen gewoon naar hun plekkie, met mensen die ze kennen hun ding doen.’
Door de sluiting zijn veel deelnemers echt uit hun doen geraakt, zegt ze. ‘Of erger: ze hebben een terugval gekregen in hun herstel, of zijn nog verder geïsoleerd geraakt.’
Bovendien nam door de sluiting ook de druk op mantelzorgers toe. ‘Voor hen is dagbesteding een vorm van respijt: even lucht, even de zorg aan een ander overdragen. En dat viel nu weg.’
Zoekende
Volgens Van Houten is het voor iedereen dan ook hard nodig dat de dagbesteding weer opengaat. Hier wordt hard aan gewerkt, weet ze, maar ze ziet dat de verschillende locaties en organisaties nog erg zoekende zijn. ‘Logisch, er zijn nog veel onbeantwoorde vragen: hoe richt je de ruimte en de activiteiten zo in dat iedereen voldoende afstand van elkaar kan houden? En kunnen alle deelnemers zich ook aan de richtlijnen houden? Dementerende ouderen of bijvoorbeeld verstandelijk gehandicapte mensen zullen ze misschien niet altijd begrijpen. Ook kan je te maken krijgen met mensen die angstig zijn.’
Maatwerk
Een ander probleem is het vervoer. ‘Kunnen deelnemers er veilig komen? En mogen ze er wel naar toe? Dat laatste geldt met name voor mensen die in een woon- of zorgvoorziening wonen. Soms zijn activiteiten buiten de deur nog niet toegestaan.’
‘Het vraagt echt om maatwerkoplossingen’, zegt Van Houten, vooral omdat de dagbesteding zo divers is. Qua doelgroepen, locaties en activiteiten. Op een zorgboerderij kunnen cliënten waarschijnlijk eerder weer aan de slag dan in een klein atelier. Dat maakt het heel lastig om één richtlijn te geven.’
Combinatie
Van Houten verwacht dan ook dat er de komende tijd een combinatie zal ontstaan van de tijdens de sluiting ontwikkelde alternatieven en een gedeeltelijke openstelling. Haar advies: begin vooral met de kwetsbaarste groepen, haal de mensen die het meest onder de sluiting lijden weer binnenboord. ‘En begin met een kleine groepje om te oefenen, om echt fysiek uit te proberen hoe het loopt.’