‘Mensen in armoede of met schulden staan onder enorme druk’, zegt Marc Mulder. ‘Chronisch geldgebrek geeft veel stress. En vaak hebben ze het gevoel dat het hun eigen schuld is of dat ze hebben gefaald. Ze kunnen door hun situatie bovendien niet meer voldoen aan hun eigen, en andermans, normen en verwachtingen. Dat veroorzaakt schaamte en schuldgevoel wat zich vaak uit in zelfisolatie, wat het vragen en aanvaarden van hulp belemmert.’
Zonder eigenwaarde
Mulder weet waar hij het over heeft. Jaren terug kwam hij als ondernemer in de schulden terecht waarna een langdurig traject van schuldhulpverlening volgde. ‘Ik veranderde van een krachtig ondernemer in iemand zonder eigenwaarde of zelfvertrouwen.’ Inmiddels is hij alweer ruim vier jaar volledig schuldenvrij. Hij weet echter nog goed hoe het voelde toen en wil zijn kennis en ervaring graag delen opdat de hulpverlening aan mensen die, al dan niet met of door schulden, in armoede leven, kan verbeteren.
Problemen verergeren
Die gevoelens van falen, van schaamte, niet kunnen voldoen aan verwachtingen zijn naar en die willen mensen dus graag vermijden, zegt Mulder. Dus steken ze hun kop in het zand. Hij kent genoeg voorbeelden van mensen die zelfs aan hun eigen echtgenoot of gezin niets over hun penibele financiële situatie vertelden. Laat staan aan een hulpverlener. Het gevolg hiervan is echter dat problemen verergeren en vermeerderen. Zo leidt langdurige armoede niet zelden tot eenzaamheid, depressie, verslaving en/of huiselijk geweld. Als hulpverlener is het daarom zaak er zo vroeg mogelijk bij te zijn – en daarvoor moet dus die schaamte worden doorbroken.
Vertrouwensband
‘Het belangrijkste daarbij is het opbouwen van een vertrouwensband’, zegt Mulder die zelf jarenlang als schuldhulpverlener in de vroegsignalering werkte en in die functie bij honderden mensen langs is gegaan. ‘Zonder wederzijds vertrouwen kom je nergens.’ Immers ‘om over schaamte heen te stappen, is het cruciaal dat dat mensen erop kunnen vertrouwen dat er zorgvuldig wordt omgegaan met hun kwetsbaarheid.’ Maar hoe bouw je die vertrouwensband op? Daarvoor zijn een aantal dingen belangrijk, zegt Mulder: tijd, neutraliteit, een positieve insteek en: ‘niet vanuit een hoge toren van hulpverlener praten, maar van mens tot mens.’
Tijd en ruimte
Klinkt logisch en simpel, maar dat is het in de praktijk niet, weer Mulder uit ervaring. Om te beginnen ontbreekt het hulpverleners vaak al aan tijd om bijvoorbeeld – nog onder zichtbare “vooruitgang” – meerdere keren bij iemand langs te gaan. Toch zegt Mulder: ‘Ga niet overhaast te werk, geef het opbouwen van vertrouwen tijd en ruimte.’ Daarmee doelt hij overigens niet alleen op letterlijk tijd, maar ook op een houding. Wees niet te direct, luidt zijn advies. Niet direct naar de financiën vragen en niet direct proberen de boel op te lossen. ‘Hoe directer je het gesprek aangaat, hoe makkelijker je op een muur stuit.’
Zonder oordeel
Dan de neutraliteit. Ook dat klinkt makkelijker dan het is. ‘Wees eerlijk naar jezelf’, zegt Mulder, ‘Hoe vaak heb je niet je oordeel al klaar als je bij iemand die tot zijn/haar nek in de schulden zit, een kast van een televisie ziet staan, of hij/zij een pakje sigaretten rookt per dag? Zonder oordeel zijn is lastig, maar ontzettend belangrijk. Die oordelen belemmeren het contact van mens tot mens en brengen een oplossing ook niet dichterbij,’ aldus Mulder. Zijn advies: probeer zo neutraal mogelijk te zijn én focus op het positieve. ‘Het feit dat iemand met jou in gesprek is, is bijvoorbeeld al positief. Of als je naar het verleden kijkt, benoem dan dat iemand zijn/haar best heeft gedaan – en het daarom verdient om uit de ellende te komen.’
(On)gemotiveerd
Een goed voorbeeld van zo’n positieve insteek is om er altijd van uit te gaan dat mensen gemotiveerd zijn iets aan hun situatie te doen. Heel vaak gebeurt dat niet, weet Mulder. ‘Ik krijg zo vaak de vraag: Wat doe ik met ongemotiveerde mensen? Dan zijn cliënten bijvoorbeeld niet op een afspraak gekomen en dat wordt dan geïnterpreteerd als: hij/zij is niet gemotiveerd. Maar meestal zit daar iets heel anders achter. Het gevoel: het lukt toch niet, ik kan het niet. En dan komen we weer bij die schaamte. Mensen schamen zich daarvoor en dan trekken ze zich terug. Daarom benadrukte ik als schuldhulpverlener altijd: het is niet erg als iets niet lukt.’
Nieuwsgierig
Hulpverleners hebben vaak de neiging om het al voor iemand in te vullen, weet Mulder. En in dit geval negatief: hij of zij is niet gemotiveerd.’ Ook voor de ander denken en te snel met oplossingen komen, zijn valkuilen waar Mulder hulpverleners vaak in ziet trappen. ‘Check goed of wat je voor mensen doet ook echt is wat ze willen. Wees oprecht nieuwsgierig naar wat hen weerhoudt, naar waardoor iets niet is gelukt en naar wat ze nodig hebben. Benoem ook de schaamte en waar die door wordt veroorzaakt. Ga daarover in gesprek. Van mens tot mens. Neutraal, zonder oordeel. Dat gaat je heel veel opleveren.’