Identiteit, wie ben ik nu eigenlijk?, is voor elke puber een thema. Voor LHBTI-jongeren speelt dit extra sterk. ‘Ontdekken wie je bent, zeker als je behoort tot een minderheid, gaat in fases’, vertelt Boss. ‘Het begint vaak met twijfel. Bijvoorbeeld als een jongen merkt dat zijn vriendengroep vooral naar meisjes kijkt en hij het zelf leuker vindt om naar jongens te kijken. Hij gaat dan om zich heen kijken: zijn er andere jongeren voor wie hetzelfde geldt? En zijn er online en op tv vloggers of bekende Nederlanders in wie ik me kan herkennen?Het belangrijkste is dat professional, ouders en andere volwassenen om hen heen, de zoekende jongeren laten weten: het is oké dat je het nog niet weet. Dat is normaal.’
Iedereen is anders
Om dit statement extra kracht bij de zetten is de website iedereenisanders.nl helemaal vernieuwd. De website is een samenwerkingsproject tussen Movisie, 113 zelfmoordpreventie, COC Nederland en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op de website staat verhalen en filmpjes van jongeren die vertellen over hun eigen zoektocht, en tips voor jongeren, ouders en professionals. Aanvullend is er een campagne gestart onder de #kweetnie. Op Instagram delen bekende vloggers hun verhaal onder die hashtag.
Heteronormativiteit
‘In onderzoek van een paar jaar geleden onder jeugdzorginstellingen ontdekten we helaas nog hoe heteronormatief professionals denken: iemand is een man óf een vrouw en valt op het tegengestelde geslacht’, vertelt Boss. ‘Jongerenwerkers gaven aan dat ze het niet over seksuele oriëntatie of identiteit hebben met de jongeren. Ze vinden het te privé of ze zijn zich er niet van bewust dat het speelt. Het zou goed zijn als de professionals zich bewuster worden dat dit voor veel jongeren wel een onderwerp is, en hoe ze hier ruimte voor kunnen maken.’
Neutralere vraag
Een simpele manier waarop professionals dit volgens Boss kunnen doen, is in gesprekken over hun (geestelijke) gezondheid. In vragenlijsten kan bijvoorbeeld een vraag opgenomen worden zoals ‘zijn er nog andere dingen die ik over je moet weten?’. Of als ze met jongeren over hun vriendschappen en liefdesleven spreken, kunnen ze beter vragen: ‘Ben je wel eens verliefd geweest?’ dan bij een meisje gelijk te vragen: ‘Heb je wel eens een vriendje gehad?’.
Disclosure
‘Het is belangrijk je als professional te realiseren dat jongeren het vaak niet in één keer op tafel gooien’, zegt Boss. ‘Maar met het stellen van neutralere vragen, laat je zien dat je breder kijkt dan die heteronormativiteit.’ Vele jongeren die uit de kast zijn gekomen vertellen dat ze er lang in hun eentje mee hebben rondgelopen. ‘Als ze uit de kast komen, doen ze dat meestal eerst bij iemand waarvan ze weten dat die oké is met hun identiteit of seksuele orientatie . Des te belangrijker dus dat je als professional duidelijk maakt dat je open staat voor seksuele- en genderdiversiteit.’
Suïcidale gedachten
‘Als jongeren het gevoel hebben dat ze niet bij hun ouders, vrienden, docenten of andere professionals ermee aan kunnen komen, kunnen ze hier erg eenzaam van worden,’ geeft Boss aan. ‘Onderzoek wijst uit dat LHBTI-jongeren vier tot vijf keer zo vaak suïcidale gedachten hebben als hun heteroseksuele leeftijdsgenoten.’
Vooruitgang
Maar, naast alle dringende oproepen aan professionals en ouders om meer ruimte te geven aan seksuele- en genderdiversiteit, wil Boss ook benadrukken: ‘Er is al heel veel verbeterd de afgelopen twintig jaar. Er is steeds meer acceptatie en er zijn steeds meer voorbeelden en rolmodellen voor deze jongeren. Dat het onderwerp ook wordt behandeld in populaire soaps zoals in GTST en Spangas, vind ik veelzeggend. We zijn er nog niet, maar ik ben wel hoopvol dat tegen de tijd dat mijn kinderen in de brugklas zitten het klimaat weer stuk opener is.’
We kennen al de letters LHBT (lesbisch, homoseksueel, biseksueel en transgender), maar Movisie zet tegenwoordig ook de I van intersekse in dit rijtje. Boss: ‘Intersekse is een parapluterm voor diverse aangeboren condities waarbij de ontwikkeling van het chromosomale, gonadale (geslachtsklieren) of anatomische geslacht verschilt van de norm. Mensen met een intersekse ervaring identificeren zich meestal als man óf vrouw. De oude naam hiervoor, (pseudo)hermafroditisme, wordt over het algemeen als kwetsend ervaren. Het Sociaal en Cultureel Planbureau schat dat 1 op de 200 mensen een intersekse ervaring heeft. Dat betekent dat er ongeveer 85.000 mensen in Nederland zijn met een vorm van intersekse.’