Zowel professionals als leken weten niet wat zij moeten doen als ze het vermoeden hebben dat een vrouw in gedwongen isolement zit. Veel mensen in het Rotterdamse Delfshaven kennen gezinnen waarvan de vrouw waarschijnlijk gedwongen binnen zit, maar doen zij daar weinig mee. Soms vanuit ontkenning – misschien wil die vrouw helemaal niet naar buiten. Soms uit vrees dat een aangifte of melding de ellende alleen maar vergroot.
Melding
Terwijl je altijd wel iets kunt doen, volgens Vanessa Kwasiba, caseworker bij Rotterdamse opvang- en hulpinstelling ArosA. Eens per maand krijgt zij een nieuwe cliënt die opgesloten heeft gezeten. ‘Volg je intuïtie. Komt een vrouw nooit buiten, of maakt ze nooit een praatje als ze haar kinderen naar school brengt, dan is dat raar. Probeer haar aan te spreken. Zeg je “volgens mij gaat het niet goed met je”, dan kun je het taboe doorbreken. Lukt dat niet, doe dan een melding.’
Het Verwey-Jonker Instituut deed in opdracht van de gemeente Den Haag onderzoek naar hoe groot deze problematiek is in de stad. De afgelopen jaren zijn er in Den Haag al resultaten geboekt met de hulp aan vrouwen die in een isolement zitten. De gemeente wilde desondanks onderzoek naar een nóg moeilijker bereikbare groep. Lees hier meer over het onderzoek naar gedwongen isolement >>
School
Kwasiba vertelt over een vrouw die na een jaar in de opvang sinds kort zelfstandig woont. ‘Een leraar zocht contact met haar vanwege het moeilijke gedrag van haar kinderen. Telkens hield een familielid met mooie praatjes de boot af. Totdat de school voor één kind een begeleider wist te regelen, die regelmatig over de vloer kwam. Die heeft uiteindelijk het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld gebeld.’
Signalen
Zeki Celikkaya werkte eerst als schoolmaatschappelijk werker, daarna als maatschappelijk werker en vervolgens als wijkwerker bij Zowel! Delfshaven. Als schoolmaatschappelijk werker leerde hij signalen van gedwongen isolement herkennen. ‘Als we van een kind altijd de vader zagen, zelfs als we naar de moeder vroegen, dan beschouwden we dat als mogelijk signaal en probeerde ik bij het gezin thuis te komen. Dat doe ik nu als ik van mannen die ik wegens schulden begeleid, nooit de vrouw zie.
Activiteiten
‘Ik word dan een kameleon: ik neem de kleur aan die nodig is om “mijn prooi te vangen”, uit te vinden wat er aan de hand is en zo nodig de vrouw te helpen. Soms spreek ik de man direct aan, andere keren zoek ik andere ingangen: een familielid, een sleutelfiguur, iemand van de moskee of de school, de huisarts of het consultatiebureau. In een later stadium zetten wij deze netwerken ook in om hen te begeleiden naar activiteiten buitenshuis.’
Vertrouwen
Om te kunnen signaleren en ingrijpen, is het volgens Celikkaya belangrijk dat je veel bewoners en professionals kent en dat zij jou kennen en vertrouwen. En dat je goed kijkt wat bij elke specifieke situatie past. ‘Soms kom je op onverwachte oplossingen. Een vrouw die ik vorig jaar begeleidde, wilde scheiden. Ze had een goed huwelijk, totdat haar man en zij uit een ander Europees land naar Nederland verhuisden, waar zijn ouders wonen. Opeens verbood hij haar om langer dan een uurtje per dag naar buiten te gaan en verder te studeren.
Emancipatie
‘De vrouw was bang dat een scheiding de problemen groter zou maken. We bespraken hoe haar man zo veranderd was. Dat lag niet alleen aan zijn ouders; hij had ook geldzorgen. In plaats van een scheiding voor te bereiden, werkten we aan een plan waarin zij zou gaan werken om haar man te helpen. Eerst werd hij boos. Later stemde hij ermee in dat zij met een vrouwelijke re-integratiecoach op zoek ging naar een kleine baan in de buurt. Zijn ouders zijn nog steeds tegen, maar omdat we de man mee hebben, heeft zij in ieder geval steun. Het is een emancipatieproces, voor de hele familie.’
Wantrouwen
Helaas kan Celikkaya gedwongen verborgenheid niet altijd doorbreken. ‘Soms is het wantrouwen zo groot dat een familie besluit elk contact af te houden. Of staan mensen nergens ingeschreven en zijn onvindbaar. In beide gevallen kun je niks.’ Maar vaak komt het goed. Ook met de vrouw die wilde scheiden. ‘Ze is begonnen aan een baan voor zestien uur.’