‘De buurt is terug in het beleid’, constateert Engbersen die al een tijdje meeloopt in het sociaal domein. ‘Vijfentwintig jaar geleden schreef ik mee aan een publicatie met de titel: In de ban van de buurt. Die zin zou je nu zo weer kunnen gebruiken.’
Coronavirus
Dat heeft volgens Engbersen een aantal oorzaken, en de coronacrisis is daar een van. Het belang van de buurt was voor kwetsbare groepen, mensen met beperkte mobiliteit door bijvoorbeeld een beperking, geldgebrek, ouderdom of werkloosheid, altijd al groter dan voor mensen die bijvoorbeeld elders werkten en recreëerden, maar door corona werd de buurt voor veel meer mensen hun hele leefwereld. Engbersen: ‘Sommigen leerden door het massale thuiswerken nu pas echt hun buren kennen, en door het dagelijkse ommetje hun buurt.’
Kwetsbare buurten
Andere factoren zijn volgens Engbersen buurtgericht beleid zoals de energiestransitie (huizen van het gas af) en maatschappelijke ontwikkelingen als vergrijzing en extramuralisering. Daardoor neemt met name de druk op toch al kwetsbare wijken toe. Engbersen: ‘Je ziet dat de kloof tussen buurten waar het goed gaat en buurten waar het slecht gaat, groeit. Kwetsbare buurten dreigen weg te zakken. Dat maakt ‘buurtbeleid’ urgent.’
Zeggenschap
Als beleid en maatregelen van bovenaf gedropt worden, kunnen bewoners zich echter enorm overvallen voelen, weet Engbersen uit zijn eigen omgeving. ‘Ik woon in Rotterdam en hoef hier maar naar de Tweebosbuurt te kijken, waar bewoners tevergeefs protesteerden tegen sloop.’ Een buurtagenda kan een manier zijn om dat te voorkomen. ‘Het is een poging om mensen meer zeggenschap te geven over hun eigen leefomgeving.’
Gezamenlijke visie
Een buurtagenda is een gezamenlijke visie van de belangrijkste partijen in een wijk over waar het heen moet met een buurt, zegt Engbersen. Dan gaat het om de wensen en behoeften van bewoners, maar ook om die van de ondernemers in een wijk, van de woningbouwcorporatie(s), welzijnsorganisaties, sportclubs en culturele instellingen. ‘Hoe maken we de buurt groener? Of veilig(er)? Hoe zorgen we dat de leefbaarheid verbetert? Dat zijn vragen die in een buurtagenda aan bod kunnen komen. Een buurtagenda voorkomt versnippering en geeft richting.’
Rol sociaal werker
Dat klinkt simpel, maar is het in de praktijk niet altijd. Het begint al met de vraag: hoe betrek je niet alleen de ‘usual suspects’ (de bewoners die al in allerlei bewonersinitiatieven en inspraakorganen zitting hebben), maar ook de mensen die moeilijk(er) bereikbaar zijn. Zoals de mensen met een beperking of een ‘lastig leven’. ‘Dat vergt extra inspanning’, zegt Engbersen. ‘Maar het is wel belangrijk.’ Immers: hoe breder gedragen, hoe meer belang en gewicht de buurtagenda heeft. Hij ziet hierbij een belangrijke een belangrijke rol weggelegd voor sociaal werkers. Als iemand in de wijk goed contact en een vertrouwensband heeft met de kwetsbaarste en meest onzichtbare groepen heeft, zijn zij het wel.
Buurtscan
Als de groep eenmaal gevormd is, hoe dan verder? Een buurtscan is een goed startpunt, stelt Engbersen. Sterker nog, in de handleiding gaat die zelfs vooraf aan het bijeenbrengen van alle relevante partijen. Zo’n buurtscan is een statistische analyse van een buurt: hoeveel ouderen wonen in de wijk? Hoeveel alleenstaanden? Hoeveel groen is er? Wat zijn zwakke en sterke kanten? Deze gegevens zijn op diverse plekken – in de handleidingen staan een groot aantal daarvan genoemd – voorhanden, zegt Engbersen, die dit het buitenperspectief noemt.
Verhalen
Die cijfers bieden al veel informatie, maar schieten ook tekort. Zeker als het gaat om microniveau: bepaalde straten, portieken, plekken in de buurt. Cijfers geven immers vaak gemiddelden. Die kwantitatieve gegevens moeten dan ook worden aangevuld met kwalitatieve, ofwel de verhalen. Over hoe die op te halen, geeft de handleiding veel voorbeelden, variërend van een wijk- en buurtschouw tot interviews, tot diverse storytelling en theatervormen. Engbersen noemt dit het binnenperspectief.
Grootste uitdaging
Zijn binnen- en buitenperspectief in kaart gebracht tot een goed beeld van de wijk, dan is het zaak de thema’s te bepalen. Wat zijn de prioriteiten? Verkeersveiligheid? Groen? Ouderen? En wat zijn de wensen en behoeften? En dan volgt de grootste uitdaging van het hele proces: komen tot een gezamenlijke visie. Engbersen: ‘De uitdaging is: kan een buurtagenda tegenstellingen overbruggen? Daarvoor zal heel wat gepolderd moeten worden. En het zal ook niet altijd in harmonie gaan. Belangen en visies kunnen immers flink botsen.’
Professionele begeleiding
Dat mensen met verhitte koppen tegenover elkaar staan, is volgens Engbersen echter helemaal niet erg. ‘Het maken van een buurtagenda mag best een strijdtoneel worden. Maar als de stofwolken zijn neergedaald, moeten mensen er wel met elkaar uitkomen. Dat vraagt van iedereen dat ze hun eigen belang kunnen overstijgen en compromissen kunnen sluiten.’ En dat vraagt ook professionele begeleiding en ondersteuning, aldus de handleiding. Sociaal werkers zijn daar volgens Engbersen bij uitstek geschikt voor, als zijnde de voelsprieten en de verbinders in de wijk.
Gemeentelijke beleid
Tot slot is het belangrijk om de wensen en visies te verbinden met gemeentelijk beleid, aldus Engbersen. Dat geeft immers de meeste kans dat wensen ook worden uitgevoerd. Dat wil niet zeggen dat iedereen naar de pijpen van een gemeente moet dansen; dan is er is geen buurtagenda nodig. Maar, zo adviseert de handleiding, het is bijvoorbeeld wel een goed idee om bij een bepaald beleidsterrein betrokken ambtenaren te laten aanschuiven, meedenken en meepraten.
Hou het simpel
Hoe intensief en tijdrovend het hele proces is, is volgens Engbersen moeilijk te zeggen, want dat is erg afhankelijk de lokale situatie. ‘Maar ons advies is: hou het simpel. Kies bewust en beperk je tot enkele thema’s, instrumenten en methodieken. In de beperking toont zich de meester.’