Marjan van der Zee heeft samen met Nicoline van Oorschot een trainingsbureau opgezet. In de trainingen die ze geven, bieden ze professionals, zoals sociaal werkers, advocaten en rechters, handvatten die hen helpen om een kind goed bij het proces te betrekken. Van der Zee: ‘Het doel van de trainingen is dat de professional de gewenste informatie krijgt en het kind zich gezien en gehoord voelt.’
Ouders
Zeker wanneer ouders in een (v)echtscheiding belanden, is het volgens Van der Zee belangrijk dat kinderen meegenomen worden in het proces dat daarop volgt. ‘Uit verschillende onderzoeken blijkt dat kinderen vaak geen idee hebben wat er aan de hand is. Bespreek je de situatie niet met hen dan maken ze er een eigen verhaal van, voelen ze zich niet serieus genomen en hebben ze soms zelfs het gevoel dat ze zelf de oorzaak zijn van de scheiding. Ook op latere leeftijd kunnen ze nog last houden van deze gevolgen. Luister dus ook naar het kind en betrek het bij het proces. Leeftijd maakt hierbij niet uit. Met ieder kind dat kan praten, kun je op hun niveau een gesprek hebben en uitleggen wat er aan de hand is.’
Loyaal
Van nature zijn kinderen heel loyaal aan hun ouders. Tijdens een scheidingsproces kunnen ouders kinderen soms onbedoeld onder druk zetten en onbedoeld kritiek op de ander uiten. Bijvoorbeeld door ruzie te maken binnen gehoorsafstand van de kinderen of door opmerkingen te maken als ‘dat is typisch je vader’ of ‘zo hadden we het niet afgesproken’. Van der Zee: ‘Wanneer de ene ouder kritiek geeft op de ander of negatief praat over de ander, kan een kind zich daardoor ook afgewezen voelen. Maak ouders daarvan bewust. Lukt het ze niet om positief over elkaar te praten, help ze dan om te zorgen dat ze in elk geval neutraal over elkaar kunnen praten.’
Overeind houden
Van der Zee benadrukt dat het ten alle tijden goed is om eerlijk tegen kinderen te zijn. ‘Maar houd daarbij wel beide ouders overeind. Help ouders om de zaken die tussen hen spelen als partners te scheiden van de zaken die tussen hen spelen als ouders. Gaan ze uit elkaar door iets wat tussen hen speelt als partners, maakt dat geen van beiden een slechte ouder. Stel bijvoorbeeld dat moeder een nieuwe vriend heeft. Zij kan uitleggen dat ze niet meer van papa houdt en papa kan zeggen dat mama nu iemand anders heeft, maar ze moeten beiden proberen de lading die ze als volwassene bij deze situatie voelen weg te houden bij het kind. Het gaat erom dat het kind weet wat er aan de hand is en alle ruimte krijgt om van beide ouders te mogen houden.’
Marjan van der Zee is één van de sprekers op het Zorg+Welzijn congres Huiselijk geweld op 6 juni 2018. Op dit congres beantwoorden onder meer Van der Zee, Iva Bicanic en Jan Willems de vraag: Hoe zorg je voor een effectieve multidisciplinaire aanpak van huiselijk geweld in jouw regio? Meer informatie of inschrijven >>
Kiezen
Maar niet alleen de ouders moeten met hun kind(eren) in gesprek. Ook als professional kan het heel waardevol zijn om het kind, zonder de ouders erbij, te spreken. ‘Veel kinderen ervaren het als positief als je dat doet. Let er bij deze gesprekken op dat je een houding aanneemt die laat zien dat je het kind serieus neemt en luister naar wat het kind je te vertellen heeft. Wil je voorkomen dat een kind sociaal wenselijke antwoorden geeft, stel dan de juiste vragen. Vraag bijvoorbeeld niet waar het kind wil zijn, maar vraag wat er goed gaat als het kind bij mama of papa is, waar hij zich zorgen over maakt en wat hij graag anders zou willen. Stel de vraag dus wat algemener. Zo voorkom je dat een kind moet kiezen.’
Eerlijk
En stel je toch een keer de verkeerde vraag? Dan merk je dat volgens Van der Zee snel genoeg. ‘Kinderen zijn over het algemeen heel open en eerlijk. Stel je een vraag die misschien niet zo handig is, dan merk je dat aan bijvoorbeeld een verbaasde blik. Of een kind zegt je eerlijk dat hij het een rare vraag vindt. Daar hoef je niet van te schrikken. Kinderen zijn eerlijk, wees dat zelf ook. Spreek uit dat de vraag misschien inderdaad niet zo handig was en herformuleer.’
Grens
Een laatste tip die Van der Zee heeft, is om altijd duidelijk te zijn waar de grens ligt. ‘Doe nooit toezeggingen die je niet waar kunt maken. Dat geldt in het contact met kinderen, maar ook in het contact met volwassenen. Wees duidelijk over wat je met een gesprek wilt bereiken en wat jouw rol in een proces is. Vertelt een kind je iets in vertrouwen? Zeg dan niet toe dat je er met niemand over zult praten. Wanneer de informatie belangrijk is, kun je het kind ook niet helpen als je het voor jezelf houdt. Leg dit uit, doe geen dingen die het kind niet weet en kijk samen met het kind wat je met de informatie kunt doen zonder het kind te schaden.’