‘Hoe verder van het veld, hoe minder leuk het wordt’ Dat is wat Cruijff in een documentaire zei. Herkenbaar en ik zeg daarom altijd tegen jongerenwerkers dat ze in de uitvoering moeten blijven, zolang ze het leuk vinden. Jongerenwerker, coördinator, teamleider, manager, directeur. De ‘carrièrestappen’ die je steeds verder van het veld brengen en waardoor je de geur van de sportvelden, het geluid van enthousiaste jongeren en het teamgevoel meer en meer gaat missen.
Verschraling van kennis en kunde op managementniveau
Er is nog een reden waarom ik hoop dat jongerenwerkers lang in de uitvoering blijven. Namelijk, dat er een tekort is aan leidinggevenden met ervaring in het jongerenwerk. Net als in veel andere sectoren is er sprake van een verschraling van kennis en kunde op managementniveau. Ik ben van mening dat je in de rol van leidinggevende in het jongerenwerk een groter verschil kan maken als je zelf de nodige vlieguren hebt gemaakt in het werk.
Jongerenwerk-organisatie is geen KLM of Tesla
Ik weet niet waarom, maar managers willen vaak vooral strategisch bezig zijn, lang en veel vergaderen, enzovoorts. Onzinnig. Een jongerenwerkorganisatie is geen KLM, Unilever of Tesla. Het zijn organisaties met weinig personeel die subsidie zo efficiënt en effectief mogelijk moeten inzetten, zodat veel jongeren ondersteuning kunnen krijgen. Als leidinggevende moet je gewoon met je voeten deels in de klei staan om verschil te kunnen maken. Ik heb dat altijd gedaan, als teamleider en manager. Ook als directeur van mijn eigen bedrijf dat ik in 2006 ben begonnen, omdat ik een andere kijk op managen had. Eigenwijs, werd ik genoemd.
Geen carrièrestap, maar wel leuk en zinvol
Iets meer dan een jaar geleden, toen ik op het punt stond om me meer op interim management en training te gaan richten, zag ik een vacature voor teamleider in Zoetermeer. Parttime. Geen carrièrestap, werd me duidelijk verteld, maar wel iets wat me leuk en nuttig leek. Ik mocht onder grote druk iets van scratch opbouwen. Dat is wat ik het liefst doe. Ik kreeg de vrijheid die ik nodig had om een nieuw team te vormen en een divers aanbod te ontwikkelen en mocht me bezighouden met wat het meest complexe deel van een managementfunctie is in het jongerenwerk. Het was puzzelen, balanceren, interveniëren, schakelen, incasseren, beslissen. Non stop.
Omgaan met vanzelfsprekende weerstand
Omgaan met de vanzelfsprekende weerstand die ontstaat bij veranderingsprocessen om uiteindelijk samen beter te worden…. heerlijk. Teamleden mogen kritiek op me hebben en boos worden. Ook daar ben ik voor. Mijn taak is om goed uit te leggen waar we naartoe gaan en hoe we daar samen kunnen komen. Ik ben geen micromanager, maar sta ook niet op grote afstand. Ik intervenieer niet bij de minste of geringste irritatie binnen een team. Lossen ze eerst zelf maar op. Wat ze zelf kunnen, moeten ze zelf doen. Ik geniet stilletjes als ik zie dat ze progressie boeken en laat mij ondertussen af en toe de boeman maar zijn voor een deel van het team.
Elkaar naar een hoger niveau tillen
Na een jaar staat er een team dat trots is op wat het heeft bereikt. Het lelijke eendje is een mooie zwaan geworden. Er is een soort familiegevoel ontstaan. Een familie waar ook weleens ruzie gemaakt mag worden. We lachen veel en ik ben zelfs een beetje gek op ‘mijn’ mensen geworden, al zal ik dat niet hardop zeggen. Ik denk nu te weten wat Santana, een nog oudere bok dan ik, voelt als hij met allemaal jonge muzikanten optreedt. Het is een mooie mix waarin iedereen elkaar beïnvloedt. We tillen elkaar naar een hoger niveau. Ik leer ook van de jonkies en voel me blij en trots dat het team staat. Ik, samen met het team, heb toch een beetje verschil gemaakt. Met mijn voeten in de klei. En dat is wat me drijft.