Sociaal werkers komen veel cliënten tegen die op geen enkele manier hulp lijken te kunnen krijgen. Regels blijken taai en niemand lijkt een uitzondering te willen maken.
‘Niet voldoende problematisch’
Neem de zwangere Sanne die opgroeide in jeugdzorginstellingen en geen vast onderdak heeft. Koste wat het kost wil ze voorkomen dat haar baby straks ook uithuisgeplaatst wordt. Dus doet ze een aanvraag voor een woonvergunning. Die wordt afgewezen. Haar situatie wordt niet als voldoende problematisch gezien. Sanne zoekt vervolgens hulp bij het wijkteam. Maar dat gaat niet over woonproblemen.
Bang voor ‘precedentwerking’
Zes maanden later, vlak voor de bevalling, trekt Sanne toch weer aan de bel bij het wijkteam. Om te voorkomen dat ze straks op straat belandt, wil wijkteammedewerker Iris haar wel helpen. Ze legt Sanne’s probleem voor bij de doorbraaktafel. Hier schuiven de gemeente, woningbouwcorporaties en zorginstellingen aan om vastgelopen casussen vlot te trekken. Daar willen ze Sanne geen sociale huurwoning geven. Dat zou precedentwerking in de hand werken en dat vergroot de kans dat straks alle dakloze zwangere vrouwen op de stoep staan.
Ook bij het moeder-en-kindhuis is geen plek voor Sanne. Ze heeft immers geen complexe hulpvraag. Uiteindelijk huurt Iris dan maar een hotelkamer voor Sanne van een budget dat daar niet voor is bedoeld. Ze hoopt dat als de baby er eenmaal is, ze alsnog een oplossing vindt.
Oplopen tegen muren en systemen
Voor Harry Kruiter is een casus als die van Sanne herkenbaar. ‘Instanties wijzen zo vaak routinematig af dat ze niet eens meer de moeite nemen om te achterhalen in welke situaties burgers zitten. Dit speelt niet alleen bij huisvestingsproblemen maar ook bijvoorbeeld bij schuldenproblematiek, het aanvragen van een uitkering of zorg. Burgers en professionals lopen op tegen muren en systemen. Burgers voelen zich daardoor niet meer gehoord en voor professionals die maatwerk willen leveren zijn deze processen enorm tijdrovend.’
Welke argumenten gebruiken instanties voor een afwijzing?
Kruiter: ‘In veel gevallen is het een terechte afwijzing omdat ze echt niets voor de betreffende cliënt kunnen doen. Bijvoorbeeld omdat hij of zij niet tot de doelgroep behoort. Maar bij een routinematige afwijzing gebruiken instanties hardnekkige defensieve methoden. Ze zeggen dat het niet kan en mag volgens de wet of de regels. Het te duur is of dat ze bijvoorbeeld geen precedentwerking willen. Ze denken ook niet mee hoe en waar je het probleem dan wel kan oplossen.’
Hoe kun je als sociaal werker afwijzingen van instanties doorbreken?
‘Vaak raken sociaal werkers overrompeld door de argumenten van instanties. Daardoor hebben ze op dat moment te weinig tegenargumenten en kunnen ze niet goed genoeg overtuigen. Dat frustreert enorm. Op den duur steken ze hun nek dan niet meer uit voor een cliënt die iets extra’s nodig heeft. Tegenkracht is nodig.
Om dit te stimuleren heeft het IPW de doorbraakmethode ontwikkelt. Dit is onder andere een digitale tool waarmee je per casus maatwerk makkelijker, goedkoper en sneller voor elkaar krijgt. De tool geeft bijvoorbeeld een eenvoudig overzicht welke wetten en uitzonderingen op cliënten van toepassing zijn. Want de wet biedt meestal voldoende ruimte om vraagstukken op te lossen. Met de tool kun je uitrekenen wat de maatschappelijke kosten en baten zijn als je wel en geen maatwerk levert. Instanties willen vaak kosten besparen maar dat brengt meestal veel andere kosten met zich mee. De tool helpt je ook begrijpen waarom iemand bepaalde extra voorzieningen nodig heeft om het te redden. Vaak is het idee dat als je mensen zo min mogelijk geeft, ze harder gaan werken om het te redden. Dat blijkt in de praktijk niet te kloppen. Sommige mensen redden het juist alleen als je ze iets meer geeft.’
Bruggenbouwers op congres navigeren tussen overheid en burger
Het vertrouwen in de overheid om problemen op te lossen neemt steeds verder af. Sterker nog, steeds meer mensen zien de overheid en haar instellingen als een belangrijke oorzaak van hun problemen. Dit gevoel van gebrek aan inspraak draagt bij aan het wantrouwen en de spanningen tussen burgers, overheidsinstanties en hun instituten.
Op 27 november brengen we professionals uit het sociaal domein bijeen op het congres Sociaal werk: navigeren tussen overheid en burger om deze dynamiek uitgebreid te verkennen. Het doel is om inzicht te bieden in hoe sociaal werkers effectief kunnen handelen, ondanks de toenemende politieke verdeeldheid en het afnemende vertrouwen in maatschappelijke organisaties. Harry Kruiter is een van de sprekers, ook Redouan El Khayari en Jurja Steenmeijer komen bruggen bouwen. Lees hier het programma.
Kunnen sociaal werkers dit alleen?
‘Nee, dat moet collectief gebeuren. Juist toegangsmedewerkers, beleidsmakers en directeuren moeten beter leren begrijpen waarom doorbraken relatief vaak noodzakelijk zijn in individuele situaties. Sociaal werkers zijn van essentieel belang om deze verandering mede in gang te zetten. Zij kunnen als geen ander in de taal van deze toegangsmedewerkers en beleidsmedewerkers uitleggen hoe de individuele en specifieke situaties van gezinnen zijn. Deze collega professionals ‘zitten’ meer op regels, protocollen en procedures. Vooral als het ingewikkeld wordt ‘vluchten’ ze graag in de taal van regels en geld om nee te zeggen. De doorbraakmethode helpt sociaal werkers uitleggen waarom een doorbraak een goed idee is. Daarmee kunnen ze de afwijzing van deze collega’s een stap voor zijn.’
Herstel je met deze werkwijze het vertrouwen van burgers?
‘De vraag wat de burger zelf wil, wordt heel vaak niet eens gesteld. Naarmate je binnen het systeem mogelijkheden hebt cliënten beter te helpen, des te opener kun je het gesprek met ze aangaan. In plaats van direct te zeggen dat iets niet kan, kun je dan naar hen luisteren en samen gaan verkennen wat wel mogelijk is. Dat geeft mensen die al heel lang in gedoe met hulpverleners zitten veel lucht.’