Deze conclusies trekken onderzoekers van het Trimbos-instituut in een in de Archives of

Sexual Behavior gepubliceerd artikel over het verband tussen seksuele voorkeur

en suïcidaliteit.

Het artikel is geschreven in samenwerking met de Columbia University in New

York. De onderzoekers maakten gebruik van de gegevens uit de Netherlands Mental

Survey and Incidence Study (NEMESIS), een door het Trimbos-instituut in de jaren

1996 tot 1999 uitgevoerd groot landelijk psychiatrisch-epidemiologisch onderzoek

onder de algemene Nederlandse bevolking van 18-65 jaar. Hierin werd onder meer

gevraagd naar suïcidegedachten en -pogingen. Ook werd gevraagd naar de seksuele

voorkeur van de respondenten.

Psychische aandoeningen

Uit eerder onderzoek was al bekend dat homoseksuele mannen vaker psychische

aandoeningen hebben dan heteroseksuele mannen. Daarbij hangt het hebben van een

psychische aandoening weer samen met suïcidaliteit. Vergeleken met

heteroseksuele mannen hebben homoseksuele mannen een aanzienlijk grotere

kans om ooit in hun leven suïcidegedachten te hebben (40,2% tegenover 7,8%).

Daarbij hebben ze een nog grotere kans ooit een zelfmoordpoging te doen (14,6%

tegenover 1,6%).

Toegenomen acceptatie

Door de toegenomen maatschappelijke acceptatie van homoseksualiteit lag het

in de verwachting dat jonge homoseksuele mannen minder kans zouden hebben op

suïcidaliteit of zelfmoordgedachten. Maar dit blijkt niet het geval. Verder laat

het onderzoek zien dat discriminatie een zeven tot acht keer grotere kans op

suïcidegedachten kan veroorzaken bij homoseksuele mannen.Datum: 4 juli 2007