De VVD-bewindsman erkent dat steeds meer ziekenhuismedewerkers bezig zijn
met management en administratie. Hun aantal groeit, zoals onlangs bleek uit
cijfers van het CBS, twee keer zo hard als het behandelend en verpleegkundig
personeel.
‘Maar dat deze stijging ten koste zou zijn gegaan van het aantal
patiëntgebonden functies is niet juist’, aldus de minister.
Ter verklaring wijst Hoogervorst erop dat naar verhouding steeds meer
personeel direct contact heeft met patiënten. Dit aandeel steeg van 58 procent
van alle ziekenhuismedewerkers in 1997 tot 60 procent in 2004. De groep managers
en administratief personeel groeide in dezelfde periode van 15 tot 17 procent
van het totaal. Het aandeel facilitair personeel, zoals keukenmedewerkers en
schoonmakers, nam daarentegen af.
Hoogervorst wijst er verder op dat het zogenoemde overheadpersoneel niet
alleen bestaat uit managers. ‘Deze groep bestaat uit personeel dat zich niet
direct bezig houdt met de gezondheid van de patiënten maar met administratie,
automatisering, techniek, opleiding en organisatie.’ Deze medewerkers leveren
volgens de minister ‘een waardevolle bijdrage aan de zorgverlening in
ziekenhuizen’.
Op basis van de cijfers kan niet worden bepaald waar de ‘juiste balans’
ligt tussen ondersteunende en patiëntgebonden functies, aldus Hoogervorst. Het
CBS constateert evenwel dat de overhead is toegenomen ondanks tal van fusies, en
dat deze in ziekenhuizen ‘vrij hoog’ is vergeleken met bijvoorbeeld
verpleeghuizen. De minister stelt op zijn beurt dat er ‘altijd efficiencywinst
te behalen is’.
Topinkomens
Hoogervorst is wel van plan strenger te gaan controleren of topbestuurders
correct melding maken van de hoogte van hun inkomens. De regels laten volgens de
minister hier en daar ruimte aan de instellingen om vaag te blijven over de
salarissen van de top.
De laatste jaren is diverse keren gebleken dat topbestuurders in de
zorgsector zichzelf salarissen geven die veel hoger liggen dan de Tweede Kamer
wenselijk vindt. Hoogervorst wil instellingen dwingen bekend te maken hoeveel de
topmensen verdienen. Hij hoopt dat er zoveel maatschappelijk protest ontstaat
dat de organisaties de salarissen verlagen.
Hoogervorst heeft 160 instellingen gevraagd te verklaren hoe het komt dat
de salarissen van de directeuren hoger zijn dan de norm die onder meer hun eigen
belangenorganisatie heeft opgesteld. Meer dan helft van de ondervraagden (56
procent) ging niet in op die vraag maar zei dat het ministerie uitging van
verkeerde berekeningen.