Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties8

‘Hulpverleners moeten cliënt vaker confronteren met eigen gedrag’

Hoe ver mag je gaan als hulpverlener? Bij het ingrijpen in andermans leven liggen de dilemma’s en gevoeligheden voor het oprapen. Vier specialisten laten hun licht schijnen over de grenzen van de hulpverlening.
‘Hulpverleners moeten cliënt vaker confronteren met eigen gedrag’

Tineke van Uden, docent sociale studies, ziet de tendens dat de hulpverlening in kansarme wijken nogal eens doorslaat. Iedere keer een andere hulpverlener aan de deur heeft een tegenovergestelde werking. Mensen krijgen er genoeg van. Van Uden vindt het geoorloofd dat hulpverleners een cliënt benaderen die daar zelf niet om vraagt. Maar wel op basis van gegronde signalen, aldus Van Uden.

Fons Klaase, filosoof en hbo-docent Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, leert zijn studenten bewust te zijn van verschillende referentiekaders. Heeft een cliënt het recht zichzelf te verwaarlozen? Wat voor de een normaal is, is voor de ander extreem. Volgens Klaase is het gevaar dat hulpverleners steeds vaker worden ingezet om overlast terug te dringen. Dat dwingt hen in een controlerende positie: het gaat dan niet meer om hulp bieden.

De relatie tussen hulpverlener en cliënt is een samenspel waarbij de cliënt de regie heeft, stelt Judith Wolf, hoogleraar maatschappelijke zorg. Al zijn er situaties waarbij de hulpverlener de regie moet overnemen. Ze vindt het essentieel dat de hulpverlener de cliënt uitlegt wanneer deze grenzen overschrijdt en hem waarom hij daarop wordt aangesproken. Toch blijft het nog worstelen om het juiste samenspel te vinden, vindt de hoogleraar.

De jeugdzorg is een sector apart, waar mensen niet alleen verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven, maar ook voor dat van hun kinderen. Een gebied waar Carol van Nijnatten, sociaal wetenschapper en hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht, werkzaam is. Hij stelt dat hulpverleners het vaak moeilijk vinden te zeggen waar het op staat, omdat ze bang zijn dat de cliënt wegloopt. Van Nijnatten adviseert om cliënten vaker te confronteren met hun eigen gedrag, ‘want als je vrienden probeert te zijn met de cliënt, dan ben je juist bevoogdend bezig.’

Het uitgebreide artikel door Sigrid Starremansover de relatie tussen cliënt en hulpverlener staat in het zomernummer van Zorg + Welzijn (juli/augustus 2010). Losse exemplaren zijn hier te bestellen.

Bron: Foto: Martin Wieldraaijer

8 REACTIES

  1. hulpverleners moeten eerlijk zijn over hun rol. Dus als een reintegratiecoach slecht over je oordeelt staat de uitkering stil. Als de jeugdzorg beoordeelt dat de thuissituatie onhoudbaar is: pakken ze je kind af. ETc. elke hulpverlener werkt voor de overheid in een bepaalde rol. Ze zijn niet onafhankelijk per definitie: tenzij je werkt met vrijwilligers. Die zijn wel onafhankelijk. Maar betaalde hulpverleners zouden zich niet moeten verschuilen achter onwaarheden: ik ben er om jou te helpen: dat is niet zo: ze zijn er om hun werkgever te dienen en ze vinden dat die persoon een probleem heeft.
    Als je in een eerste intake gesprek heel duidelijk maakt wat je wilt: ik wil dat jouw kind minimaal op die en die manier leeft, en dit en dat is onacceptabel en dan ga ik hem hier weghalen. Dan kan zo’n persoon dat veel beter accepteren als je er vriendelijk uren mee gaat koffiedrinken en net doen of je vrienden bent. dat moet je gewoon niet doen: dan moet je vrijwilliger worden, je bent in dienst van een instantie en die instantie heeft een bepaald doel. Dat doel moet je communiceren met de client. Als je dat niet doet dan lieg je gewoon. Je moet altijd je eigen motieven duidelijk maken en daar niet over liegen.
    ook in het klein: ik was eens actief in een bewonerscommisie in een moeilijke buurt. En dan bel ik aan en zeg: ik ben van de bewonerscommisie en ons doel is al het afval op te ruimen en geen vuilniszakken elke dag buiten. Wilt u meewerken aan dit doel? Als ik ga zeggen: jij bent fout want je hebt op de verkeerde dag de vuilniszakken buiten gezet dan zal het antwoord zijn: wie ben jij en waar bemoei je je mee. Maar als je duidelijk maakt wie je bent en dat het niet persoonlijk is maar voor de hele flat, dan werken mensen best wel mee. Maar als je nee als antwoord geven dan moet je dat antwoord ook accepteren, je kunt het niet eisen alleen vragen. Als ze merken dat je ophoud met zeuren je mensen gewoon in hun waarde laat, komen ze de volgende keer zelf wel naar je toe.

  2. Lees alle reacties
  3. als iemand het een zegt, maar het ander denkt, dan voel je dat aan. Als een achterbakse hulpverlener je naar de mond praat maar in het dossier heel andere dingen over je schrijft: dan vraag ik: waarom heb je dit niet eerder tegen gezegd? Dan had men de eigen kant van de zaak kunnen vertellen. Ik vind het ronduit achterbaks als hulpverleners niet eerlijk zeggen wat ze in het dossier over mensen schrijven: dat is ronduit roddelen, en helemaal los van de werkelijkheid. Ik heb zelf namelijk in een verleden drie en een half jaar als hulpverlener gewerkt, en ik pakte er altid het dossier bij en liet gewoon zien wat de andere ”hulpverleners” over hen schreven, zefs de advocaat schreef over een dakloze ziekte heel denigrerend. Ik heb hem alle correspondentie laten zien en hen geadviseerd een andere hulpverlener en advocaat te nemen: want deze mensen staan niet aan zijn kant. Mijn ervaring als hulpverlener is: sommige instanties functioneren helemaal niet: Altrecht en jeugdzorg: ik heb met vele hulpverleners gesproken, ook als ”collega” en heb heel erge dingen gehoord. Iemand zij over een dakloze: als hij maar geen besmettelijke ziekte heeft, he; dat soort mensen kan ons ook infecteren? Zulke opmerkingen op een congres voor hulpverleners. Ik heb ook meegemaakt dat ze fascistische dingen zeiden over minderjarige dakloze vluchtelingen: dat soort mensen etc. Ook een maatschappelijk werkster heb ik eens horen zeggen: ”dat soort mensen heeft altijd wel wat”. Ik brief het letterlijk door aan de client. Ik zeg altijd wat ik denk en als iemand mij niet aanstaat dan help ik hem niet. Toen ik nog hulpverlener was zag ik mijn taak net als een advocaat: je staat onvoorwaardelijk aan iemands kant, maar je zegt wel de waarheid. Als de waarheden te veruiteen lopen stop je met de hulpverlening.
    Je bent geen opvoeder. Je moet ook je taak inperken: dat doen ook heel veel hulpverleners verkeerd. Als de hulpvraag is: huisvestiging: dan zoek je dat. Maar dan niet bemoeien met hun relatie of opleiding oid. Ik merk heel vaak dat hulpverleners echt ongewensste ”hulp” helemala buiten de hulpvraag om willen geven. Bij een reintegratiebureau waar ik werkte, kwam een werkeloze binnen die wilde geholpen worden bij het vinden van werk. Heeft die reintegratiecoach steeds maar gesproken over de scheiding van die persoon: die persoon zat steeds maar naar mij te kijken: help! hij durfde niet te zeggen: bemoei je met je eigen zaken” want dan zou zijn uitkering gestopt worden als hij niet ”meewerkte” met het traject. En die coach heb ik terechtgewezen maar hij begreep niet waar ik het over had. Hij vond juist dat ze zo goed en gezellig met elkaar gesproken hadden, en vond het belangrijk een ”band” op te bouwen. Maar ik weet zeker dat die man dat helemaal niet wilde.

  4. Het boek ‘Motiverende gespreksvoering’ van Miller en Rolnick biedt naar mijn idee een zeer behulpzaam perspectief om uit geschetst dilemma te komen. Het is een cliënt georiënteerde methode om mensen voor te bereiden op verandering waarbij de actieve inbreng en autonomie van de cliënt centraal staat.

  5. @fatimazohra hadjar: ik had het niet beter kunnen zeggen. Als cliënt van de gehandicaptenzorg word ik voortdurend opgezadeld met het idee dat ik het als cliënt alleen maar fout doe, en de hulpverlener alleen maar goed.
    Mijn advies: probeer zo lang mogelijk het zelf te rooien, want zodra je in de klauwen van de hulpverlening terecht komt wordt je zelfbeeld met de grond gelijk gemaakt!

  6. Als je clienten niet confronteert met hen eigen gedrag mis je naar mijn idee de basis van de hulpverlening.
    Zonder confrontatie bereik je niet dat de client na gaat denken over zijn problemen maar ook zijn mogelijkheden.
    Dit lijkt me behoorlijk essentieel in de voortgang van de hulpverlening.
    En wat betreft het confronteren van de hulpverlener met zijn gedrag: Een hulpverlener zou zichzelf dagelijks moeten confonteren met zijn handelen en gedrag. Reflecteren is voor een hulpverlener onmisbaar. Ook een hulpverlener is een mens net als de client.
    Confrontatie met eigen gedrag is nodig om tot goede inzichten te komen.
    De hulpverlener kan optimale hulpverlening bieden als hij/zij bereid is om net zo kritisch naar zichzelf te kijken als naar de client.

  7. Ik zou willen opmerken dat hulpverleners zich er eerst van bewust moeten worden dat ze met mensen te maken hebben.
    Vaak gaat het om machtsvertoon(vanuit hulpverlening)Hulpverleners moeten leren op clienten positief te benaderen, ze hoeven geen vrienden te worden, maar wederzijds respect is nodig.
    En ga met een ander om zoals jezelf geholpen zou willen worden als je om hulp vroeg.
    ga met jongeren om zoals jij zou willen dat er met jouw omgegaan moet worden.
    Dit geef ik mee aan mij stagiares en aan mijn jongeren.
    Mijn stagiares zien nu veel onrecht dat clienten wordt aangedaan door hulpverleners.Clienten moeten geconfronteerd worden met hun gedrag? moeten hulpverleners ook niet geconfronteerd worden met hun gedrag.Er zijn 2 nodig om iets succesvol te maken.

  8. Ik ben een gepensioneerde jurist, die wekelijks spreekuur houdt bij een uitdeelpunt van de voedselbank.
    Confronteren gaat uit de eigen verantwoordelijkheid van de mens.
    Ik heb veel te maken met minima die in problematische schulden zijn geraakt. Ik probeer mensen te laten nadenken over hun eigen aandeel, terwijl vaak 90% van de ellende is ontstaan door allerlei bureaucratie. Minima zijn voor de groot deel afhankelijk van aanvullend inkomen uit allerlei bureaucratische potjes. Verder werkt de schuldhulpverlening erg bureaucratisch. Ik spreek dus liever niet over confrontatie, maar hulp om hun eigen aandeel onder ogen te zien. Verder hebben ze veel bemoediging nodig en hulp om overzicht te krijgen van kafkajaanse situatie waarin ze vaak terecht zijn gekomen.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.