Ferdi Bekken is onderzoeker bij Fier, expertise- en behandelcentrum op het gebied van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Samen met collega’s startte hij in 2016 een onderzoek naar de wisselwerking tussen financiële problemen en het meemaken van geweld of een traumatische ervaring. Reden van het onderzoek? ‘We weten dat problemen vaak niet los van elkaar staan. Is er sprake van huiselijk geweld? Dan is er vaak ook sprake van financiële problemen die mogelijk zelfs zorgen voor de aanhoudende stress die tot het geweld leidt. Maar ondanks dat wel bekend is dat problemen niet los van elkaar staan, zijn hulpverleners toch geneigd zich in eerste instantie alleen op dat ene stuk te focussen waar hun expertise ligt. Op de lange termijn zorgt dit echter nooit voor een duurzame oplossing omdat een deel van het probleem in stand blijft.’
Wisselwerkingen
Bekken en zijn collega’s deden anderhalf jaar onderzoek naar de wisselwerkingen die er zijn tussen financiële problemen en het meemaken van geweld of een traumatische ervaring en anderzijds werd een training ontwikkeld om hulpverleners bewust te maken van die wisselwerking en hen praktische handvatten te bieden. Uit het onderzoek blijkt dat er vier manieren zijn waarop financiële problemen en geweld of een traumatische ervaring met elkaar kunnen samenhangen: een directe samenhang, een indirecte samenhang, vluchten voor geweld en slechte voorbeelden.
Directe versus indirecte samenhang
Van een directe samenhang spreekt Bekken als er sprake is van financieel geweld. Voorbeelden daarvan zijn het afpakken van de pinpas, het gebruiken van de identiteit van de partner om telefoonabonnementen of contracten af te sluiten of het plunderen van een gezamenlijke rekening. Bij indirecte samenhang kan het zijn dat iemand bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een PTTS, vanwege een depressie, verslaving of misbruikervaring het overzicht over de financiële situatie verliest.
Vluchten
Een andere manier waarop financiële problemen samen kunnen hangen met geweld of een traumatische ervaring, is wanneer mensen vluchten voor geweld. Zij komen terecht in opvang, bij familie of vrienden of gaan zwerven op straat. Er ontstaat dan een plotselinge verandering van verblijfssituatie waar regelgeving vaak niet snel genoeg flexibel in mee kan bewegen waardoor financiële problemen ontstaan. Bijvoorbeeld toeslagen waar ze ineens geen recht meer op hebben, een gezamenlijk inkomen dat verandert als ze, tijdelijk, bij iemand anders intrekken of post waar ze geen zicht meer op hebben waardoor ze niet weten dat ze boetes opbouwen. Bekken: ‘De Ombudsman heeft dit punt eerder ook al benoemd. Hij stelt dat de administratieve werkelijkheid van de overheid en de leefsituatie van de burger, zeker als deze acuut verandert van woon- of leefsituatie, niet op elkaar aansluiten. Daarom zou zelfredzaamheid een illusie zijn, vanwege complexiteit en veelheid van de regelingen.’
Slechte voorbeeld
Tot slot kan er een samenhang zijn tussen financiële problemen en geweld of een traumatische ervaring als kinderen opgroeien in een gezinssituatie waar ze, bewust of onbewust, slechte voorbeelden kregen. ‘Deze kinderen leren niet zelfredzaam te zijn waardoor ze later als jongere of jongvolwassene kennis missen die leeftijdsgenoten wel hebben. Daardoor kunnen ze overvraagd worden. Overigens gaat dit niet alleen op voor kinderen die opgroeien in een gezin, maar ook om kinderen die om wat voor reden dan ook in de opvang terecht komen. Financiële begeleiding maakt daar vaak geen onderdeel uit van de begeleiding en toch moeten ook die kinderen vanaf hun achttiende alle financiële zaken zelf regelen.’
Duurzaam resultaat
Het is dus duidelijk dat er een wisselwerking tussen verschillende problemen kan zijn. Maar wat betekent dit voor de praktijk? ‘Als onze hulpverleners bij een nieuwe cliënt thuis komen, is dat vaak in een crisissituatie. Er is dan al zo veel wat ze moeten doen en waar ze rekening mee moeten houden, dat ze focussen op datgene waar ze in eerste instantie voor zijn ingeschakeld, namelijk het stoppen van geweld en het terugbrengen van de veiligheid.’ En als eerste stap is dat volgens de onderzoeker ook een goede werkwijze. Maar met de wetenschap dat problemen vaak niet alleen komen, moet er wel een volgende stap gezet worden om ook duurzaam resultaat te bereiken.
Over de schutting kijken
‘Om tot die stap te komen, is het van belang dat hulpverleners over de schutting van hun eigen expertise kijken. Door zaken als huiselijk geweld, misbruik, schulden en armoede bespreekbaar te maken. Want al deze onderwerpen liggen toch nog wat in de taboesfeer. Mensen schamen zich, zijn onzeker en weten in het geval van schulden soms niet eens dat ze een probleem hebben omdat ze het overzicht niet hebben. Daarom belangrijk dat je ernaar vraagt als hulpverlener, dat je rekening houdt met de mogelijke schaamte en gebruik maakt van je voelsprieten. Je hoeft echt niet zelf de therapie te geven, maar signaleer en stimuleer en motiveer je cliënt om verdere hulp te zoeken. Dan kun je echt werken aan duurzame oplossingen.’
Heel goed dat Ferdi weer een relatie tussen armoede/schulden en sociaal emotionele problematiek ontrafelt. Ik denk dat hulpverleners tegenwoordig de ‘sociaal economische situatie’ teveel beschouwen als statisch gegeven. Bij het ontstaan van het maatschappelijk werk en aanverwante disciplines werd nog -terecht- gevonden dat armoede oorzaak was van veel problemen. Tegenwoordig hebben we te weinig oog voor de beïnvloeding van armoede en schulden. De pooiers van slachtoffers van mensenhandel zijn met hun financiële klemzetterij wel een heel sprekend voorbeeld van in stand houden van ongewenste afhankelijkheid met schuld door bijvoorbeeld telefoon-abonnementen. Bedrijven en overheden zou het sieren om souplesse aan de dag te leggen naar de slachtoffers bij dergelijke problematiek.
Mooi onderzoek van Ferdi Bekken en collegae van Fier.