Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hulpverlening aan daklozen houdt stigma in stand

Met Housing First wordt geprobeerd het aantal daklozen terug te brengen naar nul. Eerst een stabiel huis, dan zien we wat iemand verder nodig heeft. Maar het aantal daklozen is nog niet minder. Waarom lukt het niet om dakloosheid te verminderen en welke rol hebben sociaal werkers in dit krachtenveld?
Foto Pixabay

Er hangen slingers en ballonnen in de keuken van een kaal appartement in Amsterdam Noord. Robert zoekt een huis. Na jaren zoeken belandde hij op de wachtlijst voor ‘Housing First’ en nu heeft hij zijn eerste bezichtiging. Tenminste, dat denkt hij. Maar als hij de versierde kamer binnenkomt, schuiven zijn begeleiders een huurcontract onder zijn neus. Hij mag dit huis hebben, als hij belooft dat hij zich ‘begeleidbaar opstelt’, elke maand de huur betaalt, en geen overlast geeft. Robert is overrompeld. Hij heeft vragen waar zijn begeleiders geen antwoord op hebben en hij mag niet nadenken over dit aanbod. ‘Er was geen andere mogelijkheid dan om te tekenen’, vertelt hij.

30.600 daklozen

Dit is de Housing First-methode in Nederland. In plaats van mensen door allerlei hoepels te laten springen, krijgen ze op minimale voorwaarden een huis aangeboden, buiten de sociale huur-wachtlijsten om.

Met deze aanpak probeert de Rijksoverheid het aantal daklozen in 2030 terug te brengen naar nul. Een flinke opgave, want in 2023 waren volgens het CBS 30.600 mensen dakloos. Een nieuwe manier van tellen, de zogenoemde ETHOS-telling, toonde in oktober 2024 al aan dat dit aantal waarschijnlijk zo’n 25 procent hoger ligt.

Housing First succesvol?

Enerzijds lijkt Housing First succesvol. Het Trimbos-instituut onderzocht dit in 2023: 83 procent van de mensen die een huis kregen via Housing First, is daarna niet meer dakloos geweest. Ook Robert, die ondanks de overrompeling toch tekende voor dit huis, woont nu al drie jaar in zijn Housing First-huis.

Anderzijds zien we niet dat het aantal daklozen in Nederland flink terugloopt. In 2022 waren er volgens het CBS 29.700 daklozen en in 2021 waren dat er 35.600. Dat is geen dalende lijn die in 2030 op nul belandt.

Onderzoeksjournalistiek, invloed sociaal werkers

De huidige aanpak is dus nog niet voldoende om het doel van nul daklozen in 2030 te halen. Natuurlijk helpt het niet dat er 900.000 woningen te weinig zijn in Nederland en dat de bouw hiervan op zich laat wachten. Het helpt ook niet dat gemeenten zeggen te weinig geld te krijgen voor hun taken. En het helpt ook niet dat er structureel te weinig sociale huurwoningen zijn.

En toch is het niet alleen een structureel probleem en een woningtekort. Wij, 5 onderzoeksjournalisten, onderzochten 4 maanden lang de aanpak van Housing First in 6 verschillende gemeenten. Tijdens dit onderzoek ontdekten we ook dat sociaal werkers een grotere invloed hebben op het slagen van Housing First als aanpak tegen dakloosheid dan ze zelf vaak denken.

‘Zware gevallen’

Sociaal werkers zijn namelijk belangrijke ‘gate keepers’ voor Housing First trajecten. Want het zijn doorgaans de sociaal werkers die bepalen wie een Housing First-traject in mag. En hiervoor kiezen zij meestal voor de, wat ze zelf noemen, ‘zwaarste gevallen’.

Afgewezen voor Housing First

Neem Robert uit Amsterdam. Voordat hij zijn huis kreeg was hij tweeënhalf jaar dakloos. Hij had schulden, werd gepest op zijn werk en kreeg daardoor een burn-out. Nadat zijn moeder overleed, lukte het hem niet meer om alles op de rit te houden en werd hij uit zijn woning gezet. Hij had niet alleen een huis nodig, maar ook hulp. Hij was eenzaam, had geen werk en wel schulden en gezondheidsproblemen.

Zelfs met al die problemen was Robert desondanks ‘niet zwaar genoeg’ voor een Housing First deelname. Toen hij zich hiervoor wilde aanmelden werd hij afgewezen. Hij was psychisch en fysiek niet ziek genoeg. Hij was te zelfredzaam. Robert spande een rechtszaak aan tegen dit besluit en won; zo belandde hij toch op de Housing First wachtlijst. Samen met mensen met grotere schulden, meer psychische problemen en vaak een verslaving(sgeschiedenis) en agressieproblemen.

Stigmatiserend

Het ligt voor de hand om de zwaarste casussen Housing First aan te bieden. Zij hebben de meeste hulp nodig en een huis kan een fijne, essentiële eerste stap zijn. Maar er zijn drie problemen met de keuze om je enkel te richten op ‘zware gevallen’: dit is maar een heel klein deel van de totale groep daklozen, deze cliënten zijn tijdsintensief, deze selectie werkt stigmatiserend.

(on)Zelfredzaam

Om met de eerste te beginnen: de ‘zware gevallen’ zijn maar een klein deel van de totale groep daklozen in Nederland. Om koningin Maximá te parefraseren: ‘Dé dakloze bestaat niet.’ Het zijn moeders, kinderen, werkenden, studenten, migranten, gescheiden stellen – om maar een paar groepen te noemen.

Zorg-blik

Zorgverleners hebben een zorg-blik. Zij kiezen voor een Housing First-traject eerder voor mensen die zorg nodig hebben. Een van de manieren waarop ze kiezen, is door te kijken of mensen ‘zelfredzaam’ zijn. Teake Damstra van Belangenvereniging Druggebruikers MDHG in Amsterdam zegt: ‘Je moet voorkomen dat ze denken dat je te zelfredzaam bent, want dan kom je niet in aanmerking. Maar daarna moet je juist wél de hele tijd aantonen dat je in staat bent om in Housing First te wonen.’

Wrang

Dat leidt tot wrange situaties. Mensen die op het grensvlak zitten van zelfredzaamheid worden van het kastje naar de muur gestuurd, soms worden ze pas na jaren geholpen. Dit is dweilen met de kraan open. Je helpt de ‘zware gevallen’, ondertussen stapelen de problemen zich op bij de mensen die ‘te zelfredzaam’ waren om geholpen te worden. Net zolang totdat ook zij een ‘zwaar geval’ zijn.

Tijdsintensief

Het tweede probleem is dat deze ‘zware gevallen’ heel tijdsintensief zijn voor sociaal werkers. De sociaal werkers die we spraken vertelden dat sommige cliënten hechtingsproblemen hebben. Om een vertrouwensband met hen op te bouwen, gaan ze eerst een tijd lang élke dag langs voor een kort praatje. Eenmaal in een hulpverlenersrelatie helpen ze cliënten met alle facetten van hun leven: ze gaan mee naar de huisarts, mee naar de bouwmarkt, helpen bij het herstellen van contact met vrienden en familie, en helpen hun cliënten aan werk. Om het huis te krijgen en behouden, lobbyen ze zich gek bij de gemeente en woningcorporatie. Als de cliënt toch een keer overlast heeft gegeven, moet de sociaal werker de hele buurt, buurtagent, woningcorporatie en gemeente weer aan boord krijgen om de cliënt toch nog een kans te geven.

Geen tijd

Deze inspanningen zijn lovenswaardig en het maakt dat de aanpak op individueel niveau een succes is. Maar het houdt opschaling tegen. Zelfs als je meer dan fulltime werkt, kun je dit maar voor een klein aantal cliënten doen. Zolang hulpverleners zich zo goed als uitsluitend richten op de meest ernstige gevallen, hebben ze geen tijd voor de andere daklozen.

Alle dakloosheid oplossen lukt niet

Een korte aantekening daarbij is dat het ook niet de oorspronkelijke bedoeling was dat sociaal werkers álle daklozen moesten begeleiden naar een huis. Het originele idee van Housing First is dat er helemaal geen zorg- of hulpverlening bij de woning hoort. Het huis zou los moeten staan van de hulp die iemand eventueel nodig heeft. Maar omdat dakloosheid al sinds jaar en dag op het bordje van de zorgverleners ligt, hoort begeleiding in bijna alle gemeenten bij een Housing First project. En dus moeten sociaal werkers de deelnemers aandragen en begeleiden. En dus kun je met Housing First nooit alle dakloosheid oplossen.

Dakloosheid eigen schuld?

Tenslotte werkt de focus op ‘zware gevallen’ stigmatiserend. Het stigma rondom daklozen is dat het smerige, overlastgevende, drugsgebruikende, randfiguren zijn. Vaak ook nog dat het ‘hun eigen schuld’ is dat ze dakloos zijn. Ze hebben gedeald, gestolen, zijn verslaafd geweest of hebben herrie getrapt in hun vorige woningen(en).

Dit beeld helpt niet bij de aanpak van dakloosheid. Als je woningcorporaties en gemeenten vraagt naar de aanpak van daklozen, merk je tussen de regels door dit stigma. Waarom zou je een huis aan een junkie geven, als je het ook aan een gezellig gezin kan geven die hun sjoelbak uitleent voor een buurtfeest?

Beperkte opvatting

Laat een ding duidelijk zijn: daklozen zijn niet allemaal overlastgevende junkies. Maar als je alleen ‘de zware gevallen’ Housing First aanbiedt, dan zitten vervolgens ook alleen ‘zware gevallen’ in de Housing First-huizen. En die zware gevallen hebben meer problemen dan de gemiddelde dakloze student of gescheiden werkende vader. Gemeenten en woningcorporaties worden hierdoor bevestigd in hun beperkte opvatting van wie er dakloos is. ‘Zware gevallen’ hebben vaker psychische problemen, geven vaker overlast en hebben vaker financiële problemen dan de gemiddelde woningzoekende.

Dakloosheid slinkt niet

Op die manier zullen gemeenten en woningcorporaties de aanpak van dakloosheid niet snel willen opschalen. Dat zou de wijken verzwakken, vertellen ze. Ze gaan Housing First ook niet in z’n originele vorm, zonder hulpverlener, invoeren. Ze zullen blijven eisen dat daklozen alleen mogen deelnemen als ze zorg accepteren. Waarmee de grootste groep daklozen wordt uitgesloten, omdat zij geen zorg nodig hebben. Zo zal dakloosheid over de hele linie niet slinken.

Gemixte caselaod in Amsterdam

Twee voorbeelden van welke kleine verschillen tussen gemeenten grote gevolgen kunnen hebben: Amsterdam waarbij de opschaling gelukt is, maar dat levert weer nieuwe problemen op. En Den Bosch, waarbij de samenwerkingspartners nauwer samenwerken, met grote resultaten.

Amsterdam is de eerste gemeente die met Housing First ging werken, in 2006. Hun invulling van de aanpak heeft vele vormen gekend. Inmiddels hebben ze 2500 Housing First-huizen die ze hebben gegeven aan een diverse groep woningzoekenden. Opschalen is beter gelukt. Maar de sociaal werkers zijn nog steeds betrokken zijn bij alle casussen. Hun caseload is hierdoor gemengder – er zitten ook lichtere gevallen tussen. Tegelijkertijd is het werk zwaarder. Ze hebben meer cliënten en minder tijd per cliënt. Terwijl een van de succesfactoren van Housing First juist de ruimhartige en flexibele inzet van sociaal werkers is. Het blijft dus zoeken naar een balans.

Den Bosch: meer vertrouwen

Als het over Housing First gaat, wordt Den Bosch vaak als meest succesvolle gemeente genoemd. Hun succesfactor is de samenwerking tussen gemeente, woningcorporaties en sociaal werk. Deze drie hebben hun werkprocessen nauwkeurig op elkaar afgestemd. Mensen die een huis zoeken krijgen sneller een uitkering, identiteitspapieren en een woning. De tijd van maatschappelijke opvang naar een woning werd hierdoor verkort van een jaar naar negen weken.

Bovendien is er meer vertrouwen tussen de drie partijen en een gevoel van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Door dit vertrouwen durven woningcorporaties sneller een huis aan daklozen te geven zonder angst voor te veel overlast. En terecht blijkt. De overlast bij de Wonen Eerst-huizen, zoals de aanpak in Den Bosch genoemd wordt, is vrij miniem.

Onderzoekslab 7

Het Onderzoekslab 7 (bestaande uit journalisten Niels Achtereekte, Eline Derakhshan, Marcel Hobma, Sterre ten Houte de Lange en Afke Laarakker) van The Investigative Desk onderzocht Housing First in de praktijk uitziet in Nederland. We namen zes gemeenten onder de loep: Amsterdam, Hilversum, Nijmegen, Venlo, Rotterdam en Den Bosch. Dit zijn zes van de 42 Nederlandse centrumgemeenten die de wettelijke taak hebben om daklozen uit de hele regio op te vangen.

Het links-georiënteerde Amsterdam was in 2006 de eerste die met Housing First ging werken. In de stad kregen inmiddels honderden mensen op deze manier een woning. In 2009 volgde de Limburgse regio rondom Venlo. Nijmegen startte in 2015 met een pilot, maar zij kozen ervoor om de GGD de leidende rol te geven voor Housing First, in tegenstelling tot de andere vier gemeenten waar zorgorganisaties centraal staan in de uitvoering. Het rechtsere randstedelijke Rotterdam begon pas in 2019 met een Housing First pilot. Hilversum is op zijn beurt een middelgrote gemeente aan de rand van Randstad, waar Housing First na verschillende pilots in het reguliere beleid is opgenomen.

Het Onderzoekslab 7 is een werk-leertraject van The Investigative Desk. Het is mede mogelijk gemaakt door het Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten. Meer informatie op https://investigativedesk.com/a-plan-centred-on-housing-first/

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.