Toon Walravens: ‘Mijn ouders kwamen zelf uit ontwrichte gezinnen en hadden niet veel meegekregen van opvoeden. Ik schaamde me voor thuis, misdroeg me op de lagere school en nadat ik de schooldirecteur met een stoel te lijf ging, werd ik van school gestuurd.’
Olifantenhuid
Op zijn twaalfde werd hij tijdelijk uit huis geplaatst en kwam hij terecht in een internaat. Daar leerde hij hoe mensen het verschil kunnen maken. ‘Ik had een olifantenhuid ontwikkeld en liet niemand meer binnenkomen. Dat veranderde nadat ik juffrouw Bep leerde kennen. Zij praatte met me tijdens de afwas, nam de rol van mijn moeder over. Ik denk dat zij de deur van mijn hart heeft opengehouden. Ze gaf me het gevoel: je doet ertoe.’
Carrière in criminaliteit
Na een jaar mocht Toon het weer thuis proberen, maar daar was niets veranderd en viel hij terug in oude patronen. Het ging al snel van kwaad tot erger. ‘Drinken, blowen, vervolgens cocaïne, vechtpartijen. Ik sloot me aan bij een groep jongeren, die ik nu “lotgenoten” noem, en kwam voor geweldpleging in de jeugdgevangenis. Ik bouwde een carrière in de criminaliteit. Ik wisselde werk in de bouw af met drugshandel, diefstal en heling. Het voelde niet alsof ik kon ontsnappen.’
Verslavingskliniek
Het dieptepunt kwam toen hij tot vijf jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Tegelijkertijd liep de relatie met de moeder van zijn zoontje stuk. ‘Ik had echt niets meer te verliezen. Tot mijn ex-vriendin me opzocht. Ze vertelde me dat ze me de kans wilde geven om vader voor mijn zoon te blijven mits ik hulp zocht. Die kans greep ik. Ik verbrak alle contacten met mijn criminele vrienden en vroeg om overplaatsing naar een verslavingskliniek. Een lange weg begon van gesprekken, therapieën en medicatie, maar doordat mijn ex bleef komen met mijn zoontje, hield ik het vol.’
Ervaringsdeskundige
Walravens kreeg zijn leven op de rails. Nadat zijn straftijd erop zat, woonde hij een tijdje in een beschermde woonvorm. Hij had in de loop van de tijd ook flinke schulden opgebouwd, maar kwam er met schuldhulpverlening financieel weer bovenop. Tijdens gesprekken met een ervaringsdeskundige kwam hij op het idee om ook ervaringsdeskundige te worden. ‘Ik wilde weer iets van mezelf gaan maken. Ik begon met vrijwilligerswerk voor een bureau van ervaringsdeskundigen. Ik bood cliënten koffie en een praatje.’
Steentje bijdragen
Hij kwam in 2003 in de centrale cliëntenraad van de GGzE en deed een driejarige SPW-opleiding. Waarom ervaringsdeskundige? ‘Je bent een voorbeeld, geeft mensen hoop. Ik heb spijt van mijn verleden, kan het niet terugdraaien, maar ik kan wel mijn steentje bijdragen. Het bood mij bovendien de kans om een boterham te verdienen, om een huis, gas-water-licht te kunnen betalen. Ik was kwetsbaar en deze rol gaf me ook zelfvertrouwen. Je vindt jezelf weer de moeite waard; ik doe ertoe.’
Forensische zorg
Hij heeft ervaringsdeskundigheid opgezet in de forensische zorg. ‘Dat was er nog niet, ik heb dat mee ontwikkeld bij bureau Groeirijk.’ Hoe zet hij zijn ervaringen in? ‘Mijn verhaal is mijn rijkdom, mijn gereedschap. Tegelijkertijd is mijn verhaal niet interessant, het gaat om dat van de cliënt. In het begin maakte ik de fout iemand te overstelpen met oplossingen. Nu nodig ik vooral uit om te praten. Ik begrijp waar ze het over hebben. Soms vertel ik iets over mezelf, vaak is dat niet nodig.’
Nabijheid versus afstand
Wat zouden hulpverleners volgens hem kunnen verbeteren? ‘In de eerste plaats: zonder de professionele hulpverleners uit de forensische zorg had ik hier niet gezeten. Wat beter kan: ik vond de afstand die sommige hulpverleners hielden niet prettig. Ik heb psychiaters meegemaakt die deskundig medicijnen uitschreven, maar met wie je geen gesprek kon voeren. Ik kies menselijke nabijheid boven professionele afstand. Houd je ook niet te strak aan de regels, bied cliënten ruimte voor eigen regie, natuurlijk binnen de kaders die er zijn. Je bent als cliënt afhankelijk, dus je rol is ongelijk, maar als mens ben je gelijkwaardig.’
Het hele verhaal van Toon Walravens lezen? Dat kan hier >>