In opdracht van het ministerie van VWS heeft ZonMw een tussenevaluatie over de Jeugdwet geschreven. Doel was om in beeld te krijgen hoe de Jeugdwet, die drie jaar geleden werd ingevoerd, in de praktijk uitgevoerd wordt en in beeld te krijgen welke knelpunten er zijn en hoe deze opgelost kunnen worden. De belangrijkste conclusie? ‘De doelen van de Jeugdwet zijn nog niet gerealiseerd. Er moeten extra inspanningen worden verricht om de doelen van de wet– juiste hulp op maat, meer samenhang, meer ruimte voor professionals – te realiseren.’
Kansen worden onvoldoende benut
De auteurs van het rapport voegen hier echter wel aan toe dat het niet onbegrijpelijk is dat de doelen nog niet bereikt zijn, verandering vergt tijd. Jo Hermanns en Robert Vermeiren laten in Zorg+Welzijn magazine weten het hiermee eens te zijn. Hermanns: ‘De ontwikkeling naar een nieuw soort jeugdzorg gaat zeer moeizaam, maar het gaat de goede kant op. Vergeet niet, de jeugdzorg was dringend toe aan verbetering. Er werd veel te veel doorverwezen bij gebrek aan hulp in de eigen leefomgeving, kinderen kwamen te vaak in trajecten terecht die hun maatschappelijke participatie eerder bemoeilijkten dan bevorderden, ga zo maar door. Je ziet nu wel dat de kansen die de jeugdzorg heeft gekregen door de nieuwe wet nog onvoldoende worden benut.’ En dat vindt Hermanns jammer. ‘De bezuinigingen hebben niet geholpen, maar er is een hele lange aanloop naar de invoering van de Jeugdwet geweest dus ik had na drie jaar wel wat meer verwacht.’
Toegang
Waar knelt het nog? Volgens de onderzoekers van ZonMw onder meer in de toegang. Waar gemeenten en lokale teams positief zijn over de toegang, hebben veel ouders en professionals werkzaam in de specialistische jeugdzorg hier juist kritiek op. Hoe kan de toegang dan verbeterd worden? ‘Een intensivering van de informatievoorziening door gemeenten over de toegang kan bijdragen aan de laagdrempelige toegang tot de jeugdhulp. Dat vraagt van gemeenten om een actuele, informatievoorziening passend bij de potentiële cliënten. Daarnaast spelen anderen partijen die relaties hebben met potentiële cliënten, zoals huisartsen, scholen en de jeugdgezondheidszorg een cruciale rol bij het bieden van toegang tot de jeugdhulp.’
Ruimte voor professionals
Andere punten die volgens ZonMw verbeterd moeten worden, zijn onder meer het inzicht in wachtlijsten, meer aandacht voor kwetsbare gezinnen en de ruimte die professionals krijgen van gemeenten. ‘De Jeugdwet biedt weliswaar ruimte voor meer vrijheid en die vrijheid is er ook. Deze gemeentelijke beleidsvrijheid manifesteert zich in een diversiteit aan organisatievormen, contractvormen, toezichts- en verantwoordingskaders. Die diversiteit betekent voor professionals echter een toename van administratieve lasten, omdat zij te maken hebben met diverse administratieve systemen en daarmee een afname van hun vrijheid. Die toename belemmert professionals: ze kunnen hun tijd maar één keer besteden. De tijd die ze besteden aan de administratie gaat ten koste van hun directe tijd voor cliënten.’
Investeren in kwaliteit
In het rapport wordt verder nog gesteld dat een voorwaarde voor een goede transformatie is dat de lokale teams, die een cruciale rol hebben bij de realisatie van de doelen van de Jeugdwet, een professionele, inhoudelijke invulling krijgen en zich niet beperken tot indiceren en doorverwijzen. Ook Hermanns en Vermeiren benadrukken dat dit van belang is. De jeugdteams moeten namelijk niet gezien worden als een toevoeging, maar als dé plek waar het meeste werk gebeurt in de jeugdhulp. Om dit te kunnen bereiken, is meer kwaliteit in de teams nodig. Vermeiren: ‘Jeugdteams moeten hun eigen mensen gaan opleiden, door stagiaires te nemen, studenten. Pas dan zijn we op de goede weg. Daar hebben wij als specialisten ook een taak in. Dat wij goed gaan kijken hoe we bepaalde kennis naar hen kunnen vertalen. Maar daar ontbreken nu dus wel tijd en mogelijkheden voor.’ Hermanns: ‘Ik vraag ook weleens aan professionals wat ze lezen. Of ze onderzoeken kennen, of ze vaktijdschriften lezen. Dat gebeurt bijna niet. Ze halen hun kennis uit de kranten en van de tv. Dat is een cultuur die je zou willen doorbreken.’
Knelpunten aanpakken
Minister Hugo de Jonge heeft al laten weten de adviezen van ZonMw ter harte te nemen. De jonge: ‘Wat gaan we nu doen? Ik denk dat, wat in de opvoedingen goed is, nu eigenlijk ook goed is voor de jeugdzorg: orde, rust en regelmaat. Dat betekent niet dat we met onze knieën onder het bureau blijven zitten. Nee, er is werk aan de winkel. De komende maanden werk ik daarom samen met gemeenten, professionals, ouders en kinderen aan het programma “Zorg voor de jeugd”. Daarbij is het onze opdracht om de bovenstaande knelpunten aan te pakken en de zorg voor kinderen en hun ouders merkbaar beter te maken.’
Weten wat Jo Hermanns en Robert Vermeiren nog meer te zeggen hebben over de uitvoering en de (on)mogelijkheden van de Jeugdwet? Lees dan hier het PREMIUM artikel >>
Hoe kijkt u tegen een Vechtscheiding aan en hierbij zijn kinderen betrokken?
Ik kom dit gene veelal tegen waarbij 1 ouder een narcistische persoonlijkheid stoornis heeft en puur in de knel zit met de andere ouder. De gezonde ouder kan namelijk niet ontsnappen aan de grillen van een narcist, en u als professional denkt dat de ouders overhoop liggen en dan om die redenen niet voor hun kind(eren) kunnen zorgen, waarbij dan inderdaad zorgmeldingen gaan komen richting Jeugdzorg. Graag zou ik dit anders willen zien.
Mvg, Carin