Door Dominique Elshout – ‘Leuk om nu eens zelf geïnterviewd te worden. Meestal ben ik degene die vragen stelt, aan mensen uit de buurten. In zulke gesprekken proberen we te achterhalen wat ze bezighoudt. Vervolgens maken we daar toneel van, dat in buurthuizen kan worden gespeeld, op opleidingen voor sociaal werkers, maar ook in de stadsschouwburg. Mensen die daar komen kijken zien ons toneel vaak als berichten uit de samenleving. Zo weten ze wat er speelt in volkswijken.’
‘Ik kom zelf ook uit een arbeidersgezin, uit Alkmaar. We gingen op vakantie in Gasselte en maakten één keer per jaar een toer met de trein, naar het Evoluon of een museum. Van mijn vader, die Indisch is, kreeg ik cultuur mee. Er was altijd muziek bij ons thuis.’‘Dit soort persoonlijke dingen vertel ik als ik in gesprek ben met mensen die ik wil interviewen, zeker als ze in eerste instantie een beetje afhoudend zijn. Ik laat dan merken dat ik hun situatie herken.’ ‘Maar dat alleen vertellen is niet genoeg. Je moet daadwerkelijk geïnteresseerd zijn, onbevooroordeeld en open. Als mensen voelen dat je dat bent, loopt het gesprek vanzelf.’
Identiteit
‘Mijn vader was niet een man waar je zomaar een knuffel van kreeg of mee kon praten. Alles liep via mijn moeder. Er was veel liefde, maar we kregen niet echt veel kritiek of feedback. Pas toen ik als leerling naar een ROC ging, kreeg ik ruimte om mijn eigen verhaal te vertellen. Je mocht daar de docenten met jij en je aanspreken. Ik heb daar mijn identiteit ontwikkeld. Dingen als een vertrouwensrelatie met iemand opbouwen, geheimen delen, dat heb ik op het ROC geleerd. De dramalessen die we kregen hebben daar ook een rol in gespeeld.’‘Later ben ik naar de Hogere School voor de Kunsten in Utrecht gegaan. Ik had geen echte drama-achtergrond, maar door mijn enthousiaste motivatiebrief ben ik toch aangenomen.’
‘Ik heb jaren in het jongerenwerk gezeten en ben ook dramadocent geweest op een vmbo. Op school was ik de enige die zei: “Ik ben Donna.” Ik stelde me op als een gelijke. Dat gaf veel ruimte in de les.’
‘Ik ben soms aan het worstelen met de afstand die ik wil of moet houden tot de mensen met wie ik werk. Ik zit nu in een werkveld met heel weinig afstand. Ik heb natuurlijk wel een beroepshouding en wij zijn de professionals op het gebied van toneel, maar de afstand is nog nooit zo klein geweest.’
‘Bij Stut gaat veel op intuïtie. Op zoek naar onderwerpen praten we eerst met bewoners van volkswijken, waarbij ik ook weer veel ruimte openlaat voor hun verhalen. We weten dan globaal wel waar we het over willen hebben, maar soms duiken er vanzelf onverwachte thema’s op die we in onze voorstelling verwerken.’
‘Een voorbeeld: in de voorbereiding op een voorstelling over tienermoeders, viel het op dat hun relatie met hun vriendje – de vader van hun kind – vaak heel ingewikkeld was. Daar hebben we in het uiteindelijke stuk nadruk op gelegd.’
‘Als ik mensen vraag of ze willen meedoen aan een toneelstuk, willen ze vaak eerst weten waar het over gaat. Maar dat kan ik dus niet precies van tevoren zeggen. De samenwerking met bewoners is een dynamisch proces. Het kan niet zo zijn dat ik koud tegenover ze ga staan en dan zeg: “Jullie doen het zoals ik het wil.”’
‘Omdat we persoonlijke verhalen vertellen, kan het niet anders of er barst wel eens iemand in huilen uit, of iemand komt twee weken niet opdagen omdat hij het even niet meer ziet zitten. Ze worden zich in de loop van het proces pas bewust van wat ze op het toneel zeggen, maken een persoonlijke groei door en zetten misschien een stap naar een positiever zelfbeeld.’
Geven en nemen
‘Het is voor mij belangrijk dat ik aansluiting heb met mensen in een kwetsbare situatie. Ik zoek die aansluiting ook in mijn persoonlijke leven. Er is qua beleving geen groot verschil tussen werk en privé. Ik geef veel van mezelf in mijn werk. Hoe je dat volhoudt, is soms de grote vraag. Je bent zo bevlogen.’
‘Het thema geven en nemen heeft in mijn hele leven een rol gespeeld. Als kind heb ik meer gegeven dan genomen, ik paste me aan ons gezinsleven aan. Ik vind dat ik het nu meer op mijn eigen manier mag doen, iets meer nemen.’
‘Vorig seizoen lag de werkdruk bij Stut erg hoog door wisselingen in het personeel. ’s Nachts werd ik wakker en ging ik dingen opschrijven die ik de volgende dag moest doen. Dan ben je al te ver, vind ik. Ik balanceerde op het randje.’
‘Ik ben iemand die redelijk lang over zijn eigen grens heen kan gaan. Daar moet ik mee oppassen. Ik ben nu opnieuw de balans aan het zoeken.’
Dit artikel staat in Zorg + Welzijn Magazine nummer 10, oktober 2008
Bron: Foto: Claudia Kamergorodski