Waar hebben we het eigenlijk over bij ontspoorde mantelzorg? En wat is het verschil met ouderenmishandeling? Roos Scherpenzeel werkt als expert informele zorg bij Movisie en verdiept zich al jaren in ontspoorde mantelzorg. ‘Ontspoorde mantelzorg en ouderenmishandeling overlappen elkaar deels’, legt ze uit. ‘Mantelzorg wordt vaak gegeven aan ouderen, en in die gevallen is de groep die het treft dezelfde.’
Verschillen
Maar er zijn ook belangrijke verschillen tussen ontspoorde mantelzorg en ouderenmishandeling. Ontspoorde mantelzorg treft een bredere groep, maar de problematiek is smaller. Scherpenzeel bedoelt daarmee: ‘Mantelzorgers zorgen niet alleen voor ouderen, het zijn bijvoorbeeld ook ouders die voor hun kind met beperkingen zorgen of mensen die voor hun partner zorgen. Dus de groep is breder.’
Altijd onbedoeld
Dat de problematiek juist smaller is bij ontspoorde mantelzorg, zit hem erin dat ontspoorde mantelzorg altijd onbedoeld is, terwijl ouderenmishandeling ook bedoeld kan gebeuren. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan financieel misbruik met de bankpas van het slachtoffer. ‘Daarvoor valt nooit begrip op te brengen. Maar ontspoorde mantelzorg is vaak wel begrijpelijk. Daarbij is geen sprake van kwade wil, het sluipt er langzaam in, mensen gaan onbedoeld een grens over.’
Structureel niet adequaat
Er is geen sprake van ontspoorde mantelzorg als de zorgverlener eens een keer snauwt of schreeuwt. We spreken daar pas van als de zorg structureel niet meer adequaat is en omslaat in bijvoorbeeld verwaarlozing of verkeerde behandeling. Er is dus geen messcherpe lijn tussen wanneer er niet en wanneer er wel sprake is van ontspoorde mantelzorg.
Stappenplan verplicht
Op papier is het goed geregeld en weten professionals wat hen te doen staat bij vermoedens van ontspoorde mantelzorg. Sinds 2013 zijn organisaties verplicht om een stappenplan te hebben waarin zij aangeven hoe zij handelen in geval van misbruik of ontsporing. De ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ is hierbij leidend. Movisie maakte daar specifiek voor ontspoorde mantelzorg een handreiking bij, om beroepskrachten van extra achtergrondinformatie en handvatten te voorzien.
Gebruik meldcode blijft achter
De meldcode leidt de gebruiker langs zes stappen, vanaf het signaleren en de situatie in kaart brengen tot en met de evaluatie en nazorg. Maar het gebruik van de meldcode blijft achter bij hoe vaak het vermoedelijk aan de hand is. De meeste professionals geven aan dat zij weleens situaties hebben meegemaakt waarin zij een vermoeden van ontsporing hadden.
Expertpool
Het aantal meldingen over ouderenmishandeling dat jaarlijks bij Veilig Thuis binnenkomt, laat slechts het topje van de ijsberg zien: het schommelt de afgelopen jaren rond de 2450, zo meldde staatsecretaris Van Ooijen van VWS onlangs in een brief als reactie op Kamervragen over dit onderwerp. Reden voor Van Ooijen om een expertpool in het leven te roepen, en Scherpenzeel is een van die experts.
Merendeel doet niets
Scherpenzel herkent het beeld van terughoudendheid om bij een vermoeden ook daadwerkelijk er iets mee te doen maar al te goed. ‘Als ik zorg- en sociale professionals erover spreek, hoor ik het steeds weer: het gros heeft het wel eens aan de hand gehad. Ze zien iets waarvan ze een niet-pluisgevoel krijgen. Is hier iets aan de hand of niet, vragen ze zich af. Maar het merendeel doet er verder niets mee.’ Er is hier duidelijk sprake van handelingsverlegenheid.
Leertafel
Een van de manieren om hier verbetering in te krijgen is het organiseren van Leertafels Moed en lef bij huiselijk geweld. Movisie begeleidt deze tafels momenteel op verschillende plekken in het land. In Meppel gaat het specifiek over ontspoorde mantelzorg. ‘Per tafel zijn er ongeveer vijftien professionals zoals ouderenwerkers, huisartsen, verpleegkundigen, Wmo-loketmedewerkers en mensen van Veilig Thuis. We ontrafelen eerst waarom het kennelijk zo moeilijk is om in actie te komen. Vervolgens bedenkt iedereen voor zichzelf hoe dat ongemak aan de kant te zetten.’
Schurend gevoel
De bijeenkomsten zijn nog gaande, maar ze hebben volgens Scherpenzeel al behoorlijk wat interessante inzichten opgeleverd. ‘Als je jezelf blijft afvragen of je iets moet doen met je vermoedens, dan weet je het antwoord eigenlijk al. Bijna iedereen vertelde over dat schurende gevoel: dat je wel weet dat je je onderbuikgevoel moet vertrouwen en in actie moet komen, maar dat iets je tegenhoudt. We weten nu veel preciezer wat daar allemaal achter schuil kan gaan.’
Moed
Met name de derde stap van de meldcode, het gesprek aangaan met de mantelzorger en/of de hulpvrager, vergt veel moed. Een veelgenoemde reden om dat gesprek niet aan te gaan, is dat de professional zich niet in de privésituatie wil mengen, vertelt Scherpenzeel. Een andere reden die de professionals noemen is dat ze bang zijn dat er een conflictsituatie ontstaat.
De eigen opvattingen
Verder noemen de professionals die meedoen aan de leertafels dat ze willen voldoen aan de verwachtingen waarvan ze denken dat mensen die van hen hebben, namelijk hulpverlener zijn. En dat is iets anders dan een probleem aankaarten. Het kan ook gaan om twijfel over de eigen opvattingen in relatie tot algemeen geldende normen.
Of algemene norm
Die laatste reden licht Scherpenzeel toe. ‘Het kan bijvoorbeeld gaan over de vraag in hoeverre een mantelzorger van een hulpvrager kan of mag eisen dat die persoon zaken zelf doet. Als de mantelzorger vindt dat de ander zich zelf maar aan moet kleden, ook al kost dat door de beperkingen dik een half uur. Als je daar als professional moeite mee hebt, zegt dat dan iets over je eigen opvattingen, of is het een algemene norm?’
Ongemak erkennen
Heel precies nagaan waar de eigen aarzeling vandaan komt, is al een mooie stap op weg naar het aangaan van het ongemak. ‘Want het gaat over je professionele kwetsbaarheid laten zien. En als je dat eenmaal doet, kun je ook bedenken wat jou kan helpen om voldoende moed te krijgen. Een van de professionals noemde het letterlijk zo: “Ik ga mijn eigen ongemak erkennen en verdragen.”’
Niet zelf oplossen
‘Iemand anders maakte met zichzelf de afspraak om voortaan niet meer weg te kijken bij signalen,’ vervolgt Scherpenzeel. ‘Weer een ander besloot dat ze voortaan niet meer de akkefietjes en ruzies tussen de mantelzorger en de hulpvrager wil sussen en oplossen, maar dat ze erover gaat praten.’
Groots en meeslepend
Scherpenzeel gebruikt meermaals de termen professionele moed en lef, maar ze voegt er aan toe dat die woorden misschien best groots en meeslepend klinken. ‘Dat praten over die ruzies bijvoorbeeld. Dat gesprek kun je heel neutraal insteken. Je kunt zeggen wat je ziet gebeuren en dat je je zorgen maakt. Je kunt gewoon belangstellend vragen aan de hulpvrager of de mantelzorger hoe die vindt dat het gaat.’
Bagage verzamelen
Tot slot noemt Scherpenzeel dat het belangrijk is dat professionals zorgen voor voldoende bagage. ‘Zorg dat je weet wat ontspoorde mantelzorg is, dat je weet waar het vandaan kan komen, zorg dat je de stappen van de meldcode kent.’ Kennis vergaren kan individueel door veel te lezen, en in de vorm van trainingen die de werkgever aanbiedt.
Wil je meer informatie over ontspoorde mantelzorg of over de Expertpool? Neem dan contact op met Roos Scherpenzeel