Sander Griek (50) weet hoe het is om langdurig aan de kant te staan, en afhankelijk te zijn van een uitkering. Zijn leven werd ontwricht door een bipolaire stoornis, waarvan hij pas laat ontdekte dat hij die had. Dankzij medicatie, hulp en ‘hard werken’ krabbelde hij eruit: een weg die ruim acht jaar duurde. ‘Ik moest echt opnieuw leren leven.’
Afhankelijkheid
Voor Movisie, waar hij sinds 2018 werkt als ervaringsdeskundige, interviewde hij afgelopen jaren veel mensen in hetzelfde schuitje. Een rode lijn: de afhankelijkheid in de relatie met hulpverleners – en dan met name de klantmanager. Zo ontstond het Movisie-project In De Dichter Bij Stand waarvoor Sander niet alleen interviews met uitkeringsgerechtigden hield, maar ook met klantmanagers. Met als achterliggend idee om over en weer meer begrip voor elkaar(s situatie) te krijgen. Want, zo stelt Sander, ‘Als die relatie beter en duurzamer is, zal het resultaat ook beter en duurzamer zijn.’
Vertrouwen
Zo’n duurzame relatie begint met ‘willen’, zegt Sander. Van beide kanten. ‘Als iemand alleen maar een uitkering wil en verder niks en de klantmanager wil iemand alleen maar zo snel mogelijk aan het werk hebben, no matter what, dan werkt het niet. Vaak is er al heel veel aan de hand voordat iemand een uitkering aanvraagt. En de vraag is dan: wil je samen naar een oplossing van de problemen zoeken? Het hoeft geen vriendschap te worden, maar er moet wel vertrouwen in elkaar zijn.’
Doorgeslagen hardheid
En aan dat vertrouwen ontbreekt het vaak, vooral van de kant van de overheid, zo is vrijwel dagelijks in de krant te lezen met als extreme uitwas de toeslagenaffaire. Sander kent het ook uit eigen ervaring. ‘Als uitkeringsgerechtigde word je vaak gezien en neergezet als bankzitter, profiteur en fraudeur. Iedereen kan toch werken? Je wordt weggezet als paria. En dit mensbeeld zit ook achter de Participatiewet, die is echt doorgeslagen in hard- en strengheid.’
Kwaad daglicht
En daar hebben niet alleen uitkeringsgerechtigden, maar ook klantmanagers last van. Sander: ‘Zij staan ook in een kwaad daglicht, want wat zij moeten doen vanuit de wet, is niet leuk om te doen.’ De wet biedt weinig ruimte voor menselijkheid, zegt Sander. ‘De klantmanagers die ik heb gesproken voor dit project waren allemaal van goede wil, maar zij voelden ook de hete adem in hun nek van managers, targets, en van steeds strengere wet- en regelgeving.’
Gezien en gehoord
Toch kán het wel, stelt hij. En gebeurt het ook. Klantmanagers die de randjes opzoeken, proberen goed te doen voor mensen en echt kijken en luisteren naar wie ze voor zich hebben. Hij ervoer het zelf bij zijn eerste klantmanager, een vrouw in Amsterdam. ‘Bij haar voelde ik me gezien, gehoord en geholpen. Ik vertrouwde haar en daardoor durfde ik me ook open te stellen.’
Averechts
Maar hoe anders trof hij het in zijn huidige woonplaats IJmuiden. ‘Daar werd me gelijk het mes op de keel gezet: je moet dit en je moet dat en als je dat niet doet, dan korten we je uitkering, of krijg je een sanctie. Dat was de toon van de gesprekken en van de brieven. Terwijl: dat werkt zo averechts. Daarmee maak je mensen die zich vaak al minderwaardig voelen, nog onzekerder, banger en kleiner zodat ze helemaal de moed en motivatie en het zelfvertrouwen niet meer hebben om weer mee te kunnen doen.’
Nabijheid
Met het project hoopt Sander het wederzijdse begrip te vergroten. Nabijheid is daarbij volgens hem een sleutelbegrip. ‘Dat gaat over echt contact maken, betrokkenheid, om de menselijke maat en vertrouwen.’ En zo werd In De Dichter Bij Stand een pleidooi voor meer ‘professionele nabijheid’ – als tegenhanger tegen ‘professionele distantie.’ Sander, die in het kader van die nabijheid ook graag enkel met zijn voornaam wordt opgevoerd: ‘We weten allemaal hoe belangrijk menselijk contact is voor geestelijke en lichamelijke gezondheid.’ En die nabijheid hoeft volgens hem helemaal niet ingewikkeld te zijn. ‘Het begint, heel simpel, met gewoon aardig zijn, lief en begripvol.’