Bovenstaande zegt Roos Scherpenzeel, expert informele zorg van Movisie. ‘Er zijn veel dimensies die bepalen hoe iemand mantelzorg ervaart. Of iemand oud of jong is, praktisch of anders opgeleid, gender, met of zonder migratieachtergrond, werkend of niet, de seksuele voorkeur: het speelt allemaal een rol.’
Ploegendienst of kenniswerker
Scherpenzeel noemt als voorbeeld een ouder wordend homoseksueel stel. Dan zijn er meestal geen kinderen om de mantelzorg mee te delen. Of denk aan iemand met een fysiek zware baan in een ploegendienst in vergelijking met een kenniswerker die veel thuis kan werken. Die laatste heeft waarschijnlijk meer mogelijkheden en vaardigheden om hulpbronnen te vinden. Inclusieve mantelzorgondersteuning betekent dat je goed aansluit bij de degene die je tegenover je hebt. Het voorkomt dat er onnodig geld en energie gaat zitten in ondersteuning die niet helpt om het mantelzorgen vol te houden.
Kruispuntdenken
Voor iedereen die in aanraking komt met mantelzorgers is het belangrijk om besef te hebben van al die facetten, betoogt Scherpenzeel. ‘Kruispuntdenken of intersectionaliteit noemen we dat: het gaat om de unieke combinatie van kenmerken die voor iedere mantelzorger anders is. En die maakt hoe iemand het mantelzorgen ervaart en vervolgens welke ondersteuning daar het best bij past.’ Het diversiteitsvlechtwerk laat twaalf diversiteitsfactoren zien: de elementen die iedereen in meer of mindere mate heeft.
De eigen achtergrond
Wil je als gemeentelijke beleidsmaker inclusieve mantelzorgondersteuning organiseren, of als zorg- en welzijnsprofessional inclusieve ondersteuning bieden, dan is het volgens Scherpenzeel ook belangrijk dat je je bewust bent van de eigen achtergrond van waaruit je acteert. ‘Ga eens na bij jezelf wat dat heeft opgeleverd aan normen en waarden. En ook aan je eigen opvattingen over wat zorg is.’
Religieuze of hippie-ouders
Kom je bijvoorbeeld uit een groot en religieus gezin, of was je enig kind van hippie-ouders, dat maakt nogal wat uit: ‘In het eerste geval vind je het wellicht heel logisch dat kinderen hun ouders verzorgen zoveel als ze kunnen. In het tweede geval kun je je misschien juist veel beter voorstellen dat ouders zeggen dat zij hun kind niet willen belasten met de zorg voor hen. Of heb je juist een hekel gekregen aan die opvatting.’
Meer checken
Als je je als sociaal werker bewust bent van je eigen vanzelfsprekendheden en in staat bent ervan los te komen, dan kun je beter naar ‘de overkant’ kijken, zegt Scherpenzeel. ‘Het besef dat je zelf ook een mens met diverse kruispunten bent, maakt dat je bij de ander eerder gaat checken. Misschien heb je het beeld dat een vrouw met een migratieachtergrond niet veel opleiding heeft kunnen genieten. Check dat. Het maakt nogal uit van welke generatie iemand is, en of iemand is opgegroeid in het Rifgebergte of in Syrië, want dan is de kans best groot dat ze hoogopgeleid is.’
Relevante vragen
Rekening houden met alle mogelijke kruispunten en de wetenschap dat achter al die elementen een wereld van mogelijke knelpunten schuilgaat, helpt je om relevante vragen te stellen. Hoe staat het met de gezondheid van de mantelzorger? Met het werk, de sociale contacten? En ook al lijkt het op het eerste gezicht misschien niet zo relevant: ook de seksuele oriëntatie kan van invloed zijn op hoe iemand de mantelzorg ervaart, net als de vraag of er financiële zorgen zijn.
Kennis opdoen
De kennis die je hiermee opdoet helpt je om samen met de cliënt en de mantelzorger te ontdekken waar ze het meest mee geholpen zijn. Daarmee geef je gelijk invulling aan (gelijkwaardige) samenwerking. Mantelzorgers hebben immers verschillende rollen: naast degene die ondersteund moeten worden zijn ze ook levensgenoot, expert en collega. Het SOFA-model brengt deze verschillende rollen helder in beeld.
Aanbod ontwikkelen
Het loskomen van vanzelfsprekendheden helpt ook als je ondersteuningsaanbod ontwikkelt of organiseert, weet Scherpenzeel. ‘Veel beleids- en uitvoerende professionals in dit werkveld zijn hoogopgeleid. En, een beetje gechargeerd gezegd: het zijn vooral vrouwen die niet meer piepjong zijn. Veel van hen vinden het zelf prettig om hun gevoelens te bespreken in een groep. Dus ligt het voor de hand om lotgenotencontact voor mantelzorgers te organiseren.’
Succesvolle activiteiten
Daar is niets mis mee, haast Scherpenzeel zich te zeggen, maar als je activiteiten succesvol zijn en goed bezocht worden, dan betekent dat niet dat je aanbod compleet is. ‘Het is belangrijk om je af te vragen waarom er nauwelijks mannen gebruik maken van het ondersteuningsaanbod. En of je met het huidige aanbod mensen met financiële zorgen bereikt, en mensen uit religieuze gemeenschappen, de lhbti+ gemeenschap, noem maar op.’
Kwartje vallen
Scherpenzeel benadrukt dat het niet nodig is om voor alle mogelijke kruispunten specifiek mantelzorgondersteuningsbeleid en -aanbod te ontwikkelen, als dat überhaupt al mogelijk zou zijn. ‘Maar het is wel reëel om er waar mogelijk rekening mee te houden. Bij een workshop die ik laatst gaf viel er echt een kwartje bij het onderwerp taalvaardigheid. Een deelnemer wist natuurlijk wel dat zij hoogopgeleid en daarmee taalvaardig was, maar ze was er niet zo bewust mee bezig. “Is een folder met vooral tekst eigenlijk wel het beste communicatiemiddel?” vroeg ze zich ineens af.’
Heel concreet
Ook de constatering in diezelfde workshop dat er op het eerste gezicht een behoorlijk eendimensionale groep deelnemers was, deed een kwartje vallen. Maar het daaropvolgende inzicht dat bij nader inzien iedereen toch anders was, maakte heel concreet wat kruispuntdenken is, en wat het kan opleveren voor inclusieve mantelzorgondersteuning. ‘Zo ontdekten we bijvoorbeeld verschillen in geloof, qua woonomgeving – randstad of platteland – en soort opleiding.’
Niet alles zelf
Scherpenzeel stelt tot slot dat inclusieve mantelzorgondersteuning om goede samenwerking vraagt, tussen professionals onderling, maar ook tussen professional en mantelzorger. Daarmee bedoelt ze pertinent niet dat er extra externe partners bij een individuele situatie gehaald moeten worden. ‘Je kunt niet alles zelf doen. Heb jij zelf niet zo veel ervaring met de lhbti+ gemeenschap? Misschien heeft de maatschappelijk werker of de verpleegkundige het juist wel? Dan kan die het gesprek aangaan over hoe dat het mantelzorgen beïnvloedt en wat dat betekent voor wat er nodig is aan ondersteuning. En vergeet vooral niet om het eerst aan de mantelzorger zelf te vragen!’
Workshop inclusieve mantelzorgondersteuning
Wil je meer weten over inclusieve mantelzorgondersteuning? Wil je weten hoe je eigen diversiteitskenmerken de manier waarop je naar mantelzorgers kijkt beïnvloeden? En hoe je door dat besef beter in staat bent om gelijkwaardig met mantelzorgers samen te werken en ondersteuning te organiseren? Kom dan naar de workshop die Roos Scherpenzeel en Tara Knecht van Movisie verzorgen tijdens het congres Samenwerken met de mantelzorger op 13 september 2023.
Verder lezen en kijken?
Lees het artikel waarin Roos Pijpers vertelt over inclusieve mantelzorgondersteuning en over de serie met informatieve video’s die Movisie maakte.