Nu deze regeling is aangepast, wordt van de jeugdbeschermer of gezinsvoogd verwacht dat hij of zij actief gebruik maakt van de mogelijkheid om informatie op te vragen bij andere professionals die bij het gezin betrokken zijn. Deze professionals zijn vervolgens verplicht de gevraagde informatie aan te leveren. Maar, zo is te lezen op de website van de Inspectie Jeugdzorg, de verplichting om informatie te delen geldt alleen als deze noodzakelijk is voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling (ots) van het kind. ‘Dit is het geval als de informatie kan bijdragen aan het voorkomen of verminderen van een bedreiging in de ontwikkeling van het kind.’
Integraal werken staat niet per definitie op gespannen voet met privacy, vindt Wilbert Tomesen, vicevoorzitter van de Autoriteit Persoonsgegevens. Lees meer >>
Geen toestemming nodig
Natuurlijk werkt de regeling twee kanten op. Als professionals over informatie beschikken die noodzakelijk kan zijn voor de uitvoering van de ots, kunnen zij deze informatie uiteraard ook uit eigen beweging verstrekken aan een jeugdbeschermer of gezinsvoogd. Ook daarvoor is geen toestemming van de patiënt/cliënt meer nodig.
Verbeterpunt
‘De Inspectie Jeugdzorg ziet de noodzaak van een goede informatie-uitwisseling tussen de jeugdbeschermer en andere hulpverleners binnen het gezin. Uit diverse onderzoeken naar calamiteiten en toezichtbezoeken blijkt dat deze informatie-uitwisseling een terugkerend verbeterpunt is.’
Nederlandse gemeenten weten niet goed welke persoonlijke gegevens van hun burgers zij kunnen gebruiken bij hulp en ondersteuning in het sociaal domein. Lees meer >>