De Inspectie toont zich bezorgd over het blijven voortbestaan van wachtlijsten bij enkele Veilig Thuis organisaties. Onacceptabel vindt de Inspectie Gezondheid en Jeugd het ontbreken van 24-uurs beschikbaarheid van vertrouwensartsen voor kinderen en volwassen die te maken hebben met huiselijk geweld. Gemeenten zijn eindverantwoordelijk, zegt de inspectie en ze vindt dat gemeenten en Veilig Thuis-organisaties direct moeten zorgen dat een landelijke dekking van bereikbaarheid van vertrouwensartsen tot stand komt.
Veilig Thuis
De Inspectie Gezondheid en Jeugd voerde de afgelopen jaren stapsgewijs toezicht uit naar de kwaliteit van Veilig Thuis. Stap 1 is in 2015 gedaan bij alle 26 Veilig Thuis organisaties. Het toezicht richtte zich op de thema’s wettelijke randvoorwaarden, veiligheid en organisatie. Stap 2 is in de eerste helft van 2017 uitgevoerd. Bij dit toezicht ging het om de kwaliteit van onderzoek door Veilig Thuis en het inzetten van vervolgtrajecten.
Bij het opstellen van beleid rondom de aanpak van kindermishandeling, moet optimaal gebruikt worden van de actuele beschikbare kennis. ‘Leer van goede voorbeelden en van elkaar. Gemeenten en professionals hebben hier beiden een taak in.’ Dat zegt Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer. Lees meer>>
Wachtlijst
In oktober en november 2017 ging de inspectie na of de twaalf Veilig Thuis organisaties, die eerder matig of onvoldoende scoorden, inmiddels als voldoende kunnen worden beoordeeld. Uit dat onderzoek bleek dat vijf van de organisaties nog met wachtlijsten zaten. De oorzaken die de Veilig Thuis instellingen hiervoor aangaven: een toename van het aantal meldingen, het onvoldoende inspelen op piekmomenten (zoals schoolvakanties), nog onvoldoende samenwerking met het veld en een tekort aan geschikt personeel.
Gemeenten
De Inspectie laat weten dat Veilig Thuis organisaties en de verantwoordelijke gemeenten ‘actief zicht moeten houden en zo nodig sturend optreden als er wachtlijsten ontstaan.’ Dat geldt ook voor de realisatie van de 24-uurs bereikbaarheid van vertrouwensartsen. ‘Indien nodig treft de inspectie maatregelen’, zo laat de Inspectie weten.