Met de decentralisatie staat twee idealen centraal in het beleid: zelfredzaamheid en nabijheid. Op beide termen is Jan Willem Duyvendak, hoogleraar sociologie, kritisch. Nabijheid omdat het een ‘hoeraterm’ is die al het goede zou brengen: efficiëntie, creativiteit, maatwerk, aansluiting op vraag, vertrouwdheid, samenwerking, integraliteit, ontzorgen en normaliseren, en preventie. ‘Als één ding goed is voor alles, dan moet je wantrouwend zijn.’
Zelfredzaamheid is alles
Met zelfredzaamheid is iets vergelijkbaars aan de hand. Ook deze term is hol. Het betekent alles: zowel niet naar de dokter gaan (je lost het zelf op of vraagt je netwerk) als wel naar de dokter gaan (je neemt het initiatief om hulp te vragen). Maar ook niet méér naar de dokter gaan (je kan het weer zelf) is een teken van zelfredzaam. Alles is een teken van zelfredzaamheid.
Sociaal werk niet nodig?
De termen hebben een flinke impact op de positie van sociaal werkers. ‘De obsessie met zelfredzaamheid en nabijheid heeft als gevolg dat het vak van sociaal werkers is uitgehold. Er wordt voortdurend gesuggereerd dat de zorg en ondersteuning het beste gedaan kan worden door mensen die van je houden, in plaats van door een professional.’
Stiekem
Sociaal professionals zijn niet tegen in opstand gekomen tegen deze trend. Uit recent onderzoek van Duyvendak en zijn collega’s blijkt dat sociaal werkers ondanks de ’transformatie’ nog steeds hetzelfde doen als wat ze altijd deden. Alleen doen sociaal werkers het nu stiekem.
Politiek neemt het over
Daar moet verandering in komen volgens Duyvendak, want door de bescheidenheid van sociaal werkers hebben politici en beleidsmakers het overgenomen. Duyvendak: ‘Er is geen beroep waar politici zo veel over weten als het sociaal werk. Tenminste dat denken ze. Op opleidingen leren de studenten dat sociaal werkers vroeger de mensen alleen maar afhankelijk maakten. Dat is historisch feitelijk volkomen onjuist.’
Waarden van sociaal werk
Sociaal werkers werken al decennia vanuit een consequent stel waarden, zegt Duyvendak waarbij hij verwijst naar het proefschrift van Marcel Spierts. Zoals het werken aan talenten en kansen. En zorgen voor de waardigheid van cliënten. Sociaal werkers moeten pal voor die waarden gaan staan, vindt Duyvendak. Want dat is wat de mensen, de cliënten, nodig hebben.
Schamen om hulp te vragen
Duyvendak omschrijft Nederland als een land waar het de norm is om voor elkaar te zorgen en mensen zich schamen als ze hulp moeten vragen. ‘Gemiddeld moet iemand vijf keer vallen voor hij of zij een rollator aanvraagt,’ illustreert hij de reeds bestaande zelfredzaamheid van de Nederlanders. In een land met zoveel schaamte bij het vragen naar hulp, hoef je burgers niet aan te moedigen om het eerst zelf te proberen. ‘Mensen die zwak in het leven staan, proberen vooral om onafhankelijk te worden.’
Geen schande
Kortom: mensen die hulp vragen, zullen dat wel nodig hebben, stelt Duyvendak. De belofte van nabijheid wordt niet ingewilligd, omdat wie nabij komt meer problemen ziet dan iemand die op afstand blijft. ‘De eigen kracht en de autonomie van de burgers wordt overschat. We moeten het meer hebben over mensen met weinig hulpbronnen, en met een netwerk dat dikwijls problemen geeft in plaats van oplossingen. En het is helemaal geen schande dat burgers afhankelijk zijn van professionals.’
Hoi Sterre.
Leuk je vandaag op de Dag van de Sociaal Werker in Ede gesproken te hebben. Goed artikel heb je geschreven ? succes met je werk als redacteur bij Zorg + Welzijn☺️
Mvg Michel Zwaga, sociaal werker bij Welschap Welzijn in Heemskerk.