Witsenburg is gespecialiseerd in de zogeheten Individuele Rehabilitatiebenadering (IRB), die in de jaren zeventig is ontwikkeld door de onlangs overleden Amerikaanse professor William Anthony. Hij stelde in deze benadering de relatie met de cliënt en de eigen keuze van de cliënt centraal. Destijds een erg omstreden aanpak, vertelt Witsenburg. ‘Mensen zijn ten einde raad en dan ga je ze ook nog eens eigen keuzes laten maken? Dat werd niet ethisch gevonden. Je moest toentertijd als hulpverlener juist de regie overnemen.’
Investeren in de relatie
Veel is inmiddels veranderd. Werken aan zelfregie is juist een belangrijk uitgangspunt voor behandelaren. Toch wordt volgens Witsenburg in het sociaal domein nog te veel in oplossingen gedacht. De behandeling is daardoor te veel gericht op ’techniek’ en minder op het vormgeven van de relatie tussen hulpverlener en cliënt. Dat wordt soms gevoed door de druk van de organisatie of gemeente. ‘Het is zo belangrijk om eerst te investeren in de relatie, in het vertrouwen. Daarvoor zijn vaardigheden nodig, zoals begrip tonen, jezelf laten zien en inspireren.’
Woordgebruik
Witsenburg, die ook werkzaam is bij de Stichting Rehabilitatie ‘92 (R92) en trainingen Herstelgericht werken aan professionals geeft, weet hoe lastig dit in de praktijk is. Zeker met cliënten die al een hele rits hulpverleners hebben gezien. ‘Het zijn echt vaardigheden die je moet trainen. Je moet bijvoorbeeld nadenken over je woordgebruik en over hoe je nu daadwerkelijk begrip toont.’
Niet papagaaien
Het is volgens hem erg belangrijk om cliënten te parafraseren: in andere woorden herhalen wat een cliënt bedoelt te zeggen. ‘En niet lopen papagaaien. Wanneer je dit goed kunt, bezorgt dit de cliënt een fijn gevoel: “Kijk, jij begrijpt me tenminste!” Hij of zij voelt zich dan gehoord en gezien. Hij loopt niet voor niets te tobben. Van daaruit kun je verder bouwen. Je bent er niet als je alleen tegen je cliënt zegt:“Ik begrijp jou”.’
Relatiespecialist
De relatie tussen cliënt en hulpverlener is volgens psycholoog Witsenburg, die al bijna dertig jaar in het vak zit, belangrijker dan de daadwerkelijke therapie. ‘Psychiater Jim van Os stelt dat een hulpverlener idealiter een relatiespecialist met een bepaalde competentie moet zijn. Dus je moet eerst de relatie vormgeven en als dat goed zit, dan kun je met de therapie en met de techniek aan de slag.’
Herstel
De psycholoog wijst erop dat uit onderzoek onder cliënten blijkt dat juist de relatie zo belangrijk is voor het herstel. ‘Het gaat om empathie, om oprechte belangstelling voor de cliënt en diens netwerk. Het gaat om presentie, om empowerment, een hulpverlener moet hoop geven.’ Opvallend is dat hulpverleners die soms zelf regels omzeilen, veel indruk maken, zegt Witsenburg. ‘Zoals het voorbeeld van de man die ergens in instelling zat en geen geld had voor een pakje shag. Een hulpverlener had hem – tegen alle regels in – hier geld voor geleend. Dit had de man zo goed gedaan, het had hem vertrouwen gegeven.’
Eigen keuzes
Wanneer het vertrouwen er eenmaal is, kan er langzaam gewerkt worden aan het maken van de eigen keuzes. ‘De hulpverlener helpt hier natuurlijk bij. Het is voor cliënten helemaal niet zo makkelijk om aan te geven wat ze willen. Hulpverleners moeten het niet zelf gaan invullen, ik zie dat in de praktijk nog wel gebeuren. Het zijn dan de professionals die de antwoorden geven.’
Negatief gedrag
Veel aandacht gaat volgens Witsenburg vaak uit naar negatief gedrag, naar wat er niet goed gaat. ‘Een cliënt ligt te lang in z’n bed, is niet vooruit te branden, zit de hele dag te roken. Maar wat aandacht geeft, groeit. Dus het is beter, hoe lastig het soms ook is, de aandacht te richten op zaken die wel goed gaan. Op dingen waar zijn of haar hart harder van gaat kloppen. Bijvoorbeeld het gevoel van humor of een grote belangstelling voor tekenen of muziek. Daar moet je naar op zoek.’